2016
Ondergang van de
schijn-zzp’er?
14-11-2016
ROEL VREUGDENHIL
, Inleiding
Nederland is Europees gezien een voorloper op het gebied van ondernemers. In 2013 telde
ons land maar liefst 800 duizend zelfstandigen. Jaarlijks starten er zo’n 120 duizend tot 140
duizend Nederlanders een onderneming (Meussen, 2016). De laatste jaren wordt er echter
op maatschappelijk en politiek niveau steeds meer gediscussieerd over zo zogenoemde
schijn-zzp’er. De belastingdienst maakt jacht op deze schijn-zzp’ers om de onrechtmatig
verkregen fiscale voordelen terug te dringen en zo potentiele inkomsten definitief veilig te
stellen. Schijnzelfstandigheid is namelijk simpelweg een vorm van fiscale fraude. 1 Op de 13
zelfstandigen blijkt zichzelf zelfs schijnzelfstandige te noemen (zzp servicedesk, 2013). Maar
wat houdt dit dan precies in en waarom bestaat er zoiets als een schijnconstructie? Deze
vragen zullen later in dit essay aan bod komen.
In dit essay zullen verder de fiscale voordelen van deze schijnzelfstandigheid centraal staan
en zal verder de vraag beantwoord worden in hoeverre het ondernemerschap in Nederland
overmatig fiscaal ondersteund wordt, waardoor er nu uitwassen op de Nederlandse
arbeidsmarkt zijn ontstaan. Bovendien zal de vraag gesteld worden hoe het fenomeen zich
zal ontwikkelen in de toekomst, waarop een hypothese gevormd wordt met betrekking tot
de desbetreffende vraag.
Wat is een schijnconstructie?
Allereerst, een schijn-zzp’er is een zelfstandige die eigenlijk verkapt in dienst is bij een
opdrachtgever (zzp servicedesk, 2013). Deze schijnconstructie houdt in dat de zelfstandige
door de belastingdienst aangemerkt wordt als zijnde zzp’er, maar in de praktijk dus eigenlijk
een dienstverband heeft bij een opdrachtgever. De exacte regelgeving zal in een later
stadium nog uitvoerig besproken worden.
Een simpel voorbeeld van een dergelijke schijnconstructie is een externe en zelfstandige
bijlesdocent die door een school vast wordt aangesteld om leerlingen te ondersteunen voor
een X aantal uren per week. Een ander voorbeeld is een verpleegkundige die AWBZ-zorg
verleent, gebruik makend van verschillende bemiddelingsbureaus en zorginstellingen, die
2
Ondergang van de
schijn-zzp’er?
14-11-2016
ROEL VREUGDENHIL
, Inleiding
Nederland is Europees gezien een voorloper op het gebied van ondernemers. In 2013 telde
ons land maar liefst 800 duizend zelfstandigen. Jaarlijks starten er zo’n 120 duizend tot 140
duizend Nederlanders een onderneming (Meussen, 2016). De laatste jaren wordt er echter
op maatschappelijk en politiek niveau steeds meer gediscussieerd over zo zogenoemde
schijn-zzp’er. De belastingdienst maakt jacht op deze schijn-zzp’ers om de onrechtmatig
verkregen fiscale voordelen terug te dringen en zo potentiele inkomsten definitief veilig te
stellen. Schijnzelfstandigheid is namelijk simpelweg een vorm van fiscale fraude. 1 Op de 13
zelfstandigen blijkt zichzelf zelfs schijnzelfstandige te noemen (zzp servicedesk, 2013). Maar
wat houdt dit dan precies in en waarom bestaat er zoiets als een schijnconstructie? Deze
vragen zullen later in dit essay aan bod komen.
In dit essay zullen verder de fiscale voordelen van deze schijnzelfstandigheid centraal staan
en zal verder de vraag beantwoord worden in hoeverre het ondernemerschap in Nederland
overmatig fiscaal ondersteund wordt, waardoor er nu uitwassen op de Nederlandse
arbeidsmarkt zijn ontstaan. Bovendien zal de vraag gesteld worden hoe het fenomeen zich
zal ontwikkelen in de toekomst, waarop een hypothese gevormd wordt met betrekking tot
de desbetreffende vraag.
Wat is een schijnconstructie?
Allereerst, een schijn-zzp’er is een zelfstandige die eigenlijk verkapt in dienst is bij een
opdrachtgever (zzp servicedesk, 2013). Deze schijnconstructie houdt in dat de zelfstandige
door de belastingdienst aangemerkt wordt als zijnde zzp’er, maar in de praktijk dus eigenlijk
een dienstverband heeft bij een opdrachtgever. De exacte regelgeving zal in een later
stadium nog uitvoerig besproken worden.
Een simpel voorbeeld van een dergelijke schijnconstructie is een externe en zelfstandige
bijlesdocent die door een school vast wordt aangesteld om leerlingen te ondersteunen voor
een X aantal uren per week. Een ander voorbeeld is een verpleegkundige die AWBZ-zorg
verleent, gebruik makend van verschillende bemiddelingsbureaus en zorginstellingen, die
2