hoofdstuk 1
je hebt:
-normen (gedragsregels)
-waarde (uitgangspunten of principes)
normen kunnen geschreven of ongeschreven regels zijn.
geschreven regels: staan in wetten en reglementen(rechtsregels horen hierbij)
ongeschreven regels: staan niet in wetten en reglementen, zijn meer fatsoensnormen.
criminaliteit: alle gedragingen die in de wet strafbaar zijn gesteld.
als je een wet overtreed, pleeg je een strafbaar feit, ook wel delict.
meeste strafbare feiten staan in wetboek van strafrecht.
criminaliteit kan tijdsgebonden zijn en plaatsgebonden zijn.
je hebt:
-overtreding (lichte schending van wet)
-misdrijf (ernstig schending van wet)s
je hebt:
-zware criminaliteit (ernstige misdrijven zoals moord en inbraak)
-veelvoorkomende criminaliteit (komt veel voor in de samenleving, erg hinderlijk)
criminaliteit is een maatschappelijk probleem (ook wel vraagstuk genoemd):
-gaat om een situatie die veel mensen onmenselijk vinden
-bestaan verschillende meningen over
-krijgt veel aandacht van de media
als er wordt nagedacht in de politiek voor een oplossing voor het vraagstuk wordt het een
politiek probleem genoemd.
criminaliteit kan:
-materieel gevolgen hebben
-immaterieel gevolgen hebben
, hoofdstuk 2
criminaliteit is een maatschappelijk probleem:
-veel burgers hebben last van criminaliteit.
-er bestaan verschillende meningen over een oplossing.
-de media publiceren veel over criminaliteit en beïnvloeden daardoor de publieke opinie.
-de overheid bemoeit zich ermee.
-criminaliteit is een politiek probleem.
een normvervaging is verdwijning van het besef dat regels nageleefd moeten worden.
morele verontwaardiging is dat je rechtsgevoel veranderd.
eigen richting is dat mensen zelf rechter spelen.
CBS:
-verzamelt en publiceert alle misdaadcijfers.
-maakt gebruik van daderonderzoek, slachtofferonderzoek en veiligheidsmonitor.
informatie uit politiestatieken noemen we geregistreerde criminaliteit.