College aantekeningen Inleiding Recht 3

Verder met documenten van les 2
 Totstandkoming verdragen
o Bevoegdheid initiatiefrecht: uitvoerende macht (kan door koning of parlement zelf)
 Federaal niveau en deelstatelijk niveau
ste
o 1 stap: ratificatie = document om verdrag goed te keuren
 Verdrag 1939
 Initiatief door Vlaamse regering, in principe gewest
e
o 2 stap: voorleggen aan wetgever en die zal instemmen met dat verdrag
o 3e stap: behandeling Commissie
 Aanpassingen kunnen nog gebeuren
e
o 4 stap: Amendementen
 Bepaalde aanpassingen voorstellen in artikelen, zien wat men voorstelt,
waarom, en vanwaar dit amendement komt – dan finale tekst meegeven
e
o 5 stap: behandeling in plenaire vergadering
 In het Integraal verslag – daar vind je de bespreking en stemming terug
 Vragen kunnen in zitting gesteld worden
o Afkondigingsdatum datum die wet krijgt
o Als verdrag niet wordt goedgekeurd door land dan niet bindend
o Verdragen zijn verplichte bicamerale materie
 Slaagkansen zeer verschillend
o Wetsontwerp
 Gaat uit van regering
 Slaagkans quasi 100% - parlementaire meerderheid
 Hier wel advies RvS en mee gepubliceerd
 Bicameraal: kamer of senaat – door regering of koning
o Wetsvoorstel
 Gaat uit van kamer
 Kleinere kans op aanvaarding – niet perse meerderheid
 Monocameraal
 Federale materie: 2 talen naast elkaar, gelijkaardige teksten en beide zijn authentiek maar
taalfouten zijn mogelijk
 Bij decreten 2 talen niet naast elkaar
 Bij ordonnanties 2 talen wel naast elkaar
 Optioneel bicamerale procedure: senaat kan aantal zaken naar zich toetrekken
o Evocatie
 Bicamerale procedure
o Standaard overgezonden naar senaat
o Pingpong: kamer – senaat
 Op deelstatelijk niveau
o Geen bicamerale procedure op deelstatelijk niveau!
 Belgisch staatsblad niet meer op papier verspreid
o U wordt verwacht wet te kennen!
 Europees niveau: publicatieblad van de Europese Unie


, §4. Gelding van de wet
 Met elke wetgeving met ALGEMENE strekking is er niet noodzakelijke publicatievereiste (hier
klopt iet niet kijk na in boek)
o Niet gepubliceerd: niet afdwingbaar

69. Publicati evereiste
 Norm slechts bindend wanneer burger kans gehad heeft om wet aan te nemen
 Belgisch Staatsblad: 10e dag van publicatie van kracht
o Publicatie cruciaal
 Is niet startsein van toepassing wet
 Pas 10 dagen na publicatie
 Wetgever bepaalt zelf wanneer wet geldt (kan maar is uitzonderlijk)
o In strafrecht minder uitzonderlijk – kijken naar het gunstige
70. Werking in de ti jd
 Wetgever kan ervan afwijken, mag in akte zelf bepalen wanneer akte in werking treed
o Kan impliciet en expliciet
 Wet in principe geen terugwerkende kracht
o Bij strafrecht verboden tenzij nieuwe strafwet voordeliger is voor verdachte
 Als er fout in wetgeving is: aanvaard men doorgaans dat die correctie van toepassing is
sinds inwerkingtreding wet – gecorrigeerd worden – terugwerkende kracht!
 Onderscheid
o Wetgeving openbare orde
 Fundamenten v maatschappij raakt
 Altijd onmiddellijke werking!
 Bestaande situatie directe werking met wetgeving
o Wetgeving privaatrechtelijk van aard
 Niet dwingend
 Eerbiedige werking
 Wet niet van toepassing op lopende overeenkomst
 Wet pas van toepassing wanneer er iets gebeurd met overeenkomst
72. Toegankelijkheid van de wetgeving
 Consolidatie van teksten
o Verschillende teksten consolideren in 1 geheel
 Officieel
 Op basis van bevoegd gezag, ambtshalve, formeel
 Officieus
 Onofficieel, niet-ambtelijk, niet-formeel
o Actuele versie zoals die gelezen moet worden
o Kijk naar datum consolidatie
 Coördinatie van teksten
o Tekst zodanig aangepast dat hij onleesbaar wordt
o Verschillende wetten samenvoegen, nummers herzien om terug tot coherenties
geheel te komen
o Meer ingrijpend
o Normaal door RvS maar in praktijk wetgever zelf
 Codificatie
o Nieuwe wetboeken creëren en logisch geheel maken