De student beschrijft welke onderzoeksinstrumenten en observatiemethoden gebruikt kunnen
worden om het niveau van verschillende aspecten (fonologie, semantiek, morfologie, syntaxis,
pragmatiek) van de taalontwikkeling te kunnen bepalen. Dit zijn:
- Schlichting Test voor Taalbegrip
Doel: meten van de receptieve taalontwikkeling van kinderen
Werkwijze: kinderen moeten opdrachten uitvoeren met concreet materiaal
Normgroep: een representatieve steekproef van kinderen van 2;0-7;0 jaar in Nederlands,
met Nederlands als eerste taal
Bijzonderheden: Kindvriendelijke test, die in de eerste plaats bedoeld is voor de diagnostiek,
maar ook aanknopingspunten geeft voor het behandelplan. Vervanger van Reynell Test.
Instapregel: zie scoreformulier
Afbreekregels: 5 items na elkaar fout
Indien bij sectie C ingestapt en 5 achtereenvolgende items fout, terug naar sectie B en niet
verder gaan dan item 37
Indien bij sectie C ingestapt en 5 items fout, maar niet achtereenvolgend, terug naar B en na
item 37 test verder afnemen vanaf sectie D.
kijk goed naar scoreformulier
Sectie D: testafname afbreken indien 2 items of minder goed
Reynell Test
Voorloper van Schlichting Test voor Taalbegrip
Genormeerd van 1;2 t/m 6;3 jaar
Normen uit 1993: 20 jaar oud
Minder neutraal dan Schlichting Test voor Taalbegrip
- Schlichting Test voor Taalproductie-II
Woordontwikkeling
Instapregel: stap is afhankelijk van de leeftijd van het kind, gaat de bijbehorende leeftijd niet
goed, ga dan een stapje terug.
Het woord mag 2x herhaald worden, het gaat om het woord, niet om de vormen.
Afbreekregel: test afbreken na 5 items na elkaar fout.
Standaardscore: WQ
Zinsontwikkeling
Het uitlokken van zinsconstructies door imitatie.
Het intonatiepatroon is hierbij heel belangrijk.
Niet als eerst deze test afnemen.
Instapregel: afhankelijk van de leeftijd van het kind. Oefen een paar eerdere items.
Afbreekregel: afbreken na 5 items na elkaar fout.
Standaardscore: ZQ
- TAK onderbouw
- Peabody