BEROEPSORIËNTATIE
BEROEPSPRODUCT Aline Bredewold
ORGNISATIE
Projectopdracht implementatie ECD en onderzoek
invoering Methodiek
,Inhoudsopgave
INLEIDING..........................................................................................................................................1
1. BEDRIJFSKUNDIGE ASPECTEN........................................................................................................2
2. ETISCH DILEMMA.........................................................................................................................16
3. PROJECTPLAN..............................................................................................................................19
4. IK EN MIJN BEROEPSOMGEVING..................................................................................................29
5. CONCLUSIE..................................................................................................................................40
BIBLIOGRAFIE..................................................................................................................................41
INLEIDING
Voor mijn hbo-studie ben ik bezig met het vak algemene beroepsoriëntatie. In
deze module moet ik de volgende leeruitkomsten laten zien:
LEERUITKOMST 1
De professional positioneert zichzelf in een beroepsomgeving door een analyse
te maken van het werkveld (beroepen/functies, beroepscompetenties,
beroepscodes) en op basis daarvan een SWOT te maken van zichzelf in relatie tot
deze omgeving, resulterend in een presentatie van zichzelf.
LEERUITKOMST 2
De professional werkt in een klein team projectmatig samen aan het in kaart
brengen van bedrijfskundige en ethische aspecten van een gekozen
arbeidsorganisatie, resulterend in een projectverslag en presentatie waarin zowel
aandacht is voor de inhoud (bedrijfskundige en ethische aspecten van de
gekozen arbeidsorganisatie) als het proces (samenwerken, projectmatig werken
en het eigen aandeel daarbij).
BEDRIJFKUNDIGE ASPECTEN
In dit verslag ga ik dieper in de bestaansgrond, missie, visie en inrichting van
1
ORGANISATIE. Aan de hand van gesprekken met het bestuur en collega’s
1
Voor de lezer: Gebaseerd op de visie van ORGANISATIE noemen wij onze inwonende
cliënten; huisgenoten.
1
,beschrijf ik een ethisch dilemma/ vraagstuk welke leeft binnen ORGANISATIE en
ik formuleer en beschrijf mijn eigen morele oordeel.
PROJECT
Ik ben werkzaam bij ORGANISATIE en wij willen als organisatie dit jaar gaan
werken met een ECD. De huidige systemen voldoen niet meer helemaal aan de
eisen die er nu gesteld worden. Er moet een keuze gemaakt worden met welk
systeem er gewerkt gaat worden. In dit project gaan wij in een projectteam
onderzoeken aan welke voorwaarden een ECD moet voldoen voor de
medewerkers van ORGANISATIE. Naast een keuze maken voor een ECD wordt in
het project ook onderzocht welke methodiek passend is voor ORGANISATIE en de
huisgenoten. Belangrijk is dat de visie van ORGANISATIE terug is te voeren naar
de uitgangspunten van de methodiek. ORGANISATIE werkt niet met een
methodiek. Er is behoefte aan een methodiek, zodat medewerkers vanuit
dezelfde uitgangspunten werken en communiceren.
Ik (Aline Bredewold) heb mogen meedraaien in dit project. Samen met een
andere collega uit mijn team, 2 collega’s uit een ander team en de projectleider
A. hebben we samen vormgegeven aan dit project. We hebben een advies
uitgebracht aan ons bestuur, hiermee hebben we dit project voor nu afgerond.
PERSOONLIJKE ONTWIKKELING
Het is een leerzaam project geweest voor mijn persoonlijke ontwikkeling in mijn
werkomgeving. Doormiddel van reflectie en analyses zal ik in dit verslag dieper
ingaan op mijn eigen ontwikkeling, wensen en baanperspectief in het hbo en
daarmee kan ik leeruitkomst 1 valideren.
1. BEDRIJFSKUNDIGE ASPECTEN
1.1. BESCHRIJVING ORGANISATIE
ORGANISATIE biedt 12 huisgenoten een veilige woonplek en begeleidt hen
naar/bij werk in het regulier bedrijfsleven of naar dagbesteding. Het doel is de
jongeren te trainen en te ondersteunen in hun ontwikkeling en te stimuleren om
eigen keuzes te maken en hun plek in de maatschappij zo zelfstandig mogelijk in
te nemen, met het uiteindelijke doel het vergroten van het welzijn van onze
jongeren: Wonen, werken en welzijn.
1.1.1 Doelgroep:
ORGANISATIE is een ORGANISATIE voor mensen met een verstandelijke
beperking (zzp 3/ zzp 4, e.v.) De leeftijd ligt bij de start van ORGANISATIE tussen
de 18 en 30 jaar oud De doelgroepen die momenteel intern wonen en werken
zijn: Syndroom van Down, autisme en een (licht) verstandelijke beperking.
1.1.2 Visie en Missie
De te beleven visie van ORGANISATIE is:
Een kwalitatief goed bestaan betreft voor mensen met een beperking dezelfde
soort zaken als voor elke burger, zoals gewaardeerd worden om wie je bent,
zeggenschap hebben over je leven, verbonden zijn met andere mensen, vrienden
2
, hebben, deelhebben aan wat er in je omgeving gebeurt, van betekenis zijn voor
anderen, bijdragen aan de samenleving. Deel uitmaken van de samenleving
moet vanzelfsprekend zijn in het denken en handelen.
De te beleven missie van ORGANISATIE is:
Ook mensen met een beperking willen een leven leiden dat past bij hun
mogelijkheden, wensen en ambities (gewoon wat kan). Daarbij hebben zij veelal
in mindere of meerdere mate zorg en ondersteuning nodig (speciaal waar nodig).
Mensen moeten een beroep kunnen doen op verschillende
ondersteuningsbronnen. Veelal vormt de directe sociale omgeving de
belangrijkste bron van zorg en ondersteuning. Daar waar de zorg- en
ondersteunings- behoeften de mogelijkheden van het individu en van zijn of haar
directe sociale omgeving te boven gaan, komt professionele zorg en
ondersteuning in beeld. De aard en inhoud van die professionele zorg en
ondersteuning wordt op maat vormgegeven en hangt af van de individuele
ondersteuningsbehoefte van de persoon met een beperking. Deze individuele
ondersteuningsbehoefte bepaalt de intensiteit van de zorg en ondersteuning en
de aspecten van het leven waarop deze zich richt.
Wonen
De essentie is: ‘Cliënten hebben regie over wonen en zorg. Het zelf uitzetten van
de reis’. Alle bewoners hebben een eigen ruime eigen kamer, daarnaast maken
alle cliënten gebruik van algemene ruimten voor de maaltijden, ontspanning en
verzorging.
Belangrijke kernwaarden die voor ORGANISATIE een uitgangspunt is:
Warmte om te koesteren.
Liefde om te geven en te krijgen.
Licht om van te kunnen genieten en om uit te delen.
Betrokkenheid van alle mensen om je heen.
Veiligheid in je eigen vertrouwde omgeving, waar je geen gevaar loopt.
Ruimte voor optimale ontwikkeling en om in te wonen en te leven.
Privacy om je te kunnen terugtrekken als je daar behoefte aan hebt.
Werken
Afhankelijk van de mogelijkheden van de cliënten zal in dagbesteding dan wel
werk in de vorm van dagbesteding of werk in de arbeidsmarkt worden voorzien.
Eventueel zal daarbij gebruik worden gemaakt van de deskundigheid en het
netwerk van een jobcoach-organisatie. Gemiddeld werken de cliënten drie dagen,
daarnaast wordt een dag besteed aan nieuwe (leer-) ervaringen. Te denken valt
daarbij aan lessen, trainingen, excursies, stages e.d. Voor de huisgenoten van
deze ORGANISATIE is het net als bij ieder ander van belang om continue te leren
en nieuwe ervaringen op te doen.
Belangrijke kernwaarden bij het werken zijn:
Intrinsieke motivatie om te werken, soms gestimuleerd.
Een omgeving die prettig voelt, midden in de samenleving.
Eigen keuzes maken.
Eigen leermethodiek kunnen volgen.
Deels individueel, deels in de groep.
Resultaat gericht werken.
Nuttig zijn.
Permanent blijven leren; vanuit succes steeds een stapje verder.
3