voorbeeldopdracht GMS

BIJLAGE PARKBURG
Grondexploitatiemethoden GMS
INHOUD


In de literatuurbundel zijn opgenomen de hoofdstukken 1 en 2 van:
Spit (2006) Financieel economische planbegeleiding. Utrecht: Universiteit Utrecht
In deze opdrachtenbundel staat het praktisch vervolg van dit artikel, hoofdstuk 3 en
hoofdstuk 4. Deze gaan in op het grondexploitatieprogramma GMS en zijn onderdeel van
de opdracht.


1. Inleiding

1.1 Introductie
1.2 Leeswijzer

2. Financieel-economische planbegeleiding

2.1 Inleiding
2.2 Grondbeleid
2.3 Grondexploitatie
2.4 Het gebruik van grondkostenmethoden
2.5 De technische aspecten van de Bruine Boekje Methode (BBM)
2.6 De technische aspecten van de Dynamische Eindwaarde Methode (DEM)
2.7 Ten besluit



3. Handleiding Grondexploitatiemethode Spit (GMS)
3.1 Inleiding
3.2 Het programma
3.3 Het voorbeeldplan Parkburg
3.4 Ten besluit


4. Invulformulieren opdracht practicumbundel


5. Literatuurverwijzingen

, 3. HANDLEIDING GRONDEXPLOITATIEMETHODE SPIT (GMS)

3.1 Inleiding
In de praktijk van de grondexploitatie hebben gemeenten vanaf 1968 gebruik gemaakt van (varianten
op) de Bruine Boekje Methode (BBM) en de Dynamische Eindwaarde Methode (DEM). Op basis van
deze ervaringen (en het model dat dr. ing. P.R. Zoete in de loop van de jaren tachtig heeft ontwikkeld)
is een nieuw grondexploitatiemodel (GMS) opgesteld1. Deze incorporeert tegelijkertijd de historische
ontwikkeling (inclusief het gebruik van correctiefactoren en ‘fictieve woningen’) en de mogelijkheid
om ook opbrengsten (via de residuele waarde methodiek) in het model in te voeren (volgens het
laatste VNG-model). Het model heeft dan ook een sterk didactische waarde.
Deze methodiek noemen we voor het gemak de ‘Grondexploitatiemethodiek Spit’ (GMS). Dit (in
Visual Basic geprogrammeerde) programma beoogt de gebruiker inzicht te geven in het opzetten van
een grondexploitatie. Na deze korte inleiding wordt in de rest van dit hoofdstuk ingegaan op het
programma en de werking van het programma. Vervolgens wordt aan de hand van een voorbeeld
laten zien, wat je met het programma kan en hoe je de uitkomsten moet interpreteren.

3.2 Het programma
Het programma is een vereenvoudigde weergave van de Bruine Boekje Methode (BBM) en de
Eindwaarde Methode (EM). Er wordt niet gedifferentieerd in soorten verharding en soorten groen.
Ook wordt in dit plan slechts een onderscheid gemaakt tussen grond voor woningbouw en grond voor
bijzondere bebouwing in het algemeen. Het is uiteraard wel degelijk mogelijk om meer differentiatie
aan te brengen, maar om het principe te verduidelijken, is hier volstaan met een simpele versie. Dit is
echter niet de enige reden. Veel belangrijker is dat vanuit planningsoptiek eenvoudige
planexploitatieopzetten meer inzicht verschaffen in de financieel-economische aspecten van planalter-
natieven, dan complexe berekeningen. Een veelheid van gegevens beperkt het inzicht in de werkelijke
(strategische) keuzen in het planningsproces. Daarnaast zijn eenvoudige planexploitatieopzetten snel
en efficiënt door te rekenen. Voor de snelheid van besluitvorming is dit een aanzienlijk voordeel. Het
programma GMS is opgebouwd uit 13 schermen. Naast het hoofdscherm waarin het programma
opstart zijn dit achtereenvolgens:

Icoon Scherm

Open bestaande planvariant

Maak nieuwe planvariant

Opslaan planvariant

Grondbalans Woningbouw

Grondbalans Totalen

Fictief Aantal Woningen

Kostenbalans volgens BBM

Kavelprijzen/Opbrengstenbalans volgens BBM

Fasering Gronduitgifte

1
Dit model wijkt enigszins af van het grondexploitatiemodel zoals gebruikt in P3VAK. De grondexploitatieoefening bij
P3VAK was vooral bedoeld om ‘gevoel’ te ontwikkelen voor grondbalansen, oppervlakten en prijzen bij een eenvoudig
plan. De opdracht bij DPLM bouwt voort op het verkregen inzicht en beoogt een verdieping van de stof door het
hanteren van complexere plannen.
2