HOOFDSTUK 12: POLITIEK
12.1 CONTEXT: PRINSJESDAG
PRINSJESDAG
Met Prinsjesdag wordt het politieke jaar geopend. De koning leest dan de troonrede en de minister van
Financiën presenteert de Miljoenennota.
Poldermodel: De Nederlandse manier van onderhandelen. Conflicten worden opgelost door compromissen
te sluiten in onderhandelingen.
CULTUUR
Cultuurdimensies van Hofstede (MILOM)
1. Grote versus kleine machtsafstand
2. Individualistisch versus collectivistisch
3. Langetermijngerichtheid versus kortetermijngerichtheid
4. Lage versus hoge onzekerheidsvermeiding
5. Masculien versus feminien
Stereotypen: Vaststaande beelden, generalisaties en veronderstellingen over een groep mensen
Vooroordelen: Meningen over een groep mensen, niet gebaseerd op feiten
SOCIALISATIE
Nature-nurture-debat: Het debat over de vraag of kenmerken van mensen zijn aangeboren of aangeleerd.
Enculturatie: Het aanleren van de cultuur waarin je geboren bent
Acculturatie: Het aanleren van een andere cultuur dan die waarin je geboren bent
Functies van socialisatie:
- Continuering van de cultuur
- Verandering van de cultuur
- Identificatie met de cultuurgroep
- Identiteitsontwikkeling van het individu
- Gedragsregulering: het gedrag van groepsleden wordt voorspelbaar
Soorten kapitaal die horen bij sociale klassen:
- Economisch kapitaal: financieel bezit, inkomen
- Sociaal kapitaal: connecties, netwerken en de graad van eer en respect van een groep
- Cultureel kapitaal: kennis, houdingen, opvattingen en smaak die kenmerkend zijn voor die
sociale positie
,POLITIEKE SOCIALISATIE
PARADIGMA’S OVER (POLITIEKE) SOCIALISATIE
- Functionalisme:
Er is interesse in hoe waarden, normen, opvattingen en gedragspatronen worden verworven.
Identiteit is volgens hen een product van de samenleving. Socialisatie is volgens hen een middel om de
cultuur over te dragen en steeds weer te laten voortbestaan.
- Conflict:
De invloed van socialisatie op ongelijke verdelingen in de maatschappij.
- Sociaalconstructivisme:
Het persoonlijke ontwikkelingsproces wordt beïnvloed door de sociale, politieke, economische en
culturele omgeving. Daardoor wordt iemand beïnvloed, maar hij kan wel zelf kiezen of dat onderdeel
wordt van zijn eigen identiteit.
- Rationele-actor:
Er wordt niet veel onderzoek gedaan naar socialisatie
DEMOCRATIE
Zes politieke vereisten waaraan een democratie moet voldoen:
1. Gekozen volksvertegenwoordigers die de regering controleren
2. Vrije, eerlijke en regelmatige verkiezingen
3. Vrijheid van meningsuiting
4. Toegang tot meerdere onafhankelijke informatiebronnen, geen censuur of een monopolie voor
staatsmedia
5. Vrijheid van vereniging
6. Inclusief burgerschap: alle volwassenen hebben dezelfde rechten
POLITIEKE COHESIE
Politieke cohesie is het probleem dat burgers zich niet gehoord voelen, omdat er een te grote kloof zit tussen
hen en de staat.
Drie probleemgebieden met betrekking tot politieke cohesie:
1. Politieke betrokkenheid: binding van burgers aan politiek
2. Bestuurlijke schaalvergroting: wanneer besluitvorming ‘ver weg’ plaatsvinden (EU) kunnen burgers
losraken van de politici die belangrijke beslissingen nemen
3. Gemankeerde communicatie: de jargon van bestuurders en politici die niet wordt verstaan door
burgers
Drie visies op de representatie in een democratie:
- Afspiegelingsmodel: volksvertegenwoordiging moet zoveel mogelijk lijken op de samenstelling van
het volk zelf
- Rolmodel: standpunten van de volksvertegenwoordiging moet lijken op die van de bevolking
- Partijenmodel: politieke partijen die verschillende standpunten van het volk vertegenwoordigen
, 12.2 IDEOLOGIE: POLITICS
INDELING VAN STANDPUNTEN
Indeling van standpunten rondom politiek:
Dimensie 1: links – rechts
Vraag: Hoeveel moet de overheid zich bemoeien met de economie?
Veel Weinig
Links Rechts
Dimensie 2: progressief – conservatief
Vraag: Hoeveel vrijheid hebben mensen in ethische kwesties?
Veel Weinig
Progressief Conservatief
Dimensie 3: nationalisme – internationalisme
Vraag: Is een land meer op het binnenland of op het buitenland gericht?
Binnenland Buitenland
Nationalisme Internationalisme
Dimensie 4: materialisme – postmaterialisme
Vraag: Zijn actoren meer gericht op tastbare of abstracte zaken?
Tastbaar Abstract
Materialisme Postmaterialisme
STANDPUNTEN HANGEN SAMEN
Bij een ideologie hangen standpunten samen, omdat er een geheel van beginselen en denkbeelden aan ten
grondslag ligt.
Indeling ideologieën:
communisme socialisme liberalisme conservatisme Fascisme
confessionalisme
Links Midden Rechts
Socialisme: gelijkwaardigheid en een sterke, sturende rol van de overheid om dit te kunnen realiseren
Liberalisme: individuele rechten en individuele vrijheden
Confessionalisme: christelijke waarden, samenwerking en harmonie
Sommige partijen kunnen ook bij meerdere ideologieën horen, of ze zetten zich af van politiek bedrijven vanuit
ideologieën.
12.3 SYSTEEM: POLITY
Politieke systeem: het geheel van betrekkingen waardoor opvattingen, verlangens en eisen van
individuen, groepen en instellingen in bindende beslissingen worden omgezet.
POLITIEK EN ACTOREN
Politiek: de gezaghebbende toedeling van waarden en belangen