100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Lesintaal Samenvatting Hoofdstuk 2

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
3
Geüpload op
29-01-2017
Geschreven in
2016/2017

Complete samenvatting van de informatie van lesintaal.nl en dan alles punten van hoofdstuk 2. Bijvoorbeeld voor de taaltoets van leerjaar 1 van de pabo









Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
29 januari 2017
Aantal pagina's
3
Geschreven in
2016/2017
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

LESINTAAL HFST 2
2.1.1 t/m 2.1.6
Woordenschat uitbreiding: De ontwikkeling van de woordenschat vormt een van de deeltaalvaardigheden.
Woorden dragen een betekenis over in taal. Men gebruikt woorden om een boodschap over te brengen naar
en ander. Zo leren kinderen de wereld om zich heen en leren ze woorden om dit te benoemen. Dat betekend
dat een kind dat een beest ziet die haren heeft met vier poten, dat zij daar vanzelf het woord hond aan leren te
koppelen.
Diepe woordkennis: Als iemand de betekenis van een woord al kent maar ze deze steeds verder uitdiepen.
Voorbeeld. Een postzegel, heeft voor ons vaak maar 1 betekenis, maar voor een verzamelaar kent het veel meer
betekenisaspecten.

Receptieve woordenschat: Als een kind receptief kan denken over een woord, wil dat zeggen dat bij het horen
of lezen van bijvoorbeeld het woord cavia, ze ook het plaatje kan aanwijzen en weten hoe dat eruitziet. Een
kind dat in Nederland van huis uitwoont kent zo’n 3.300 receptieve woorden als ze vier zijn. Daarna komen tot
het achtste jaar zo’n 600 woorden bij per jaar.

Productieve woordenschat: Een kind kan productief over een woord denken als hij een plaatje ziet van
bijvoorbeeld een cavia en dan dit dier ook zo kunnen benoemen. Een kind dat uit huis Nederlands is kent op
zijn 4e levensjaar zo’n 2000 productieve woorden, dit is verdubbeld op hun achtste levensjaar. Het is normaal
dat dit kleiner is dan de receptieve woorden omdat een taalgebruiker vaak meer kan begrijpen dan zelf kan
spreken.

Woordleerstrategieën: In de praktijk van het onderwijs worden woorden vaak aan de orde gesteld door aan de
kinderen de betekenis te vragen. De leraar leert de leerlingen hierbij gebruik te maken van de context, van
woordanalyse of illustraties.
Voorbeelden van strategieën die ingezet kunnen worden (Kienstra 2003):
Woordbetekenissen achterhalen:
- woord analyseren;
- gebruikmaken van de verbale en non-verbale context;
- gebruikmaken van een bron in de eerste of de tweede taal;
- letten op overeenkomsten tussen eerste en tweede taal.
Woorden onthouden:
- woord herhalen en opschrijven;
- woord ophalen uit geheugen;
- woord produceren.

Woordbetekenis: Een woord bestaat uit een klankvorm (het label) en een betekenis (het concept). Bij het
woord bijvoorbeeld hoed weten we wat het is, maar je hebt hier dan verschillenden betekenisaspecten bij, zo
weten we dat een hoed op je hoofd zit, en dat het een bepaalde vorm is en van een materiaal is gemaakt. Zo
heb je verschillende betekenisaspecten soms zijn ze heel belangrijk, soms niet. Woordbetekenis geeft ook
grammaticale informatie, kan dit woord wel in deze zin? Hoe meer we over een woord weten, hoe dieper onze
woordkennis van dat woord is. Woordenschatuitbreiding is dus niet alleen een kwestie van meer woorden
leren, maar ook van meer over woorden leren, van zogenaamde diepe woordkennis verwerven.

Woordenschatopbouw: Woorden die we onszelf leren en aangeleerd krijgen vormen een netwerk van
onderling verbonden elementen. Je hebt verschillende relaties tussen de woorden, zo heb je:
-Betekenisrelaties (mus -> vogel) enz.
-Vormrelaties (denk aan rijmende woorden; bank – bank, maar het zijn wel verschillende woorden)
Als je een nieuw woord leert krijgt het een plek in dit netwerk en als je meer woorden leert blijft het andere
woord ook weer beter en sneller hangen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
NatasDeegje Hogeschool Leiden
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
8
Lid sinds
8 jaar
Aantal volgers
8
Documenten
11
Laatst verkocht
2 jaar geleden

3,0

5 beoordelingen

5
0
4
2
3
2
2
0
1
1

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen