Aantekeningen Practicum Verklarende
Criminologie
Week 1
Hoorcollege
Practicum verklarende criminologie (PVC) is een eerste practicumvak met als doel:
- Observeren en toepassen van ‘theorie’ in het ‘dagelijks leven’
- Dus stimuleren wisselwerking geschreven tekst van theorie en haar concrete
toepassing
- Actief onderwijs d.m.v. veldwerk
- Toetsen van theoretische verklaringen voor verschillen in veiligheid in uiteenlopende
situaties
- Opzetten en verrichten onderzoek/veldwerk ondersteund door visuele methoden
Er zal deels individueel en deels als groep de empirische cyclus doorgelopen worden. De
eerste werkgroep gaan we aan de slag met een conceptueel model en de onderzoeksvraag.
Het thema is de stedelijke woonomgeving en angst voor criminaliteit. Doormiddel van
systematische observaties zal dit onderbouwd worden.
Oppelaar en Wittebrood gaan in op de verschillende
niveau’s van angst voor criminaliteit. In dit vak ligt de focus
vooral op verklaringen vanuit de situationele context, dat is de
middelste schil. Maar waarom focussen we ons op deze
situationele context? Dit is omdat dit een grote invloed heeft op
het beleid dat gemaakt moet worden. Zo werd in Rotterdam
een groot verschil in veiligheidsbeleving tussen verschillende
wijken gevonden zoals hiernaast valt te zien.
- Doel eerste werkgroep: In dit vak is het zaak om deze
veiligheidsbelevingsscores tussen een goede en
slechte wijk te vergelijken. Vanuit de theoretische
benadering zullen de wijken tegen elkaar afgezet moeten worden. Er moet dan
gekeken worden of de theoretische benadering overeenkomt met de score.
De kennisclips staan dan ook in het teken van theorieën die
in de ban zijn van angst voor criminaliteit. Newman vind dat
hoe een omgeving wordt ontworpen een invloed heeft op hoe
men de criminaliteit ervaart in een omgeving. Zie ook
aantekeningen omgevingscriminologie.
, Tweede Kennisclip
We gaan kijken naar:
1. De actualiteit
2. Wat is veiligheid (objectief en subjectief)
3. Verklaringen voor veiligheidsbeleving
Het is lastig om het veiligheidsgevoel te meten in Nederland. Over het algemeen vinden we
echter dat het veiligheidsgevoel in Nederland stijgt. Er is echter al een langere tijd een
dalende trend aan onveiligheidsgevoelens. Dit daalt over de afgelopen tien jaar langzaam
vanaf 40%. Op vrijwel alle plekken zijn de onveiligheidsgevoelens gedaald. Het meest
onveilig voelen mensen zich op plekken waar groepen jongeren rondhangen. Mensen voelen
zich thuis het veiligst. Over het algemeen voelen vooral jongeren zich onveilig met een
dalende trend hoe ouder zij worden. Niet alleen de onveiligheidsgevoelens zijn gedaald, maar
ook de objectieve criminaliteit. We zien dus een daling van zowel gevoel als van
geregistreerde criminaliteit. Maar, een ervaring is niet hetzelfde als een daadwerkelijke
gebeurtenis.
Laten we eens kijken naar wat veiligheid eigenlijk is. Het wordt gedefinieerd als:
- Iets in veiligheid brengen of;
- Vrij van gevaar/beschermd tegen gevaar
Hiermee kunnen we veiligheid uitsplitsen in objectieve
veiligheid (=ben je vrij van gevaar) en subjectieve veiligheid
(=ervaar je vrij van gevaar te zijn). Een onveiligheidsgevoel
hoeft niet altijd iets te maken te hebben met het
daadwerkelijke gevaar.
Het is van belang om hier een onderscheid te maken tussen twee onderdelen van de
subjectieve veiligheid:
- Fear of crime (FOC): angst voor (bepaalde vormen van) criminaliteit
- Onveiligheidsbeleving: breder begrip. Vormen van onbehagen en onzekerheden in de
maatschappij
Dat begrip FOC werd geïntroduceerd in de jaren ’60 van de vorige eeuw in Amerika.
Toenmalig president Johnson gaf opdracht tot een grootschalige survey over ‘crime and
victim survey’. Uit de survey bleek dat mensen zich onveilig voelden (‘anxiety about
crime’). Dit was een prangend probleem. Dit heeft aangezet tot meer onderzoek naar FOC.
Maar wat is FOC nou precies?
- “Defining fear of crime is no simple task. In fact, this seemingly basic precursory step
in performing fear of crime research has become one the key topics of debate within
the field. A litany of definitions have been proffered by researchers over the years.
(…) While some definitions are cited more frequently in the literature (…) no
, universally accepted definition of fear of crime has emerged” (Henson & Reyns,
2015).”
Toch geven Henson en Reyns (2015) enkele aspecten van FOC, dit komt vooral neer op:
1. FOC betreft een emotionele reactie, angst, die een persoon ervaart;
2. … Op het moment van daadwerkelijk gevaar of bij de dreiging van;
3. … een ‘criminele’ gebeurtenis
Dit is nogsteeds een hele brede definitie maar er zijn een aantal andere artikelen die wat
verder gaan op de conceptualisatie, zie bijvoorbeeld:
- Gray, Jackson & Farral (2011)
- Over conceptualisatie: Rader, May & Goodrum (2007)
- Farral, Gray & Jackson (2007) voor een review over FOC
Wat voor ons echter van belang is, is het onderscheidt tussen veiligheidsveleving (wat een
hele dikke kabel is aan verschillende soorten angst) en FOC (wat angst is om slachtoffer te
worden van criminaliteit).
Maar waarom is het nou belangrijk om (on)veiligheidsbelevingen te onderzoeken? We
kunnen denken aan de gevolgen van jezelf onveilig voelen zoals:
- Vermijdingsgedrag: mensen durven niet meer de straat op, veroorzaakt stress
- Pijn in de portemonnee: ongewenste beveiligheidsuitgaven
- Meer algemeen: negatieve invloed op de kwaliteit van leven (Doran & Burgess,
2012)
Het belang zit hem niet alleen in de gevolgen, we moeten ook inzetten op de verklaringen,
zodat we de onveiligheidsgevoelens kunnen voorkomen. We willen in de practicum gaan
proberen te verklaren waarom de veiligheidsgevoelens verschillen. Er zijn een aantal
verklaringen die hiervoor van belang zijn. Eerst een par klassiekers (wel een beetje outdated):
- Goffman: ‘aftasten’ omgeving op gevaren (o.b.v. evolutietheorie). Dit aftasten van de
omgeving beïnvloedt hoe men kijkt naar de omgeving en signalen
- Elias: zet in op het verschil in percepties en definities verschillen per groep, hij zet
hierbij in op de sociale betekenis van begrippen (zoals bepaalde aspecten van
criminaliteit: immigranten/bevolkingsgroepen) de civilisatie.
- Beck: we wonen volgens Beck in een risicosamenleving die zich snel ontwikkeld en
ons confronteerd met nieuwe dingen. Dit kan de onveiligheidsgevoelens beïnvloeden.
Het is in ieder geval belangrijk om een onderscheidt te maken tussen:
- Individuele verklaringen (microniveau): waarom voelen sommige mensen zich wel
onveilig en sommige niet?
o Hierbij houden we rekening met de demografische kenmerken
o Maar, dat is niet genoeg, er moet ook worden gekeken naar de sociale en
fysieke kwetsbaarheden/voorgaande ervaringen. Maar ook op de sociale
netwerken en sociale constructies.
Hoe men is opgevoed, bepaalde dingen percipieert maakt dat men
meer of minder onveiligheidsgevoelens heeft
- Contextuele verklaringen (macroniveau)
Criminologie
Week 1
Hoorcollege
Practicum verklarende criminologie (PVC) is een eerste practicumvak met als doel:
- Observeren en toepassen van ‘theorie’ in het ‘dagelijks leven’
- Dus stimuleren wisselwerking geschreven tekst van theorie en haar concrete
toepassing
- Actief onderwijs d.m.v. veldwerk
- Toetsen van theoretische verklaringen voor verschillen in veiligheid in uiteenlopende
situaties
- Opzetten en verrichten onderzoek/veldwerk ondersteund door visuele methoden
Er zal deels individueel en deels als groep de empirische cyclus doorgelopen worden. De
eerste werkgroep gaan we aan de slag met een conceptueel model en de onderzoeksvraag.
Het thema is de stedelijke woonomgeving en angst voor criminaliteit. Doormiddel van
systematische observaties zal dit onderbouwd worden.
Oppelaar en Wittebrood gaan in op de verschillende
niveau’s van angst voor criminaliteit. In dit vak ligt de focus
vooral op verklaringen vanuit de situationele context, dat is de
middelste schil. Maar waarom focussen we ons op deze
situationele context? Dit is omdat dit een grote invloed heeft op
het beleid dat gemaakt moet worden. Zo werd in Rotterdam
een groot verschil in veiligheidsbeleving tussen verschillende
wijken gevonden zoals hiernaast valt te zien.
- Doel eerste werkgroep: In dit vak is het zaak om deze
veiligheidsbelevingsscores tussen een goede en
slechte wijk te vergelijken. Vanuit de theoretische
benadering zullen de wijken tegen elkaar afgezet moeten worden. Er moet dan
gekeken worden of de theoretische benadering overeenkomt met de score.
De kennisclips staan dan ook in het teken van theorieën die
in de ban zijn van angst voor criminaliteit. Newman vind dat
hoe een omgeving wordt ontworpen een invloed heeft op hoe
men de criminaliteit ervaart in een omgeving. Zie ook
aantekeningen omgevingscriminologie.
, Tweede Kennisclip
We gaan kijken naar:
1. De actualiteit
2. Wat is veiligheid (objectief en subjectief)
3. Verklaringen voor veiligheidsbeleving
Het is lastig om het veiligheidsgevoel te meten in Nederland. Over het algemeen vinden we
echter dat het veiligheidsgevoel in Nederland stijgt. Er is echter al een langere tijd een
dalende trend aan onveiligheidsgevoelens. Dit daalt over de afgelopen tien jaar langzaam
vanaf 40%. Op vrijwel alle plekken zijn de onveiligheidsgevoelens gedaald. Het meest
onveilig voelen mensen zich op plekken waar groepen jongeren rondhangen. Mensen voelen
zich thuis het veiligst. Over het algemeen voelen vooral jongeren zich onveilig met een
dalende trend hoe ouder zij worden. Niet alleen de onveiligheidsgevoelens zijn gedaald, maar
ook de objectieve criminaliteit. We zien dus een daling van zowel gevoel als van
geregistreerde criminaliteit. Maar, een ervaring is niet hetzelfde als een daadwerkelijke
gebeurtenis.
Laten we eens kijken naar wat veiligheid eigenlijk is. Het wordt gedefinieerd als:
- Iets in veiligheid brengen of;
- Vrij van gevaar/beschermd tegen gevaar
Hiermee kunnen we veiligheid uitsplitsen in objectieve
veiligheid (=ben je vrij van gevaar) en subjectieve veiligheid
(=ervaar je vrij van gevaar te zijn). Een onveiligheidsgevoel
hoeft niet altijd iets te maken te hebben met het
daadwerkelijke gevaar.
Het is van belang om hier een onderscheid te maken tussen twee onderdelen van de
subjectieve veiligheid:
- Fear of crime (FOC): angst voor (bepaalde vormen van) criminaliteit
- Onveiligheidsbeleving: breder begrip. Vormen van onbehagen en onzekerheden in de
maatschappij
Dat begrip FOC werd geïntroduceerd in de jaren ’60 van de vorige eeuw in Amerika.
Toenmalig president Johnson gaf opdracht tot een grootschalige survey over ‘crime and
victim survey’. Uit de survey bleek dat mensen zich onveilig voelden (‘anxiety about
crime’). Dit was een prangend probleem. Dit heeft aangezet tot meer onderzoek naar FOC.
Maar wat is FOC nou precies?
- “Defining fear of crime is no simple task. In fact, this seemingly basic precursory step
in performing fear of crime research has become one the key topics of debate within
the field. A litany of definitions have been proffered by researchers over the years.
(…) While some definitions are cited more frequently in the literature (…) no
, universally accepted definition of fear of crime has emerged” (Henson & Reyns,
2015).”
Toch geven Henson en Reyns (2015) enkele aspecten van FOC, dit komt vooral neer op:
1. FOC betreft een emotionele reactie, angst, die een persoon ervaart;
2. … Op het moment van daadwerkelijk gevaar of bij de dreiging van;
3. … een ‘criminele’ gebeurtenis
Dit is nogsteeds een hele brede definitie maar er zijn een aantal andere artikelen die wat
verder gaan op de conceptualisatie, zie bijvoorbeeld:
- Gray, Jackson & Farral (2011)
- Over conceptualisatie: Rader, May & Goodrum (2007)
- Farral, Gray & Jackson (2007) voor een review over FOC
Wat voor ons echter van belang is, is het onderscheidt tussen veiligheidsveleving (wat een
hele dikke kabel is aan verschillende soorten angst) en FOC (wat angst is om slachtoffer te
worden van criminaliteit).
Maar waarom is het nou belangrijk om (on)veiligheidsbelevingen te onderzoeken? We
kunnen denken aan de gevolgen van jezelf onveilig voelen zoals:
- Vermijdingsgedrag: mensen durven niet meer de straat op, veroorzaakt stress
- Pijn in de portemonnee: ongewenste beveiligheidsuitgaven
- Meer algemeen: negatieve invloed op de kwaliteit van leven (Doran & Burgess,
2012)
Het belang zit hem niet alleen in de gevolgen, we moeten ook inzetten op de verklaringen,
zodat we de onveiligheidsgevoelens kunnen voorkomen. We willen in de practicum gaan
proberen te verklaren waarom de veiligheidsgevoelens verschillen. Er zijn een aantal
verklaringen die hiervoor van belang zijn. Eerst een par klassiekers (wel een beetje outdated):
- Goffman: ‘aftasten’ omgeving op gevaren (o.b.v. evolutietheorie). Dit aftasten van de
omgeving beïnvloedt hoe men kijkt naar de omgeving en signalen
- Elias: zet in op het verschil in percepties en definities verschillen per groep, hij zet
hierbij in op de sociale betekenis van begrippen (zoals bepaalde aspecten van
criminaliteit: immigranten/bevolkingsgroepen) de civilisatie.
- Beck: we wonen volgens Beck in een risicosamenleving die zich snel ontwikkeld en
ons confronteerd met nieuwe dingen. Dit kan de onveiligheidsgevoelens beïnvloeden.
Het is in ieder geval belangrijk om een onderscheidt te maken tussen:
- Individuele verklaringen (microniveau): waarom voelen sommige mensen zich wel
onveilig en sommige niet?
o Hierbij houden we rekening met de demografische kenmerken
o Maar, dat is niet genoeg, er moet ook worden gekeken naar de sociale en
fysieke kwetsbaarheden/voorgaande ervaringen. Maar ook op de sociale
netwerken en sociale constructies.
Hoe men is opgevoed, bepaalde dingen percipieert maakt dat men
meer of minder onveiligheidsgevoelens heeft
- Contextuele verklaringen (macroniveau)
