Management Accounting 2 samenvatting

Management Accounting 2
Leerdoel: de student is in staat om relevante stuurinformatie aan te leveren ten aanzien van
analyse van bedrijfsresultaten en investeringsbeslissingen.

Management accounting gaat over het verzamelen, ordenen en rapporteren van (financiële)
informatie voor planning en control.

Management Accounting I (P4): focus op stuurinformatie ten aanzien van de
kostenstructuur van een bedrijf. Kijkend naar:
- kostensoorten (variabel en constant)
- kostprijsberekeningen
- kostenverschillenanalyse (prijs, hoeveelheid en bezetting)

Management Accounting II: focus op stuurinformatie ten aanzien van het bedrijfsresultaat
en (toekomstige) investeringen. Kijkend naar:
- Variabele kostprijsberekening en break-evenanalyse
- Analyse van verkopen
- Toepassen van investeringsselectiemethoden


Inhoudsopgave
Week 1.......................................................................................................................................................... 2

Week 2.......................................................................................................................................................... 7

Week 3........................................................................................................................................................ 13

Week 4........................................................................................................................................................ 20

,Week 1
Integrale kostprijscalculatie (AC)

Integrale kostprijsberekening: alle relevante kosten voor het bepalen van de kostprijs
(zowel variabel als constant).

(Totale Variabele Kosten / Verwachte Productie) + (Constante Kosten / Normale Productie)

Oftewel: (V/W) + (C/N).

 Deze methode wordt ook wel Absorption Costing (AC) genoemd.
 Een vrij nauwkeurige methode om een goede verkoopprijs vast te stellen.

Voorbeeld integrale kostprijs methode:
Een fabriek produceert geneesmiddelen met bijbehorende kosten:
Afschrijvingskosten van machines €10.000 per jaar
Huur van de fabriek €5.000 per jaar.
Verzekeringen en elektriciteit €1.000 per jaar
Loonkosten €1,- per stuk
Grondstoffen €2,- per stuk

De gemiddelde productie en afzet voor de komende 5 jaar bedraagt
16.000 stuks per jaar  NORMALE PRODUCTIE (Np)
Dit jaar verwachten ze een productie en afzet van 15.000 stuks
VERWACHTE PRODUCTIE (Wp)
Bereken de kostprijs.

(3x15.000 = 45.000/15.000 = 3) + (16.000/16.000 = 1) = 4,-

, Voorbeeld Absorption Costing (AC)
Verkoopprijs € 60,-

Variabele kosten: Productie € 135.000,-
Verkoop € 110.000,-

Constante kosten: Productie € 100.000,-
Verkoop € 50.000,-

Normale productie/afzet = 10.000 stuks per jaar
- Begrote productie = 9.000 stuks
- Begrote afzet = 11.000 stuks


 Bereken de integrale Fabricage kostprijs =
(135.000/9000) + (100.000/10.000) = 25,-

 Bereken de integrale Commerciële kostprijs =
25 + (110.000/11.000) + (50.000/10.000) = 40,-


Opbrengst: afzet x verkoopprijs (11.000 x 60) = 660.000,-
Kostprijs verkopen: afzet x Comm.kp (11.000 x 40) = 440.000,-
Transactieresultaat = 220.000,-


+ Bezettingsresultaten:
- Productie: (W-N) x Cp/N (w=verwachte productie)
(9.000 – 10.000) x (100.000/10.000) -/- 10.000,-

- Afzet: (W-N) x Ca/N (w=verwachte afzet)
(11.000 – 10.000) x (50.000/10.000) + 5.000,-


Perioderesultaat = bedrijfsresultaat= winst/verlies 215.000,-

Cp* = Constante kosten productie
Ca** = Constante kosten afzet