INHOUD
Week 1 – Het stelsel van bestuursrechtspraak ....................................................................................................... 2
Week 2 – Kenmerken bestuursprocesrecht; bezwaarschriftprocedure ................................................................. 5
Week 3 – Het bestuurlijke geding in eerste aanleg en hoger beroep; finaliteit en tijdigheid; verhoudingen ........ 9
Week 4 – Art. 8:69 Awb; omvang van het geding; feitenaanvulling en bewijs ..................................................... 14
Week 5 – Uitspraakbevoegdheden en bestuurlijke lus ......................................................................................... 18
Week 6 – Taakverdeling bestuursrechter en burgerlijke rechter ......................................................................... 21
Week 7 – Onrechtmatige overheidsdaad ............................................................................................................. 25
Week 8 – Rechtmatige overheidsdaad ................................................................................................................. 29
Week 9 – Europees bestuursrecht ........................................................................................................................ 33
Let op! Dit is een samenvatting voor studenten ELS jaar 2 of voor studenten rechtsgeleerdheid vanaf week 4.
1
,WEEK 1 – HET STELSEL VAN BESTUURSRECHTSPRAAK
Rechtsbescherming tegen de overheid
Rechtsbescherming
Bij wie? De rechter. Vroeger ook door het bestuur, middels kroonberoep.
Waartegen? Een appellabel besluit.
Waarom? In een rechtsstaat is onafhankelijke rechtspraak vereist, ook tegen de overheid. Het
moet controleerbaar zijn dat de overheid zich aan de wet houdt.
Bestuursrechtspraak
Waarom? Legitimatie van de rechtsstaat en beschermen van fundamentele rechten.
1) Specialisatie → het past niet binnen één rechter, te breed;
2) Beleids- en beoordelingsruimte, verhouding met bestuur, moet worden gerespecteerd;
3) Ongelijke verhouding burger-overheid moet bekend zijn → mogelijkheid tot
ongelijkheidscompensatie.
In de Grondwet
Art. 112 lid 1 Gw → civiele rechtspraak. Maar door de objectum litis-leer kunnen ook
publiekrechtelijke geschillen voor de civiele rechter komen.
Art. 112 lid 2 Gw → er kan bestuursrechtspraak worden georganiseerd, binnen en buiten de
rechterlijke macht.
In de Awb
Art. 1:4 lid 1 Awb → definitie van bestuursrechtspraak.
Art. 1:4 lid 3 Awb → bestuursrechter al dan niet behorend tot rechterlijke macht.
Wetgever
Heeft veel vrijheid:
➢ Wel/ niet instellen bestuursrechter
➢ Wel/niet binnen de rechterlijke macht
➢ Wel/niet brede bevoegdheden verlenen
Ontwikkeling bestuursrechtspraak
Historische context:
Loeff, een leerling van prof. Buijs wilde bestuursrechtspraak invoeren. Struycken wilde dit niet,
want het zou de trias politica verpesten en het bestuur was betrouwbaar, dus het was niet nodig.
Bovendien was er zonder bestuursrechter betere democratische controle.
Huidig stelsel
Doel:
1) Logische organisatie
2) Versimpeling van de bestuursrechtspraak, door veel instanties op te doeken;
3) Minimaal twee instanties bij bestuursrecht → hoger beroep mogelijk.
2
,Knelpunten:
➢ Rechtseenheidsprobleem: er is geen cassatie mogelijk, waardoor eenheid kan worden
gemist;
➢ Complex stelsel met verschillende hoger beroeps instanties;
Een goede oplossing zou al kunnen zijn het geven van conclusies door een Advocaat-Generaal.
3
, 4