Les 3
De vormen vulkanisme
1. Divergerende platen
2. Subductiezones
3. Hotspots
1 divergent
Bij diepe breuklijnen komt er magma via scheuren omhoog= spleeterupties
dit kan kilometers lang
omdat de platen geleidelijk uit elkaar gaan zijn er veel uitbarstingen maar, door weinig cm/per jaar
beweging komt alleen dun magma omhoog
effusief vulkanisme= rustige uitbarstingen
bij effusief vulkanisme ontstaan schildvulkanen= brede vulkanen, flauwe helling
2 subductie
De oceanische plaat smelt in de mantel en borrelt naar boven= explosief vulkanisme
In de oceanische plaat zit veel water. Dit water wordt door druk en warmte
omgezet in gas
Bij het naar boven borrelen smelt ook een deel van de continentale plaat. Deze
plaat bevat sio2 wat het magma stroperig maakt
Bij explosief vulkanisme ontstaan stratovulkanen
steile hellingen ontstaan door pyroklastisch materiaal = uitgestoten
materiaal van vulkanen
de explosie kan zo sterk zijn dat een caldera ontstaat - > de vulkaan stort
dan in en maakt een grote krater
, Les 4
3 hotspots
Hotspots kunnen ook ontstaan midden op platen
Een hotspot ontstaat door een mantelpluim die door de korst brandt dit
gebeurd vooral bij oceanische platen
Schildvulkanen met effusief vulkanisme
Doordat platen verschuiven ontstaan meerdere vulkanen
Gevolgen van uitbarstingen:
1 er komt altijd veel as vrij
Bij grote uitbarstingen kan de as zonlicht stoppen en de temperatuur laten dalen
2 pyroklastische stromen
Lava, gas, rotsen en as die gevaarlijk snel en heet zijn
3 lahar
Een lahar is een modderstroom van vulkanisch materiaal
Kan ontstaan door uitbarsting, regenval of smelten van sneeuw op de
helling
Toch woont men in de buurt van vulkanen omdat:
1 de grond is er vruchtbaar door de vulkanische as
2 er valt makkelijk geothermische energie (aardwarmte) op te wekken
Dus
convergent
Als 2 continentale platen botsen ontstaat een plooiings gebergte
als 2 oceanische platen botsen duikt de zwaarste naar beneden en deze smelt en maakt een
vulkanische boog
als een oceanische en een continentale plaat botsen duikt de oceanische plaat naar beneden hierbij
ontstaat een trog en een subductiezone dan smelt de onderste plaat en borrelt naar boven en maakt
zo een vulkaan
divergentie
, als de platen uit elkaar gaan verzakt soms het gedeelte bij de breuklijn hierdoor ontstaan hoger
gebied= horst en het lagere gebied= slenk dit bij elkaar noem je breukgebergten
er kan magma omhoog komen bij de breuk het magma duwt dan het oudere gesteente naar de
zijkant dit noem je ridge push
transform
door transforme bewegingen ontstaan er ook horsten en slenken dit zorgt voor stevige aardbevingen
hypocentrum= waar de aardbeving ontstaat
Les 5
epicentrum= punt aan de oppervlakte recht boven het hypocentrum
seismoloog= een aardbeving deskundige
seismograaf= het apparaat waarmee je aardbevingen kan meten
een tsunamie ontstaan bij een subductiezone de beving in de zee zorgt voor een hele hoge golf
Les 6
ra= valt het te voorspellen?
Tm= hoe voorkomen we de schade?
Wat is het? ra tm
vulkaanuitbarsting Ja vulkaan zet uit+ kleine Meetapparatuur plaatsen+
aardbevingen zijn meetbaar bouwverbod dicht bij vulkaan
Aardbevingen Wanneer is onmogelijk Stevige gebouwen+ afsluiten
van fabrieken enz
tsunamie Waarschuwing na gemeten Stevige bebouwing aan kust+
aardbeving waarschuwingssystemen
gesteente
Les 7
er zijn 3 hoofdgroepen gesteenten:
1 stollingsgesteenten
2 sedimentgesteenten
3 metamorf gesteenten
De vormen vulkanisme
1. Divergerende platen
2. Subductiezones
3. Hotspots
1 divergent
Bij diepe breuklijnen komt er magma via scheuren omhoog= spleeterupties
dit kan kilometers lang
omdat de platen geleidelijk uit elkaar gaan zijn er veel uitbarstingen maar, door weinig cm/per jaar
beweging komt alleen dun magma omhoog
effusief vulkanisme= rustige uitbarstingen
bij effusief vulkanisme ontstaan schildvulkanen= brede vulkanen, flauwe helling
2 subductie
De oceanische plaat smelt in de mantel en borrelt naar boven= explosief vulkanisme
In de oceanische plaat zit veel water. Dit water wordt door druk en warmte
omgezet in gas
Bij het naar boven borrelen smelt ook een deel van de continentale plaat. Deze
plaat bevat sio2 wat het magma stroperig maakt
Bij explosief vulkanisme ontstaan stratovulkanen
steile hellingen ontstaan door pyroklastisch materiaal = uitgestoten
materiaal van vulkanen
de explosie kan zo sterk zijn dat een caldera ontstaat - > de vulkaan stort
dan in en maakt een grote krater
, Les 4
3 hotspots
Hotspots kunnen ook ontstaan midden op platen
Een hotspot ontstaat door een mantelpluim die door de korst brandt dit
gebeurd vooral bij oceanische platen
Schildvulkanen met effusief vulkanisme
Doordat platen verschuiven ontstaan meerdere vulkanen
Gevolgen van uitbarstingen:
1 er komt altijd veel as vrij
Bij grote uitbarstingen kan de as zonlicht stoppen en de temperatuur laten dalen
2 pyroklastische stromen
Lava, gas, rotsen en as die gevaarlijk snel en heet zijn
3 lahar
Een lahar is een modderstroom van vulkanisch materiaal
Kan ontstaan door uitbarsting, regenval of smelten van sneeuw op de
helling
Toch woont men in de buurt van vulkanen omdat:
1 de grond is er vruchtbaar door de vulkanische as
2 er valt makkelijk geothermische energie (aardwarmte) op te wekken
Dus
convergent
Als 2 continentale platen botsen ontstaat een plooiings gebergte
als 2 oceanische platen botsen duikt de zwaarste naar beneden en deze smelt en maakt een
vulkanische boog
als een oceanische en een continentale plaat botsen duikt de oceanische plaat naar beneden hierbij
ontstaat een trog en een subductiezone dan smelt de onderste plaat en borrelt naar boven en maakt
zo een vulkaan
divergentie
, als de platen uit elkaar gaan verzakt soms het gedeelte bij de breuklijn hierdoor ontstaan hoger
gebied= horst en het lagere gebied= slenk dit bij elkaar noem je breukgebergten
er kan magma omhoog komen bij de breuk het magma duwt dan het oudere gesteente naar de
zijkant dit noem je ridge push
transform
door transforme bewegingen ontstaan er ook horsten en slenken dit zorgt voor stevige aardbevingen
hypocentrum= waar de aardbeving ontstaat
Les 5
epicentrum= punt aan de oppervlakte recht boven het hypocentrum
seismoloog= een aardbeving deskundige
seismograaf= het apparaat waarmee je aardbevingen kan meten
een tsunamie ontstaan bij een subductiezone de beving in de zee zorgt voor een hele hoge golf
Les 6
ra= valt het te voorspellen?
Tm= hoe voorkomen we de schade?
Wat is het? ra tm
vulkaanuitbarsting Ja vulkaan zet uit+ kleine Meetapparatuur plaatsen+
aardbevingen zijn meetbaar bouwverbod dicht bij vulkaan
Aardbevingen Wanneer is onmogelijk Stevige gebouwen+ afsluiten
van fabrieken enz
tsunamie Waarschuwing na gemeten Stevige bebouwing aan kust+
aardbeving waarschuwingssystemen
gesteente
Les 7
er zijn 3 hoofdgroepen gesteenten:
1 stollingsgesteenten
2 sedimentgesteenten
3 metamorf gesteenten