Aquatische activiteiten
Doel van de cursus
Inleiding
Aquatische activiteiten ≠ zwemmen
= water specifieke therapie
Focus = diverse patiëntenpopulatie 🡪
patiënt en therapeut
Ik voel mij veilig (1bare)
Mijn patiënt voelt zich veilig bij mij
Evidenced based
- WHO drafting group: health benefits of immersion and therapeutic aquatic exercise in
swimming and spas in health care (2012)
- P kan door het water zijn gezondheid positief beïnvloeden door te werken op 3 niveaus
o Mechanisch: golven, hydrostatica en hydrodynamica
o Temperatuur: best boven 30 graden – op eind van de sessie geen kou (>32,5 graden)
o Chemie bv koolzuur (balneotherapie)
- Systematische toepassingen zoals:
o Halliwick aquatic therapy (10 punten programma) – water specifieke therapie
o Clinical Ai Chi (japan – oefenen evenwicht) – aquapilates (core stab)
o Da bad Ragaz Ring methode (pnf in het water)
o Watsu/ aqua-T-relax (passief bewegen in het water)
o Aquajogging/ aquarobics (eerder cardiovasculair)
o Onderwaterloopband/ aquabike
Praktische tips
A) Aanpassen van oefeningen/ inhoud ifv
a. Belastbaarheid patiënt – gewrichten
b. Spierkracht
c. Mobiliteit
d. Medicatie (BD-HF) (dalen door verhoogde veneuze return)
e. Individuele reactie op de omgeving water
f. Evenwicht
g. Lichaamssamenstelling
B) Hoe ga je aanpassingen doen?
a. Zonder materiaal (Halliwick, indien gebruik van drijfmiddel → opwaartse kracht niet
voelen, indien overmatig gebruik van drijfmiddel → p wordt afhankelijk)
b. Met materiaal: drijvend, zinkend, weerstand verhogen
c. 2 belangrijke variabelen: hefboom en snelheid van de beweging
d. Langzame aanpassingen ifv
i. Behoud van evenwicht: gekruiste coördinatie
ii. Belasting van gewrichten
iii. Belasting van spieren
C) Hoe verander/ verhoog/ verlaag je intensiteit?
a. Trager/ sneller bewegen in het water
b. Weerstand van het water
, c. Grotere/ kleinere hefbomen (gestrekte of gebogen armen)
d. Richtingsveranderingen
e. Aantal herhalingen
f. Bewegingsuitslag. Grootte van bewegingen
g. Diepte van het water: naveldiepte – 50%
h. Stroming/ rotatie/ plots stoppen
i. Ifv evenwicht: extrinsiek qua omgeving: 3 levels qua waterdiepte
Level 1: naveldiep water in stand
Level 2: Water op schouderhoogte
Level 3: bodemloos (OCC)
Intrinsiek diverse mogelijkheden zoals bipodaal, unipodaal
D) Diepte van het water/ zwembad afh van noden van patiënt
Als het lichaam voor 97% is ondergedompeld dan ontstaat een drijvend evenwicht.
Als het lichaam minder wordt ondergedompeld:
o Tot aan hoofd onder water: slechts 15% LG
o Tot aan symfysis pubis: 50%
o Tot aan proc xiphoïdeus: 40%
De opwaartse kracht of buoyancy is afh van positie armen en is van groot therapeutisch
belang.
E) Hoe geraakt de patiënt in en uit het water
a. Algemene tips
● Veiligheid van de patiënt en therapeut komt op de eerste plaats
● Goede voorbereiding vooraf is belangrijk
● Denk aan antislip schoentjes, rolstoel, trapje in het zwembad, hulp van
redder, familie…
b. In en uit het water gaan: verschillende mogelijkheden van technieken zijn afh van:
i. De mogelijkheden van de P
ii. Je eigen mogelijkheden
iii. De faciliteiten van het zwembad
Hellend vlak, graduele trappen met leuning, verticale trappen met leuning
iv. Extra faciliteiten: lift, draagbaar hellend vlak, ladders
c. Verschillende mogelijkheden
i. Langs trap (orthopedische patiënt of hemiplegische patiënt)
ii. In zit op de kant van het zwembad – diep of ondiep
iii. Tetraplegische patiënt
iv. ‘’ zonder draaien
Patiëntenpopulatie voor aquatische revalidatie
1) Postoperatieve patiënten: gewichtloosheid – amplitudo bevorderend
2) Geriatrische patiënten: gewichtloosheid – reduceert schrik om te vallen
3) Mensen met mentale/ motorische beperking: gangreëducatie, vrij bewegen, relaxerend
4) Houding corrigerend/ dynamiserend/ bewegingsangsten en niet vanuit globale SS:
Bechterew
5) Relaxerend
Doel van de cursus
Inleiding
Aquatische activiteiten ≠ zwemmen
= water specifieke therapie
Focus = diverse patiëntenpopulatie 🡪
patiënt en therapeut
Ik voel mij veilig (1bare)
Mijn patiënt voelt zich veilig bij mij
Evidenced based
- WHO drafting group: health benefits of immersion and therapeutic aquatic exercise in
swimming and spas in health care (2012)
- P kan door het water zijn gezondheid positief beïnvloeden door te werken op 3 niveaus
o Mechanisch: golven, hydrostatica en hydrodynamica
o Temperatuur: best boven 30 graden – op eind van de sessie geen kou (>32,5 graden)
o Chemie bv koolzuur (balneotherapie)
- Systematische toepassingen zoals:
o Halliwick aquatic therapy (10 punten programma) – water specifieke therapie
o Clinical Ai Chi (japan – oefenen evenwicht) – aquapilates (core stab)
o Da bad Ragaz Ring methode (pnf in het water)
o Watsu/ aqua-T-relax (passief bewegen in het water)
o Aquajogging/ aquarobics (eerder cardiovasculair)
o Onderwaterloopband/ aquabike
Praktische tips
A) Aanpassen van oefeningen/ inhoud ifv
a. Belastbaarheid patiënt – gewrichten
b. Spierkracht
c. Mobiliteit
d. Medicatie (BD-HF) (dalen door verhoogde veneuze return)
e. Individuele reactie op de omgeving water
f. Evenwicht
g. Lichaamssamenstelling
B) Hoe ga je aanpassingen doen?
a. Zonder materiaal (Halliwick, indien gebruik van drijfmiddel → opwaartse kracht niet
voelen, indien overmatig gebruik van drijfmiddel → p wordt afhankelijk)
b. Met materiaal: drijvend, zinkend, weerstand verhogen
c. 2 belangrijke variabelen: hefboom en snelheid van de beweging
d. Langzame aanpassingen ifv
i. Behoud van evenwicht: gekruiste coördinatie
ii. Belasting van gewrichten
iii. Belasting van spieren
C) Hoe verander/ verhoog/ verlaag je intensiteit?
a. Trager/ sneller bewegen in het water
b. Weerstand van het water
, c. Grotere/ kleinere hefbomen (gestrekte of gebogen armen)
d. Richtingsveranderingen
e. Aantal herhalingen
f. Bewegingsuitslag. Grootte van bewegingen
g. Diepte van het water: naveldiepte – 50%
h. Stroming/ rotatie/ plots stoppen
i. Ifv evenwicht: extrinsiek qua omgeving: 3 levels qua waterdiepte
Level 1: naveldiep water in stand
Level 2: Water op schouderhoogte
Level 3: bodemloos (OCC)
Intrinsiek diverse mogelijkheden zoals bipodaal, unipodaal
D) Diepte van het water/ zwembad afh van noden van patiënt
Als het lichaam voor 97% is ondergedompeld dan ontstaat een drijvend evenwicht.
Als het lichaam minder wordt ondergedompeld:
o Tot aan hoofd onder water: slechts 15% LG
o Tot aan symfysis pubis: 50%
o Tot aan proc xiphoïdeus: 40%
De opwaartse kracht of buoyancy is afh van positie armen en is van groot therapeutisch
belang.
E) Hoe geraakt de patiënt in en uit het water
a. Algemene tips
● Veiligheid van de patiënt en therapeut komt op de eerste plaats
● Goede voorbereiding vooraf is belangrijk
● Denk aan antislip schoentjes, rolstoel, trapje in het zwembad, hulp van
redder, familie…
b. In en uit het water gaan: verschillende mogelijkheden van technieken zijn afh van:
i. De mogelijkheden van de P
ii. Je eigen mogelijkheden
iii. De faciliteiten van het zwembad
Hellend vlak, graduele trappen met leuning, verticale trappen met leuning
iv. Extra faciliteiten: lift, draagbaar hellend vlak, ladders
c. Verschillende mogelijkheden
i. Langs trap (orthopedische patiënt of hemiplegische patiënt)
ii. In zit op de kant van het zwembad – diep of ondiep
iii. Tetraplegische patiënt
iv. ‘’ zonder draaien
Patiëntenpopulatie voor aquatische revalidatie
1) Postoperatieve patiënten: gewichtloosheid – amplitudo bevorderend
2) Geriatrische patiënten: gewichtloosheid – reduceert schrik om te vallen
3) Mensen met mentale/ motorische beperking: gangreëducatie, vrij bewegen, relaxerend
4) Houding corrigerend/ dynamiserend/ bewegingsangsten en niet vanuit globale SS:
Bechterew
5) Relaxerend