100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Op niveau tweede fase 4/5 havo Leeropdrachtenboek, ISBN: 9789006627633 Nederlands

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
5
Geüpload op
07-04-2023
Geschreven in
2022/2023

samenvatting van de spelling, woordenschat en formuleren + extra samenvatting van een ander boek










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Middelbare school
Niveau
School jaar
4

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
Formuleren, spelling en woordenschat
Geüpload op
7 april 2023
Aantal pagina's
5
Geschreven in
2022/2023
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Toetsweek 1

Lezen
Oriënterend lezen Globaal lezen Intensief lezen Kritisch lezen

Doel - Eerste indruk krijgen van - Hoofdzaken uit - Een tekst helemaal - Een tekst beoordelen
de tekst. de tekst halen begrijpen
- Onderwerp en publiek
bepalen

Je let op (bij een artikel) - Kernzinnen - Betekenis van De info, is die:
- Titel (meestal de woorden - Juist?
- Tussenkopjes eerste of laatste - Verwijswoorden - Volledig?
- Illustratie zin van een - Verbanden - Actueel?
- Inleiding alinea) - Opbouw
- Slot -Signaalwoorden - Schrijfdoel De argumenten, zijn
- Cursief of vet en zinnen - Hoofdgedachte die:
- Schrijver - Eerlijk?
- Bron - Overtuigend?
(bij een boek) - Logisch en
- Inhoudsopgave samenhangend?
- Voorwoord
- Register
- Flaptekst
- Uitgever

Als een tekst bijvoorbeeld: over walvissen gaat dan is het onderwerp van de tekst walvissen.
Een tekst heeft meestal ook deelonderwerpen hierin worden verschillende kanten van een
onderwerp besproken. De hoofdgedachte van een tekst is de kortst mogelijke samenvatting
van de tekst.

Elke tekst heeft een titel en moet er ook 1 hebben. De titel is het belangrijkste onderdeel van
een tekst.

Elke tekst is opgedeeld in een aantal alinea’s dit verschilt ook weer per tekst. De zin die het
belangrijkste is van een alinea noem je een kernzin. De kernzin kan ook meestal na een
overgangszin staan. Een overgangszin is een zin waar een ruimte tussen de alinea’s in zit.

Soms moet je citeren dit betekent dan letterlijk overnemen. Bij lange zinnen is dit niet nodig.
Soms moet je ook iets in eigen woorden uitleggen. Dan mag je dus niet iets letterlijk
overnemen maar, moet je er een eigen draai aan geven dus zelf dingen bedenken.

Elke tekst heeft een bepaalde Schrijfdoel:
Informeren = informatie geven en gegevens leveren (Nieuwsbericht, verslag, notulen)
Instrueren = aanwijzingen geven en iets leren (Gebruiksaanwijzing, recept)
Uiteenzetten = uitleggen hoe iets in elkaar zit en hoe iets werkt (Zakelijke brief, naslagwerk)
Overtuigen = iets betogen en ervoor zorgen dat de lezer achteraf de mening van de schrijver
deelt (Recensie, ingezonden brief, column)
Beschouwen = iets van verschillende kanten belichten en de lezer aan het denken zetten (Recensie)
Activeren = de lezer tot actie laten overgaan en aanzetten iets te doen (Advertentie, folder)
Amuseren = de lezer vermaken en entertainen (Roman, tijdschriftartikel, stip, column of blog)

, Bij elke schrijfdoel hoort ook een tekstsoort:
- Uiteenzetting: Dit is een informatieve tekst. Deze tekst bevat alleen maar feiten. Het
doel ervan is uiteenzetten.
- Betoog: dit is een tekst waarin de schrijver zijn standpunt met argumenten
ondersteunt. Doel is de lezer te overtuigen.
- Beschouwing: tekst waarin de lezer interpretaties, verklaringen of opinies voorgelegd
krijgt. Doel is de lezer laten nadenken over kwesties.
- Tekstvorm: is de vorm van de tekst, dus hoe de tekst eruitziet.

Feitelijke uitspraak = uitspraak waarvan de schrijver meent dat het waar, waarschijnlijk of
aannemelijk is.

Waarderende uitspraak = niet feitelijke uitspraak dus, is meestal wel een mening

Informatie tekst is meestal wel feitelijk
Publiek wil overtuigen is meestal waarderende uitspraak


De gevoelens van de schrijver kan je soms afleiden uit de tekst en dat zie je aan de toon die
hij gebruikt.


Spelling

A werkwoorden
Een werkwoord kun je vinden door het te vervoegen, (probeer er ik/jij/hij of wij voor te
zetten).

B onderwerp en persoonsvorm
In elke zin staat altijd: onderwerp + persoonsvorm. Ze staan naast elkaar.
- Onderwerp: wie of wat?
- Persoonsvorm: hoort bij onderwerp, geeft de actie of toestand van het onderwerp
aan.
bijv. Mark schrijft een brief aan anna.
- Wie schrijft een brief aan anna? Mark, is onderwerp.
- Welke actie of toestand hoort bij mark? Schrijft -> actie van mark dus pv.

Of de zin vragend maken.

C persoonsvorm t.t.
Staat er maar één werkwoord in de (bij)zin, dan is dat altijd de persoonsvorm, omdat elke zin
een persoonsvorm moet hebben, die bij het onderwerp hoort.
In de tegenwoordige tijd (nu) vorm je de persoonsvorm met behulp van de “ik-vorm”.
€6,09
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
daimyvd

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
daimyvd
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
2
Lid sinds
2 jaar
Aantal volgers
2
Documenten
5
Laatst verkocht
2 jaar geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen