Werkplanning Beroepsgerichte examens Consortium:
A. Maak afspraken met de BPV-instelling en school voor de uitvoering van het
examen:
Naam student Milena van der Es
Opleiding Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg
Examennummer 01
Code en titel examen B1-K1-W1 Inventariseert ondersteuningsvraag van de cliënt
Datum/data uitvoering examen 5-6-2021
Instelling Confiance 2, Cosis
Locatie uitvoering Kochstraat 1-3, 9728 KA Groningen
Naam examinator BPV Nieck Lamein
Naam examinator school Elise Arkema
Bewijsstukken Het examen beoordeelformulier + observatieplan
Eventuele afspraken
, B. Beschrijf je werkzaamheden voor het examen
1.Geef algemene informatie over je BPV-instelling (soort instelling, missie, visie, etc.):
De locatie Confiance is een woonlocatie voor mensen met een verstandelijke beperking (VB) van Cosis in de wijk Corpus den Hoorn te Groningen. De woonlocatie
Confiance bestaat uit drie groepen, Confiance I, Confiance II en Confiance DC. Confiance 1 bevindt zich op de 1e etage van de Confiance. Hier wonen cliënten met een
intensieve zorgvraag en bestaat over het algemeen uit oudere cliënten. Confiance 2 bevindt zich op de 2e etage. In deze groep wonen 16 cliënten. De leeftijd op deze
groep loopt ver uiteen, de diversiteit in de groep is groot. Cliënten kunnen hier 24 uur per dag 7 dagen per week beroep doen op zorg. De Confiance DC is een groep die
gebruikt maakt van het dienstencentrum. De cliënten wonen in en rondom de locatie. Alle drie de locaties gaan om cliënten met een WLZ-indicatie. In het
dienstencentrum vindt de intern dagbesteding plaats genaamd DIVI (dag invulling voor iedereen), gericht op een passende dag invulling/dag ritme.
De visie van Cosis is om mensen met een verstandelijke en/of psychische beperking met kleine stappen grip te laten krijgen op het leven. De visie visualiseert de
(samen)werking tussen een cliënt, de professionals en de ouders, verwanten of andere betrokkenen. De cliënt staat bovenaan de driehoek, rechtsonder de professional en
linksonder de ouders, verwanten of andere betrokkenen. De bovenkant van de driehoek, oftewel de cliënt, kan alleen blijven staan met een stevige basis en balans aan
beide zijkanten.
2. Geef (achtergrond)informatie over de personen die betrokken zijn bij dit examen:
In overleg met mijn collega’s heb ik ervoor gekozen om cliënt W zijn ondersteuningsvragen te inventariseren. Cliënt W is 61 jaar en heeft een eigen woning in het gebouw
waar 24 uur per dag begeleiders aanwezig zijn. Het algemeen intelligentieniveau van cliënt W wordt gekenmerkt als laag tot zeer laag en geeft aanwijzingen voor
een licht verstandelijke beperking door niet aangeboren hersenletsel. Cliënt W is bekend met overmatig alcoholgebruik en verwaarlozing, het hierboven geschetste profiel
past binnen een Syndroom van Korsakov. Het verstandelijke vermogen van Willem is hierdoor aangetast. Het geheugen is zwak, het ophalen van informatie uit het
geheugen is slecht. Het plannen en organiseren is verstoord bij cliënt W. W heeft een correcte waarde inschatting met betrekking tot geld, ook kan hij zich redden met zijn
leefgeld. W kan lezen en schrijven. W werkt 3 dagdelen bij Goudgoed kringloop van Werkpro. Lichamelijk is cliënt W een gezonde man van middelbare leeftijd. Hij is een
positieve en vaak goed gehumeurde man. Hij maakt makkelijk contact met anderen, is sociaalvaardig en houdt van humor. W is gebaat bij structuur. Het is belangrijk dat
W weet wat hij op welke dag kan verwachten. Structuur, duidelijkheid en overzicht geven hem houvast. Zo brengt W elke donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag de
vuilnis van c1 en c2 weg. W kan zichzelf goed vermaken. Hij mag graag wandelen en de eendjes voeren, zich terugtrekken in zijn eigen appartement, puzzelen, tuinieren,
muziek luisteren en tv-kijken.
3. Geef in eigen woorden een korte samenvatting van de examenopdracht, resultaat en de duur:
Ik ga de ondersteuningsvragen van cliënt W inventariseren. Ik ga dit doen door eerst in het ECD te kijken van de cliënt. Vervolgens ga ik een observatieplan maken en hem
observeren. Ik bespreek wat ik geobserveerd heb en maak daar ondersteuningsvragen van. Vervolgens bespreek ik de ondersteuningsvragen met de pb’er van cliënt W en
mijn collega’s. Wanneer ik bijzonderheden opmerk zal ik dat gaan rapporteren. Het resultaat is dat de beroepskracht maatschappelijke zorg de ondersteuningsvraag
A. Maak afspraken met de BPV-instelling en school voor de uitvoering van het
examen:
Naam student Milena van der Es
Opleiding Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg
Examennummer 01
Code en titel examen B1-K1-W1 Inventariseert ondersteuningsvraag van de cliënt
Datum/data uitvoering examen 5-6-2021
Instelling Confiance 2, Cosis
Locatie uitvoering Kochstraat 1-3, 9728 KA Groningen
Naam examinator BPV Nieck Lamein
Naam examinator school Elise Arkema
Bewijsstukken Het examen beoordeelformulier + observatieplan
Eventuele afspraken
, B. Beschrijf je werkzaamheden voor het examen
1.Geef algemene informatie over je BPV-instelling (soort instelling, missie, visie, etc.):
De locatie Confiance is een woonlocatie voor mensen met een verstandelijke beperking (VB) van Cosis in de wijk Corpus den Hoorn te Groningen. De woonlocatie
Confiance bestaat uit drie groepen, Confiance I, Confiance II en Confiance DC. Confiance 1 bevindt zich op de 1e etage van de Confiance. Hier wonen cliënten met een
intensieve zorgvraag en bestaat over het algemeen uit oudere cliënten. Confiance 2 bevindt zich op de 2e etage. In deze groep wonen 16 cliënten. De leeftijd op deze
groep loopt ver uiteen, de diversiteit in de groep is groot. Cliënten kunnen hier 24 uur per dag 7 dagen per week beroep doen op zorg. De Confiance DC is een groep die
gebruikt maakt van het dienstencentrum. De cliënten wonen in en rondom de locatie. Alle drie de locaties gaan om cliënten met een WLZ-indicatie. In het
dienstencentrum vindt de intern dagbesteding plaats genaamd DIVI (dag invulling voor iedereen), gericht op een passende dag invulling/dag ritme.
De visie van Cosis is om mensen met een verstandelijke en/of psychische beperking met kleine stappen grip te laten krijgen op het leven. De visie visualiseert de
(samen)werking tussen een cliënt, de professionals en de ouders, verwanten of andere betrokkenen. De cliënt staat bovenaan de driehoek, rechtsonder de professional en
linksonder de ouders, verwanten of andere betrokkenen. De bovenkant van de driehoek, oftewel de cliënt, kan alleen blijven staan met een stevige basis en balans aan
beide zijkanten.
2. Geef (achtergrond)informatie over de personen die betrokken zijn bij dit examen:
In overleg met mijn collega’s heb ik ervoor gekozen om cliënt W zijn ondersteuningsvragen te inventariseren. Cliënt W is 61 jaar en heeft een eigen woning in het gebouw
waar 24 uur per dag begeleiders aanwezig zijn. Het algemeen intelligentieniveau van cliënt W wordt gekenmerkt als laag tot zeer laag en geeft aanwijzingen voor
een licht verstandelijke beperking door niet aangeboren hersenletsel. Cliënt W is bekend met overmatig alcoholgebruik en verwaarlozing, het hierboven geschetste profiel
past binnen een Syndroom van Korsakov. Het verstandelijke vermogen van Willem is hierdoor aangetast. Het geheugen is zwak, het ophalen van informatie uit het
geheugen is slecht. Het plannen en organiseren is verstoord bij cliënt W. W heeft een correcte waarde inschatting met betrekking tot geld, ook kan hij zich redden met zijn
leefgeld. W kan lezen en schrijven. W werkt 3 dagdelen bij Goudgoed kringloop van Werkpro. Lichamelijk is cliënt W een gezonde man van middelbare leeftijd. Hij is een
positieve en vaak goed gehumeurde man. Hij maakt makkelijk contact met anderen, is sociaalvaardig en houdt van humor. W is gebaat bij structuur. Het is belangrijk dat
W weet wat hij op welke dag kan verwachten. Structuur, duidelijkheid en overzicht geven hem houvast. Zo brengt W elke donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag de
vuilnis van c1 en c2 weg. W kan zichzelf goed vermaken. Hij mag graag wandelen en de eendjes voeren, zich terugtrekken in zijn eigen appartement, puzzelen, tuinieren,
muziek luisteren en tv-kijken.
3. Geef in eigen woorden een korte samenvatting van de examenopdracht, resultaat en de duur:
Ik ga de ondersteuningsvragen van cliënt W inventariseren. Ik ga dit doen door eerst in het ECD te kijken van de cliënt. Vervolgens ga ik een observatieplan maken en hem
observeren. Ik bespreek wat ik geobserveerd heb en maak daar ondersteuningsvragen van. Vervolgens bespreek ik de ondersteuningsvragen met de pb’er van cliënt W en
mijn collega’s. Wanneer ik bijzonderheden opmerk zal ik dat gaan rapporteren. Het resultaat is dat de beroepskracht maatschappelijke zorg de ondersteuningsvraag
