Gemengde oefenopgaven ....................................................................................................................... 2
Antwoorden gemengde oefenopgaven ................................................................................................... 7
Oefenopgaven infusie en procenten ....................................................................................................... 8
Antwoorden oefenopgaven infusie en procenten ................................................................................. 12
Oefenopgaven zuurstof ......................................................................................................................... 13
Antwoorden oefenopgaven zuurstof ..................................................................................................... 17
Oefenopgaven oplossen en verdunnen ................................................................................................. 19
Antwoorden oplossen en verdunnen .................................................................................................... 22
Handige regels om te kennen:
1 ml = 20 druppels
1 % = 1 gr per 100 ml
10 mg per 10 ml
1 mcg = 0,001 mg
➔ X10
Kg Hg Dag G Dg Cg Mg Mcg
0,001 0,01 0,1 1 10 100 1000 1.000.000
:10
BMI = gewicht: L x L
Verdunnen = beginconcentratie delen door eindconcentratie (van 10% naar 2% = vijf keer
verdunnen)
Regel/formule: aantal liters zuurstof in de cilinder = inhoud van de cilinder (liters) x druk in de
cilinder (bar)
1
,Gemengde oefenopgaven
1. Mevrouw Jansen is 50 jaar, 173 cm lang en weegt 70 kilo.
Vraag: Bereken de BMI van mevrouw Jansen. Rond je antwoord af op één cijfer achter de
komma.
2. Meneer de Groot is opgenomen met hartritmestoornissen ten gevolge van een laag
kalium. Hij krijgt infuus en daarnaast kalium via een spuitpomp. (50 mmol/50ml).
Voorschrift: 100 mmol kalium per 24 uur.
Vraag: Bereken de stand van de spuitpomp. Druk je antwoord uit in ml/uur, rond je
antwoord af op één cijfer achter de komma.
3. Een patiënt krijgt 18 mg van een geneesmiddel per minuut toegediend.
Vraag: Hoeveel gram van dit geneesmiddel krijgt deze patiënt in 4 uur en 30 minuten?
Rond je antwoord af op één cijfer achter de komma.
4. Een zuurstofcilinder heeft een inhoud van 25 liter. De manometer geeft 50 Bar aan.
Mevrouw van Dijk krijgt 3 liter zuurstof per minuut. Het is nu 12:45 uur.
Vraag: Wat is de stand van de manometer om 15:00 uur?
5. Een patiënt is opgenomen op de afdeling Traumatologie.
Het medicatievoorschrift luidt: éénmalig 20 mg. Zantac (infusie). Beschikbaar zijn ampullen
van 2 ml met een concentratie Zantac van 5 mg/ml.
De voorgeschreven medicatie moet gevoegd worden bij een infuuszak 50 ml NaCL0,9%.
Je hangt de infuuszak met medicatie om 23:00 uur aan en de pompstand is ingesteld op 20
ml / uur. Het is nu 00:15 uur.
Vraag: Hoeveel mg Zantac (infusie) heeft de patiënt in deze tijd toegediend gekregen?
Rond je antwoord af op twee cijfers achter de komma.
2
, 6. Mevrouw Pouls heeft een infuus waarin een geneesmiddel is opgelost tot een
concentratie van 4%. Het infuus loopt met een druppelsnelheid van 28 druppels per minuut.
Vraag: Hoeveel milligram van het geneesmiddel krijgt mevrouw in 1 uur en 30 minuten?
7. Mevrouw Donker krijgt 1x per maand 1000 mcg (microgram) Hydroxocobalamine
intramusculair toegediend vanwege anemie.
Beschikbaar zijn ampullen van 2 ml met een concentratie van 0,5 mg/ml.
Vraag: Hoeveel milliliter dien je mevrouw Donker per keer toe?
8. Vanwege misselijkheid krijgt mevrouw Hop een Primperan injectie intramusculair.
Voorschrift: 0,1 mg Primperan / kg lichaamsgewicht
Mevrouw Hop weegt 63 kg.
Beschikbaar zijn ampullen van 2 ml met een concentratie Primperan van 5 mg/ml.
Vraag: Hoeveel milliliter Primperan krijgt mevrouw Hop toegediend? Rond je antwoord af op
één cijfer achter de komma.
9. Meneer de Vries is opgenomen op de afdeling Geriatrie.
Het medicatievoorschrift luidt: Digoxine (tablet) 62,5 microgram (mcg) 1 keer per dag.
Vraag: Hoeveel mg Digoxine krijgt meneer Olijn in 5 dagen?
10. Het medicatievoorschrift van mevrouw Beuk luidt: 350.000 IE van een bepaald medicijn.
Beschikbaar zijn poederflacons van 500.000 IE. Na toevoeging van het oplosmiddel is het
totale volume van de flacon 5 ml.
Vraag: Hoeveel ml van de oplossing dien je toe?
3