onderzoek
Hoorcolleges
Hoorcollege 1
Thema van de cursus: Hoe beoordelen mensen de geloofwaardigheid van
(nieuws)berichten?
Ethiek: Ga zorgvuldig om met proefpersonen/respondenten en data
Anonimiseer je data - onderzoeksgegevens mogen niet herleid worden tot een
persoon.
Wees transparant in de keuzes die je maakt bij de analyses die je doet.
Proefpersonen moeten vrijwillig deelnemen aan het onderzoek.
Proefpersonen mogen niet geschaad worden door je onderzoek.
Als je je proefpersoon op het verkeerde been zet, moet je hen dat achteraf
vertellen (deception). bijv als je van te voren zegt dat het nieuwsartikel van NOS
is terwijl het eigenlijk van chatGPT is, moet je dat vertellen na afloop.
Gegevens worden vertrouwelijk en integer behandeld
Methoden van Communicatie onderzoek 1
, Positivisme. Het boek zegt: Kennis is gebaseerd op de observatie van de
werkelijkheid. Niet alleen de fysieke wereld (natuurkunde) maar ook de sociale
wereld werkt met wetten. Op basis van observaties kun je met behulp van logisch
redeneren kennis over die wetten vergaren (inductie). Dus een positivist doorloopt
de stappen van observatie en inductie.
Karl Popper’s falsificationisme (kritisch rationalisme): Ze handhaven het idee van
een objectieve, observeerbare werkelijkheid, maar onze observaties zijn subjectief
want ze worden beinvloed door onze theorieen, achtergronden en waarden.
Wetenschap groeit niet door theorieen te bevestigen, maar door theorieen te
verwerpen of aan te scherpen. Hierdoor ontstaat nieuwe kennis. We moeten open
staan voor dingen die onze theorie NIET bevestigen.
Validitieit: Meet het wat je wil meten? Je kunt 3 vragen hiervoor stellen
1. In hoeverre zijn de uitwerkingen (operationalisaties) van de afhankelijke en
onafhankelijke variabele adequaat? (measurement validity – H6)
2. In hoeverre zijn de conclusies over de relaties tussen de onafhankelijke en de
afhankelijke variabele geldig? (interne validiteit – H9)
3. In hoeverre kunnen de conclusies gegeneraliseerd worden? (externe
validiteit – H9)
Betrouwbaarheid: Klopt je meting, is hij stabiel? Het bestaat uit twee componenten
Homogeniteit: 1)De verschillende metingen die we doen moeten betrekking
hebben op hetzelfde construct . Hangt de vraag samen met de rest van het
geheel? 2)En de verschillende beoordelaars komen tot hetzelfde oordeel.
Stabiliteit: 1)Als we verschillende metingen doen moeten we dezelfde uitkomst
krijgen. 2)Na enige tijd geeft dezelfde beoordelaar hetzelfde cijfer
Hoe pak je een onderzoeksvraag/hypothese aan?
Conceptualization. Wat is het concept wat je wil meten
Nominal definition. Wat is de letterlijke betekenis van dat concept
Methoden van Communicatie onderzoek 2
, Operational defenition. Hoe pas je dat concept toe in het onderzoek dat je wil
doen
Hoorcollege 3
Wanneer je twee onafhankelijke variabelen hebt, kun je testen of er sprake is van
interactie. Is het effect van de ene variabele afhankelijk van de andere variabele?
Door randomisatie is een voormeting niet nodig. De leerlingen zijn dan namelijk
allemaal gelijk. Dan krijg je een posttest-only design.
Validiteit. 3 vragen:
1. In hoeverre zijn de operationalisaties van de afhankelijke en onafhankelijke
variabele adequaat?
2. In hoeverre zijn de conclusies over de relaties tussen de afhankelijke en
onafhankelijke variabele geldig?
3. In hoeverre kunnen de conclusies gegeneraliseerd worden? Zijn ze toepasbaar
over de hele populatie?
Homogeniteit: Zijn alle soorten vragen hetzelfde qua moeilijkheid?
Stabiliteit: Als we de test opnieuw doen, komen er dan dezelfde antwoorden uit?
Hoorcollege 4
In procedure NIET welke afbeeldingen en vragen je hebt gebruikt. je zegt in welke
volgorde de participanten alles moesten doen. en dat je qualtrics hebt gebruikt.
Werkcolleges
Werkcollege 1
Rapport: ervoor zorgen dat de geïnterviewde zich vrij voelt om te spreken, en een
goede sfeer wat zorgt voor vertrouwen. Dus denk aan de locatie waar je je interview
houdt.
Semigestructureerd interview: Je maakt een schema van wat je ongeveer wil
vragen maar je laat ook ruimte over voor de respondent en zijn eigen inbreng. Je
Methoden van Communicatie onderzoek 3
, laat zo de mogelijkheid open voor een andere benadering waar je zelf nog niet had
over nagedacht in je onderzoek.
In de interview heeft de respondent altijd gelijk. Het gaat om zijn ervaring en
belevingswereld. Geef genoeg ruimte om het gesprek zijn gang te laten gaan.
Empirische puzzels: Er komt wat uit wat je eigenlijk niet kan verklaren
Werkcollege 2
Onverdeelde aandacht, niet je eigen mening erbij geven. Je moet ook doorvragen
op wat er is gezegd tijdens het interview
Van groot naar klein, van klein naar groot, van objectief (feiten afgaan) naar
subjectief (zijn beleveniswereld ervan)
Twee opdrachten: Experiment en topic lijst. Deze zijn onderdeel van het tentamen. 5
topics maken. kan heel feitelijk maar aanraden is subjectief. Per topic ga je vragen
bedenken. Een probe is een herformulering van je vraag. Je bereid je voor op een te
kort antwoord, waardoor je dezelfde vraag gaat stellen maar anders geformuleerd.
Korte samenvattingen van iemand zijn antwoord kun je ook doen ipv een probe. dit
is een check, je laat zien dat je interesse hebt, en het is een uitnodiging voor meer
info. Je kunt ook stiltes laten vallen.
Topic lijst:
Persoonlijke achtergrond
wat deden je ouders qua nieuwslezen vroeger → keek je zelf ook naar de krant
op tafel
wat doen ze nu
met welke digitale bronnen ben je opgegroeid
vanaf welke leeftijd
Heb je een voorkeur voor een nieuwsbron?
Wat doet je sociale omgeving?
Wat beschouw je als traditionele media en sociale media?
Gebruik je sociale media?
Volg je nieuwsaccounts
Methoden van Communicatie onderzoek 4