D1: vraag en aanbod
Betalingsbereidheid: de maximale prijs die een vrager bereid is te betalen voor
één eenheid van een goed.
Individuele vraaglijn: geeft het verband aan tussen de prijs en de gevraagde
hoeveelheid van een product van de individuele koper.
-
- Oorzaak (veranderde prijs) op y-as en het gevolg (gevraagde
hoeveelheid) op de x-as.
Collectieve vraaglijn: geeft het verband tussen de prijs en de gevraagde
hoeveelheid (Qv) van een product van gezamenlijke kopers.
- Afhankelijk van inkomen, behoeften, prijzen van andere goederen en
aantal vragers.
Prijselasticiteit van de vraag = verandering van de gevraagde hoeveelheid % /
verandering van de prijs %
- kleiner dan 1: inelastische vraag, de procentuele verandering van de
vraag is kleiner dan de procentuele verandering van de prijs.
- groter dan 1: elastische vraag, de procentuele verandering van de vraag is
groter dan de procentuele verandering van de prijs.
Inkomenselasticiteit = % verandering gevraagde aantal producten / %
verandering inkomen
, - Inferieur goed: goed waarvan de consument minder gaat kopen als zijn
inkomen stijgt en meer gaat kopen als zijn inkomen daalt. E < 0
- Normale goederen/noodzakelijke goederen: goederen waarvan je wanneer
je inkomen stijgt maar een klein beetje extra gaat kopen. Bijvoorbeeld
brood en melk. 0 < E < 1
- Luxe goederen: behoren niet tot de eerste levensbehoefte van de
consument. E > 1
kruislingse prijselasticiteit van de vraag = % verandering van de gevraagde
hoeveelheid goed A / % verandering van de prijs van goed B
- Een goed heeft invloed op de vraag en de prijs van een ander goed.
- Substitueerbare goederen: producten die andere producten kunnen
vervangen.
- Complementaire goederen: producten die elkaar aanvullen,
bijvoorbeeld abonnement bij een smartphone.
Individuele aanbodlijn: geeft verband weer tussen de
prijs en de aangeboden hoeveelheid van een individuele
aanbieder.
- Afhankelijk van de verandering van prijzen van
productiefactoren, technische ontwikkelingen en
aantal aanbieders.
- Door de hierboven genoemde dingen kan de
aanbodlijn verschuiven maar ook door heffingen en
subsidies.
, Collectieve aanbodlijn: geeft het verband tussen de prijs en de aangeboden
hoeveelheid van een product van gezamenlijke aanbieders.
Formules
TK = TVK + TCK
GTK = TK / q
GVK = TVK / q
GCK = TCK / q
GTK = GVK + GCK
MK = ΔTK / Δq
MK = ΔTVK / Δq
MK = TK'
TO = p x q Break-even-punt: snijpunt van TO-lijn en TK-lijn.
Winst is dan 0.
GO = TO / q = p - TO = TK
- GO = GTK
MO = ΔTO / Δq
Maximale winst: snijpunt MO-lijn en MK-lijn.
TW = TO - TK
- GRAFIEK:
GW = GO - GTK - prijs bij snijpunt bepalen
GW = TW / q - GTK bij snijpunt bepalen
- Verschil tussen p en GTK bepalen
- Vermenigvuldigen verschil p en GTK met
hoeveelheid = maximale winst.
- (p - GTK) x q
- FORMULE:
- (prijs - kosten) x hoeveelheid
Prijselasticiteit van de omzet = % verandering van de omzet / % verandering
van de prijs
Prijselasticiteit van het aanbod = % verandering van de aangeboden hoeveelheid
/ % verandering van de prijs