Arterie: slagader
Vene: ader
Capillair: een zeer dun bloedvat (haarvat)
Erythrocyt: rode bloedcel, deze zijn verantwoordelijk voor het zuurstoftransport naar de weefsels
Leukocyt: witte bloedcellen. Ze vormen een belangrijke rol in het afweersysteem van de mens. Ze
vernietigen ziekteverwekkers en dode lichaamscellen
Trachea: de luchtpijp, is de verbindingen tussen de stembanden en het strottenhoofd
Bronchiën: vertakkingen tussen de longen en luchtpijp
Bronchiolen: kleinste vertakking die naar de longblaasjes worden vervoerd
Bradycardie: hartritmestoornis waarbij je een trage hartslag hebt
Tachycardie: hartritmestoornis met een versnelde hartslag met meer dan 100 slagen per minuut
Subcutaan: onder de huid
Intramusculair: in de spier
Intraveneus: in de ader
Anemie: bloedarmoede
Auto-immuunziekte: ziekte die ontstaat doordat het immuunsysteem lichaamseigen cellen en stoffen
als lichaamsvreemd ziet. Het lichaam gaat antistoffen tegen de eigen weefsels vormen.
Hypertensie: hoge bloeddruk onderdruk is boven de 90
Hypotensie: lage bloeddruk onder de 60
Hyperglykemie: een te hoog bloedglucose gehalte in het bloed. Er is te weinig of geen insuline
toegediend en er zit te veel suiker in het bloed.
Hypoglykemie: een te laag bloedsuikergehalte er zit te weinig glucose in het bloed
Profylaxe: maatregelen en medicijnen die genomen worden ter preventie van een ziekte
Peroperatief: voor de operatie onderzoeken uitvoeren
Postoperatief: is een acute pijn die na een operatie wordt ervaren door de zorgvrager. Hoewel dit te
verwachten is na een operatie. Is het toch een ongewenst bijproduct van de operatie.
Neuropathie: aandoeningen aan de zenuwen. Is het niet goed functioneren van een of meerdere
zenuwen. Denk aan bijv. diabetes
Mono neuropathie: het niet goed functioneren van EEN zenuw
Retinopathie: is een aantasting van het netvlies (het lichtgevoelige vlies achter in het oog) Dit is vaak
een gevolg van schade aan kleine slagadertjes en haarvaten van het oog. Dit komt vaak voor bij slecht
gereguleerde diabetes mellitus