‘Spijsvertering’
Daan Beers
Q3 - MGZ
,Inhoudsopgave
E-learning – Histologie maag-darmkanaal 3
Algemeen bouwpatroon 3
De dunne darm 3
De maag 4
Het colon 5
E-learning – Histologie lever & galwegen 6
E-learning – Leverfunctie & icterus 7
Ontgifting in de lever 7
Gal productie 7
Enterohepatische kringloop 7
Icterus 8
Prehepatische icterus 8
Intrahepatische icterus 8
Posthepatische icterus 9
Overzicht icterus 10
Laboratoriumdiagnostiek 10
Leverschade 10
Leverfunctie 10
PR – Spijsvertering 1 11
Anatomie – Peritoneum en peritoneaal holte (platen) 11
Anatomie – Bovenbuik en bursa omentalis (platen) 12
PR – Spijsvertering 2 13
Anatomie – Galwegen (platen) 13
Fysiologie – Lever & galwegen 13
Anatomie – Dunne darm, dikke darm en rectum (platen) 14
Aantekeningen PR 14
Interactive fysiology 14
Icterus 15
WG – Secretie en absorptie 16
Casus A 16
Casus B 17
Casus C 18
Casus D 19
ZSO – Secretieprocessen en spijsverteringssappen 20
ZSO – Anatomie en Histologie 25
2
, E-learning – Histologie maag-darmkanaal
Algemeen bouwpatroon
Het spijsverteringskanaal bezit een algemeen bouwpatroon dat bestaat uit vier lagen, van
binnen naar buiten: de mucosa (het slijmvlies), de submucosa (de bindweefsellaag
daaronder), de tunica muscularisexterna of tunica muscularis (spierlaag), de adventitia
(bindweefsel) of (indien bekleding met mesotheel aanwezig) de serosa.
Deze bovengenoemde lagen kun je weer verdelen in sublagen:
• Tunica mucosa:
o Epitheel;
o Lamina propria;
o Muscularis
mucosae.
• Tunica submucosa
(bindweefsel):
o Submucosale klier;
o Bloedvaten;
o Submucosale
zenuwplexus.
• Tunica muscularis:
o Binnenste circulaire
laag;
o Myenterische
zenuwplexus;
o Buitenste
longitudinale laag.
• Tunica serosa
De dunne darm
• Entrocyt (met microvili);
• Stamcellen;
• Entro-endocrine cellen;
• Paneth cel (bactericide → tegen bacteriën);
• Slijmbekercellen.
Glucose en galactose gebruiken voor opname in de darmcellen dezelfde transporters (2
totaal om in en uit de cel te komen). Fructose gebruikt een andere transporter om de
darmcel in te komen.
3