Uitwerking begrippenlijst
Aanbodmodel:
Aanbodmodel/Delftse model – de inschrijvingen worden hierbij door de corporaties gezamenlijk
geregeld en woningzoekenden moeten zich melden bij bureaus als WoningNet. Het proces van het
zoeken van een corporatiewoning bestaat uit de volgende stappen:
1. Inschrijven – kan vaak via internet. Kosten verschillen per gemeente. Er wordt een
onderscheid gemaakt tussen starters en doorstromers (=willen van huurwoning veranderen).
Er kan ook een onderscheid worden gemaakt tussen urgente (=worden op korte termijn aan
een woning geholpen, maar hebben geen keus) en woonwensers.
2. Woning zoeken – het woningaanbod wordt geregeld bekend gemaakt. Het aanbod is
verdeeld in woningen voor starters en doorstromers. Binnen 5 dagen kan men reageren op
max 2 woningen. Via WoningNet wordt duidelijk wat de wachttijd of slaagkans is voor een
huurwoning in de gewenste buurt/wijk.
3. Selectie van kandidaten – de volgorde: de langste inschrijvingsduur of woonduur bepaalt wie
de woning mag hebben
4. Woning bezoeken – 1e kandidaat de woning weigert? Volgende op de lijst krijgt een kans
5. Uitkiezen – wanneer een kandidaat de woning aanvaardt, wordt van hem gekeken of hij aan
de eisen voldoet. De resultaten worden bekendgemaakt op internet (of telefonisch).
Revolutiebouw
Eind 19e eeuw – enorme behoefte aan woningen om de arbeiders die naar de stad trokken op te
vangen revolutiebouw – weinig groen, weinig speelruimte voor kinderen, kleine donkere
woningen van slechte kwaliteit.
Periode na de tweede wereldoorlog
Na de 2e WO moest Nederland opnieuw opgebouwd worden. Het land was leeggeroofd. Tijdens de
periode van wederopbouw had herstel van de economie voorrang. De woningnood had minder
prioriteit, maar het tekort aan woningen groeide door de bevolkingsgroei sterk. Er was dus een
tekort aan woningen door: -Verwoesting - Babyboom - Onafhankelijkheid Indonesië
Na de oorlog: Volkshuisvesting werd centraal geleid en gefinancierd door de overheid.
De volksverhuisvesting werd in de eerste decennia na de 2e WO grotendeels door overheidsingrijpen
bepaald.
Na de 2e WO wilde de overheid alles op alles zetten om veel nieuwbouwwoningen met een lage huur
te realiseren. De overheid verleende objectsubsidies om zo de huurprijs kunstmatig laag te houden.
Het deel van de kostprijs van een huurwoning dat niet kan worden terugverdiend met de huur wordt
onrendabele top genoemd.
Woningmarkt
- Markt van koopwoningen: vrije markt, geen evenwicht tussen vraag en aanbod
- Markt van huurwoningen: ten dele vrij, grootste deel door overheid gereguleerd om mensen
met lage inkomens te beschermen.
De huurwoningmarkt is onderverdeeld in 3 sectoren:
o Geliberaliseerde markt – (=vrije sector).
o Gereguleerde/sociale huurwoningen markt – hierbij gaat het om woningen met een
lagere huur dan de max. huurgrens voor de huurtoeslag.
o Onderhuur markt – hierbij gaat het om het huren van een huis of kamer van een
zittende huurder, deels illegaal. De grote vraag tegenover het lage aanbod leidt tot
zeer hoge prijzen.
Aanbodmodel:
Aanbodmodel/Delftse model – de inschrijvingen worden hierbij door de corporaties gezamenlijk
geregeld en woningzoekenden moeten zich melden bij bureaus als WoningNet. Het proces van het
zoeken van een corporatiewoning bestaat uit de volgende stappen:
1. Inschrijven – kan vaak via internet. Kosten verschillen per gemeente. Er wordt een
onderscheid gemaakt tussen starters en doorstromers (=willen van huurwoning veranderen).
Er kan ook een onderscheid worden gemaakt tussen urgente (=worden op korte termijn aan
een woning geholpen, maar hebben geen keus) en woonwensers.
2. Woning zoeken – het woningaanbod wordt geregeld bekend gemaakt. Het aanbod is
verdeeld in woningen voor starters en doorstromers. Binnen 5 dagen kan men reageren op
max 2 woningen. Via WoningNet wordt duidelijk wat de wachttijd of slaagkans is voor een
huurwoning in de gewenste buurt/wijk.
3. Selectie van kandidaten – de volgorde: de langste inschrijvingsduur of woonduur bepaalt wie
de woning mag hebben
4. Woning bezoeken – 1e kandidaat de woning weigert? Volgende op de lijst krijgt een kans
5. Uitkiezen – wanneer een kandidaat de woning aanvaardt, wordt van hem gekeken of hij aan
de eisen voldoet. De resultaten worden bekendgemaakt op internet (of telefonisch).
Revolutiebouw
Eind 19e eeuw – enorme behoefte aan woningen om de arbeiders die naar de stad trokken op te
vangen revolutiebouw – weinig groen, weinig speelruimte voor kinderen, kleine donkere
woningen van slechte kwaliteit.
Periode na de tweede wereldoorlog
Na de 2e WO moest Nederland opnieuw opgebouwd worden. Het land was leeggeroofd. Tijdens de
periode van wederopbouw had herstel van de economie voorrang. De woningnood had minder
prioriteit, maar het tekort aan woningen groeide door de bevolkingsgroei sterk. Er was dus een
tekort aan woningen door: -Verwoesting - Babyboom - Onafhankelijkheid Indonesië
Na de oorlog: Volkshuisvesting werd centraal geleid en gefinancierd door de overheid.
De volksverhuisvesting werd in de eerste decennia na de 2e WO grotendeels door overheidsingrijpen
bepaald.
Na de 2e WO wilde de overheid alles op alles zetten om veel nieuwbouwwoningen met een lage huur
te realiseren. De overheid verleende objectsubsidies om zo de huurprijs kunstmatig laag te houden.
Het deel van de kostprijs van een huurwoning dat niet kan worden terugverdiend met de huur wordt
onrendabele top genoemd.
Woningmarkt
- Markt van koopwoningen: vrije markt, geen evenwicht tussen vraag en aanbod
- Markt van huurwoningen: ten dele vrij, grootste deel door overheid gereguleerd om mensen
met lage inkomens te beschermen.
De huurwoningmarkt is onderverdeeld in 3 sectoren:
o Geliberaliseerde markt – (=vrije sector).
o Gereguleerde/sociale huurwoningen markt – hierbij gaat het om woningen met een
lagere huur dan de max. huurgrens voor de huurtoeslag.
o Onderhuur markt – hierbij gaat het om het huren van een huis of kamer van een
zittende huurder, deels illegaal. De grote vraag tegenover het lage aanbod leidt tot
zeer hoge prijzen.