Beknopte collegeaantekeningen van belangrijke punten
Personen- en familierecht
Inhoud
HC 1 – Inleiding, EVRM, Ouders en kinderen I (afstamming en adoptie)................................................2
HC 2 – Ouders en kinderen II (vervolg afstamming en adoptie)..............................................................4
HC 3 – Ouders en kinderen III (gezag, zorg en omgang)..........................................................................5
HC 4 – Ouders en kinderen IV (gezag, zorg en omgang, rapport Staatscommissie Herijking
ouderschap)............................................................................................................................................7
HC 5 – De persoon, nationaliteit, naamrecht..........................................................................................8
HC 6 – Minderjarigen en vermogen I......................................................................................................9
HC 7 – Minderjarigen en vermogen II...................................................................................................10
HC 8 – Huwelijk en geregistreerd partnerschap, ongehuwd samenwonen, Huwelijksvermogensrecht I
(rechten en plichten echtgenoten).......................................................................................................11
HC 9 – Huwelijksvermogensrecht II (wettelijke gemeenschap en huwelijkse voorwaarden)................13
HC 10 – Echtscheiding en levensonderhoud.........................................................................................15
HC 11 – Erfrecht I (ab intestaat erfrecht)..............................................................................................17
HC 12 – Erfrecht II (beperkingen in erfrechtelijke genieten).................................................................19
HC 13 – Erfrecht III (de uiterste wilsbeschikking)..................................................................................21
HC 14 – Erfrecht IV (boedelafwikkeling)...............................................................................................23
Rijksuniversiteit Groningen Jaar 2021-2022 Tamara v. O
1
, Beknopte collegeaantekeningen van belangrijke punten
Personen- en familierecht
HC 1 – Inleiding, EVRM, Ouders en kinderen I (afstamming en adoptie)
We kennen verschillende afstammelingen/ouderschapsvormen: Soort ‘poortfunctie’
Biologisch/genetisch ouderschap** = de ouders die het mogelijk hebben gemaakt het
kind te verwekken.
Sociaal ouderschap** = mensen die het kind in de praktijk opvoeden. Dit hoeven dus
niet de biologische te zijn, bijvoorbeeld onkunde / overleden.
Juridisch ouderschap** = dit wordt in de wet geregeld (art. 1:198 - 1:199 BW).
** : Deze vormen vallen in de praktijk niet altijd samen. Denk bijv. aan draagmoederschap.
Uitgangspunten afstamming wetgever:
1. het juridisch ouderschap moet zoveel mogelijk in overeenstemming worden gebracht
met de biologische werkelijkheid.
2. een kind heeft het recht op afstammingsinformatie.
3. een kind kan maximaal 2 juridische ouders hebben.
Er zijn 5 limitatieve gronden voor juridisch ouderschap: Art. 1:198 - 1:199 BW.
1. Geboorte uit moeder → art. 1:198 lid 1 sub a BW.
Mater semper certa est = altijd juridische moeder (ongeacht intentie).
› Enige mogelijkheid om niet meer juridisch moeder te zijn is adoptie!
2. Huwelijksouderschap/geregistreerd partnerschap → art. 1:198 lid 1 sub b en 1:199 lid
1 sub a BW.
Vader wordt dit van rechtswege.
Meemoeder van rechtswege, als (zie de wettekst art. 1:198 lid 1 sub b BW):
› bevruchting in de Nederlandse kliniek;
› onbekendheidsverklaring donor;
› aangemeld bij Stichting donorgegevens.
3. Erkenning → art. 1:203-204 BW.
Eenzijdige rechtshandeling, het is géén waarheidshandeling!
Erkenning gebeurt vrijwillig & kan op ieder moment → geen terugwerkende kracht.
Zie eisen art. 1:204 lid 1 BW
› Schriftelijke toestemming geboortemoeder (OF) kind. Kind tussen 12-16 jaar,
dan toestemming van beiden.
o Vervangende toestemming rechter → veelal toegewezen om aan te sluiten
bij uitgangspunt 1. wetgever.
o Verzoek door: verwekker/ biologische vader + family life/ instemmende
levensgezel.
o Misbruik bevoegdheid toestemming moeder:
I. 2de juridische vader, erkenning vernietigen.
II. verzoek vaststellen eigen juridisch vaderschap; kan slechts bij:
a. de nalatige biologische vader = lastig, strikte maatstaf.
b. de onwetende biologische vader = belangenafweging (erkenner/
moeder/ kind).
4. Gerechtelijke vaststelling ouderschap → art. 1:207 BW.
Dit ouderschap wordt opgedrongen aan de verwekker & instemmend
levensgezel(in).
Rijksuniversiteit Groningen Jaar 2021-2022 Tamara v. O
2
, Beknopte collegeaantekeningen van belangrijke punten
Personen- en familierecht
Kan te allen tijde worden ingediend (lid 1 en lid 4), maar let op termijnen!
Géén discretionaire bevoegdheid als aan voorwaarden GVO is voldaan (wettekst
‘kan’).
› In tegenstelling tot erkenning wél terugwerkende kracht geboorte.
5. Adoptie → art. 1:227 e.v. BW.
Interlandelijke adopties komen meer voor dan binnenlandse adopties.
Vereist altijd een gerechtelijke toets → namelijk sterke adoptie: juridische banden
met ouder worden onvoorwaardelijk doorbroken (bij zwakke adoptie niet).
Altijd juridische ouder(s) toestemming! → Hebben vetorecht!
Geen terugwerkende kracht.
Rijksuniversiteit Groningen Jaar 2021-2022 Tamara v. O
3
Personen- en familierecht
Inhoud
HC 1 – Inleiding, EVRM, Ouders en kinderen I (afstamming en adoptie)................................................2
HC 2 – Ouders en kinderen II (vervolg afstamming en adoptie)..............................................................4
HC 3 – Ouders en kinderen III (gezag, zorg en omgang)..........................................................................5
HC 4 – Ouders en kinderen IV (gezag, zorg en omgang, rapport Staatscommissie Herijking
ouderschap)............................................................................................................................................7
HC 5 – De persoon, nationaliteit, naamrecht..........................................................................................8
HC 6 – Minderjarigen en vermogen I......................................................................................................9
HC 7 – Minderjarigen en vermogen II...................................................................................................10
HC 8 – Huwelijk en geregistreerd partnerschap, ongehuwd samenwonen, Huwelijksvermogensrecht I
(rechten en plichten echtgenoten).......................................................................................................11
HC 9 – Huwelijksvermogensrecht II (wettelijke gemeenschap en huwelijkse voorwaarden)................13
HC 10 – Echtscheiding en levensonderhoud.........................................................................................15
HC 11 – Erfrecht I (ab intestaat erfrecht)..............................................................................................17
HC 12 – Erfrecht II (beperkingen in erfrechtelijke genieten).................................................................19
HC 13 – Erfrecht III (de uiterste wilsbeschikking)..................................................................................21
HC 14 – Erfrecht IV (boedelafwikkeling)...............................................................................................23
Rijksuniversiteit Groningen Jaar 2021-2022 Tamara v. O
1
, Beknopte collegeaantekeningen van belangrijke punten
Personen- en familierecht
HC 1 – Inleiding, EVRM, Ouders en kinderen I (afstamming en adoptie)
We kennen verschillende afstammelingen/ouderschapsvormen: Soort ‘poortfunctie’
Biologisch/genetisch ouderschap** = de ouders die het mogelijk hebben gemaakt het
kind te verwekken.
Sociaal ouderschap** = mensen die het kind in de praktijk opvoeden. Dit hoeven dus
niet de biologische te zijn, bijvoorbeeld onkunde / overleden.
Juridisch ouderschap** = dit wordt in de wet geregeld (art. 1:198 - 1:199 BW).
** : Deze vormen vallen in de praktijk niet altijd samen. Denk bijv. aan draagmoederschap.
Uitgangspunten afstamming wetgever:
1. het juridisch ouderschap moet zoveel mogelijk in overeenstemming worden gebracht
met de biologische werkelijkheid.
2. een kind heeft het recht op afstammingsinformatie.
3. een kind kan maximaal 2 juridische ouders hebben.
Er zijn 5 limitatieve gronden voor juridisch ouderschap: Art. 1:198 - 1:199 BW.
1. Geboorte uit moeder → art. 1:198 lid 1 sub a BW.
Mater semper certa est = altijd juridische moeder (ongeacht intentie).
› Enige mogelijkheid om niet meer juridisch moeder te zijn is adoptie!
2. Huwelijksouderschap/geregistreerd partnerschap → art. 1:198 lid 1 sub b en 1:199 lid
1 sub a BW.
Vader wordt dit van rechtswege.
Meemoeder van rechtswege, als (zie de wettekst art. 1:198 lid 1 sub b BW):
› bevruchting in de Nederlandse kliniek;
› onbekendheidsverklaring donor;
› aangemeld bij Stichting donorgegevens.
3. Erkenning → art. 1:203-204 BW.
Eenzijdige rechtshandeling, het is géén waarheidshandeling!
Erkenning gebeurt vrijwillig & kan op ieder moment → geen terugwerkende kracht.
Zie eisen art. 1:204 lid 1 BW
› Schriftelijke toestemming geboortemoeder (OF) kind. Kind tussen 12-16 jaar,
dan toestemming van beiden.
o Vervangende toestemming rechter → veelal toegewezen om aan te sluiten
bij uitgangspunt 1. wetgever.
o Verzoek door: verwekker/ biologische vader + family life/ instemmende
levensgezel.
o Misbruik bevoegdheid toestemming moeder:
I. 2de juridische vader, erkenning vernietigen.
II. verzoek vaststellen eigen juridisch vaderschap; kan slechts bij:
a. de nalatige biologische vader = lastig, strikte maatstaf.
b. de onwetende biologische vader = belangenafweging (erkenner/
moeder/ kind).
4. Gerechtelijke vaststelling ouderschap → art. 1:207 BW.
Dit ouderschap wordt opgedrongen aan de verwekker & instemmend
levensgezel(in).
Rijksuniversiteit Groningen Jaar 2021-2022 Tamara v. O
2
, Beknopte collegeaantekeningen van belangrijke punten
Personen- en familierecht
Kan te allen tijde worden ingediend (lid 1 en lid 4), maar let op termijnen!
Géén discretionaire bevoegdheid als aan voorwaarden GVO is voldaan (wettekst
‘kan’).
› In tegenstelling tot erkenning wél terugwerkende kracht geboorte.
5. Adoptie → art. 1:227 e.v. BW.
Interlandelijke adopties komen meer voor dan binnenlandse adopties.
Vereist altijd een gerechtelijke toets → namelijk sterke adoptie: juridische banden
met ouder worden onvoorwaardelijk doorbroken (bij zwakke adoptie niet).
Altijd juridische ouder(s) toestemming! → Hebben vetorecht!
Geen terugwerkende kracht.
Rijksuniversiteit Groningen Jaar 2021-2022 Tamara v. O
3