‘Water- &
Zouthuishouding’
Daan Beers
Q3 - MGZ
,Inhoudsopgave
E-learning - Urinary Systems 3
Glomerulaire filtratie 3
Vroege filtratie processen 4
Proximal convoluted tubul 4
Thin descending loop of Henle 4
Ascending loop of Henle 5
Distal convoluted tubul 5
Vasa recta 5
Late filtratie processen 5
Cortical collecting duct 6
Overzicht 6
E-learning – Histologie: Nier & Urinewegen 7
Vaatstelsel nierlob 7
Glomerulus 7
Tubulaire systeem 7
HC – Water- en zouthuishouding 8
Functies van de nier 8
Fysiologie 8
Infuus toedienen 8
Isotoon 8
Hypotoon 8
Hypertoon 9
Overzicht effectief circulerend volume 9
Overzicht histologie nefron 10
Overzicht water- & zouthuishouding 10
2
, E-learning - Urinary Systems
Glomerulaire filtratie
Het filtratiemembraan van het kapsel van Bowman bestaat uit drie lagen:
• Gefenestreerd glomerulair endotheel;
• Basaalmembraan;
• Filtratie spleten:
De filtratiespleten worden gevorm door podocyten (3a & 3b). Deze zijn verbonden met de
pedikels. Daartussen liggen de filtratiespleten.
Het filtraat bevat de volgende stoffen:
• Water;
• Ionen:
o Natrium;
o Kalium;
o Chloor.
• Stikstofhoudend afval:
o Ureum;
o Urinezuur;
o Creatinine.
• Organische moleculen:
o Glucose;
o Aminozuren.
Glomerulaire hydrostatische druk (60 mmHg) zorgt voor de juiste hoeveelheid filtraat. Dit
komt omdat de glomerulaire hydrostatische druk tegendruk krijgt van de glomerulaire
osmotische druk (28 mmHg) en de capsulaire hydrostatische druk (15 mmHg).
60 - (15 + 28) = 17 mmHg (netto filtratiedruk). De netto filtratiedruk levert gemiddeld 125
ml per minuut aan voorurine op (GFR).
De macula densa cellen (7) meten de hoeveelheid natriumchloride in het dikke stijgende
deel van de lus van Henle. Wanneer een lage concentratie NaCl gemeten wordt gebeuren er
twee dingen:
• De weerstand tegen de bloedstroom van de
afferente arteriolen wordt verlaagd (vasodilatatie),
waardoor de glomerulaire hydrostatische druk
verhoogd en de GFR weer normaal maakt;
• Het verhoogt de afgifte van renine uit de
juxtaglomerulaire cellen (6) (RAAS-systeem). Dit
zorgt voor de vasoconstrictie van de efferente
arteriolen). De juxtaglomerulaire cellen zijn
ontstaan uit gladde spiercellen in de wand van de
afferente arteriolen.
3