Hoorcollege 1: Terugblik op kwalitatieve data-analyse
Overzicht college:
1. Kwalispoor TAK doelstelling
2. Vooruitblik op komende weken
3. Terugblik op kwalitatieve methoden
Doelstellingen TAK
- Opfrissen van kennis over kwalitatieve methoden & Grounded Theory data analyse methode (M&S)
- Kennis laten maken met Deductieve Kwalitatieve Analyse (DKA)
- Toepassen van zowel inductieve & deductieve analyse methoden bij het analyseren van kwalitatieve data
in oefenproject
→ Beter voorbereid op dataverzameling en analyse van kwalitatief bachelor thesis
Werkvormen:
1. Hoorcolleges: verdieping kwalitatieve methoden en analyse
2. Werkgroepen: oefenproject met meer deductieve analyse & interview training / oefenen met inductieve
analyse van interviews data
Toetsing: rapportage over je oefenproject (werkgroep) + essaytentamen: HC + werkgroepstof & literatuur
Terugblik op kwalitatieve data analyse (M&S)
Waarom kwalitatief onderzoek?
- Analyseren van patronen in hoe mensen sociale fenomenen ervaren, interpreteren en hoe dit
hun handelen beïnvloedt
- Genereren van gedetailleerd beschrijvingen, inzichten, verklaringen en theoretische modellen
van sociale fenomenen
Kenmerken kwalitatief onderzoek:
1. Interpretatief: De betekenisgeving vanuit het perspectief van de respondenten staat centraal en
de onderzoeker interpreteert deze betekenissen
2. Naturalistisch: De onderzoeker is geïnteresseerd in de natuurlijke omgeving van de
respondent (niet bestuderen in laboratorium setting)
3. Reflexief: De onderzoeker reflecteert bewust op hoe bepaalde veronderstellingen, keuzes, en de
onderzoeker het onderzoek beïnvloedt
Vaak een iteratief proces bij kwalitatief onderzoek! (na
een paar interviews kan je al een idee hebben en
manier van vragen bijvoorbeeld veranderen)
,Grounded Theory: inductieve onderzoeksstrategie en analysemethode vanuit data → theorie
genereren (=ontwikkeld door Amerikaanse sociologen Glaser en Strauss 1967)
Op basis van gestructureerde data analyse komt de onderzoeker tot theorie: op deze wijze is theorie
verankerd in (grounded) in de data. Veronderstelt dat theorie geen uitgangspunt van onderzoek is maar
het resultaat ervan → niet houdbaar
Onderzoek dient theorie te genereren → wel houdbaar
Kenmerken Grounded Theory benadering:
● Een continu samenspel van dataverzameling, data-analyse en theorie
● Een inductieve methode
○ opbouwen van een theorie vanuit de data
○ de patronen en thema’s komen voort uit de data
○ vooraf geen vaste ideeën
● Bijzondere rol voor theorie:
Namelijk: theoretische sensitiviteit
Om de data te kunnen interpreteren, moet de onderzoeker theoretische sensitiviteit hebben:
● theorie als lens, vaak via sensitizing concepts
● theorie helpt je een stap verder te zetten in onderzoek
● theorie is een verklarende kracht
● theorie geeft creativiteit, is niet beperkend en dus geen tunnelvisie
Onderzoeksvraag:
Setting, Perspective, Interest, Comparison, Evaluation: SPI(C)E
- in welke setting
- Wat is het perspectief van participanten?
- wat is het onderwerp waarin we geïnteresseerd zijn
- welke groepen vergelijken we (compare)
- wat wordt er geëvalueerd
Dataverzameling:
● Interviews:
○ + ruimte voor diepgang
○ - geen natuurlijke setting/sociale setting
, ● Focusgroep:
○ + laat participanten kennis, ideeën, meningen, ervaringen met elkaar delen en erover
discussiëren
○ + stelt onderzoekers in staat om te leren over groepsnormen, communicatie en
groepsinteractie
○ - er is minder diepgang (dan 1 op 1 interview)
○ - een goede analyse uitvoeren is veel complexer dan bij een 1 op 1 interview
● (participerende) Observatie:
○ vragen die je jezelf moet stellen voorafgaand aan de keuze voor observaties
■ Is dit fenomeen nuttig/mogelijk om te observeren?
■ Heb ik de tijd/geld om dit te doen?
○ vragen die je jezelf moet stellen voorafgaand aan de keuze voor participerende observatie
■ Kan ik opgenomen worden/participeren in de gemeenschap (heeft te maken met
jou als onderzoeker)?
■ Heb ik de tijd/middelen om dit te doen?
○ + natuurlijke setting
○ - duurt lang
Kwaliteit kwantitatief onderzoek:
Betrouwbaarheid: stabiliteit van meting, zelfde resultaat bij herhaling, toevallige fouten
Validiteit:
● Interne validiteit
● Begripsvaliditeit
● Externe validiteit
● Statistische validiteit
●
(=Niet zo zeer van toepassing op kwalitatief onderzoek)
Kwaliteit kwalitatief onderzoek:
Credibility (interne validiteit): kloppen de resultaten bij de data, kloppen de data, kloppen de
interpretaties → member check, triangulatie (bijv. methoden, onderzoeker)
Transferability (externe/ecologische validiteit): zijn resultaten ook van toepassing in andere
setting/context?
Dependability (betrouwbaarheid): vinden we hetzelfde als we hetzelfde onderzoek in dezelfde context
en met dezelfde personen uitvoeren.
Confirmability (objectiviteit): in hoeverre zijn de resultaten afhankelijk van de onderzoeker en zijn eigen
verwachtingen?
Reflexivity: kritische reflectie op hoe de relatie tussen onderzoeker-participant data/onderzoek heeft
beïnvloed?
→ Openheid over memo’s en logs over beslissingen!
Methodologisch memo
- Vastleggen van leerproces/beslissingen van de onderzoeker over methodologische kwesties
- bijvoorbeeld, een bepaalde vraag werkt niet goed in interviews en kan beter aangepast /
niet gesteld worden
- voor eigen gebruik