1
Het verschil in zelfvertrouwen tussen mannelijke en vrouwelijke studenten en het
verband tussen zelfvertrouwen en toetsingsangst
Kyra Simons
Faculteit der Gedrags-en Bewegingswetenschappen, Vrije Universiteit Amsterdam
Statistiek 1
M. IJzerman
16-12-2021
, 2
Inleiding
In dit artikel wordt onderzoek gedaan naar de effecten van geslacht op het
zelfvertrouwen en het effect van zelfvertrouwen op de mate van toetsingsangst bij studenten.
Zelfvertrouwen verwijst naar de individuele hoeveelheid waarin een persoon zichzelf
waardeert en zijn/haar eigen interesses en behoeftes belangrijk vindt. Toetsingsangst verwijst
naar de mate van stress die studenten ervaren tijdens en voor het maken van een toets of het
doen van een test.
Kukulu et. al (2012) zetten een onderzoek op waaruit een verband bleek tussen de
mate van zelfvertrouwen bij studenten verpleegkunde en hun geslacht. Mannelijke studenten
rapporteerden vaker een hoge score op de ‘Self Confidence scale’ (92.3%) dan vrouwelijke
studenten (78.6%). Echter bleek het resultaat niet statistisch significant (P= 0.56). Daarom is
de verwachting dat er geen verband zal blijken tussen het geslacht van de studenten en de
mate van zelfvertrouwen.
Uit een studie van Rule & Sandilands (1969) bleek dat deelnemers die negatieve
feedback kregen op het uitvoeren van een taak meer toetsingsangst rapporteerden dan
studenten die geen feedback kregen, en studenten die positieve feedback kregen,
rapporteerden minder toetsingsangst dan studenten die geen feedback kregen. Dit wijst erop
dat studenten die meer vertrouwen hebben in hun eigen vaardigheden minder stress ervaren
bij het maken van een toets. Daarom is de verwachting dat studenten met meer zelfvertrouwen
het resultaat van hun toetsen minder invloed laten hebben op hun gevoel van eigenwaarde en
meer vertrouwen hebben in hun eigen vaardigheden
De verwachting is dat het geslacht geen indirecte invloed zal hebben op de mate van
toetsingsangst en dat de mate van zelfvertrouwen en de mate van toetsingsangst een sterk
negatief verband houden.
Het verschil in zelfvertrouwen tussen mannelijke en vrouwelijke studenten en het
verband tussen zelfvertrouwen en toetsingsangst
Kyra Simons
Faculteit der Gedrags-en Bewegingswetenschappen, Vrije Universiteit Amsterdam
Statistiek 1
M. IJzerman
16-12-2021
, 2
Inleiding
In dit artikel wordt onderzoek gedaan naar de effecten van geslacht op het
zelfvertrouwen en het effect van zelfvertrouwen op de mate van toetsingsangst bij studenten.
Zelfvertrouwen verwijst naar de individuele hoeveelheid waarin een persoon zichzelf
waardeert en zijn/haar eigen interesses en behoeftes belangrijk vindt. Toetsingsangst verwijst
naar de mate van stress die studenten ervaren tijdens en voor het maken van een toets of het
doen van een test.
Kukulu et. al (2012) zetten een onderzoek op waaruit een verband bleek tussen de
mate van zelfvertrouwen bij studenten verpleegkunde en hun geslacht. Mannelijke studenten
rapporteerden vaker een hoge score op de ‘Self Confidence scale’ (92.3%) dan vrouwelijke
studenten (78.6%). Echter bleek het resultaat niet statistisch significant (P= 0.56). Daarom is
de verwachting dat er geen verband zal blijken tussen het geslacht van de studenten en de
mate van zelfvertrouwen.
Uit een studie van Rule & Sandilands (1969) bleek dat deelnemers die negatieve
feedback kregen op het uitvoeren van een taak meer toetsingsangst rapporteerden dan
studenten die geen feedback kregen, en studenten die positieve feedback kregen,
rapporteerden minder toetsingsangst dan studenten die geen feedback kregen. Dit wijst erop
dat studenten die meer vertrouwen hebben in hun eigen vaardigheden minder stress ervaren
bij het maken van een toets. Daarom is de verwachting dat studenten met meer zelfvertrouwen
het resultaat van hun toetsen minder invloed laten hebben op hun gevoel van eigenwaarde en
meer vertrouwen hebben in hun eigen vaardigheden
De verwachting is dat het geslacht geen indirecte invloed zal hebben op de mate van
toetsingsangst en dat de mate van zelfvertrouwen en de mate van toetsingsangst een sterk
negatief verband houden.