farmacologie
Thema 3 - Farmacologie van het perifere zenuwstelsel
Biomedische Wetenschappen
2020-2021
Door Nicole (studente BMW)
,Inhoudsopgave
Perifeer zenuwstelsel.............................................................................................................................2
Autonoom zenuwstelsel.....................................................................................................................3
Parasympathische zenuwstelsel.....................................................................................................4
Sympathische zenuwstelsel............................................................................................................5
Overzicht parasympathisch vs. sympathisch..................................................................................6
Innervatie van glad spierweefsel..................................................................................................10
Neurotransmissie.............................................................................................................................11
Pre-synaptische modulatie...........................................................................................................12
Denervatie supersensitiviteit........................................................................................................13
Cholinerge transmissie.................................................................................................................13
Adrenerge transmissie..................................................................................................................19
Overzicht perifere zenuwstelsel.......................................................................................................27
Farmacologie van het adrenerge zenuwstelsel....................................................................................28
Catecholamines................................................................................................................................28
Adrenerge receptoren......................................................................................................................28
α-adrenerge receptoren...............................................................................................................29
β-adrenerge receptoren...............................................................................................................30
Desensitisatie en tolerantie..............................................................................................................37
Receptor desensitisatie................................................................................................................37
Adrenerge geneesmiddelen.............................................................................................................39
Overzicht neurotransmissie perifeer zenuwstelsel...............................................................................44
1
,Perifeer zenuwstelsel
Het perifere zenuwstelsel (PZS) bestaat uit:
Craniale zenuwen
Spinale zenuwen
Ganglia (knooppunten)
Het PZS vormt de connectie tussen het centraal zenuwstelsel (CZS) en de interne organen. Hierbij
ontvangt het somatosensibele en viscerosensibele informatie. Op basis van deze informatie worden
vervolgens bepaalde motorneuronen aangestuurd. Hierbij kan er een onderscheid worden gemaakt
in somatische motorneuronen (bewuste bewegingen) en viscerale motorneuronen. Het viscerale
motorsysteem wordt ook wel het autonome zenuwstelsel genoemd.
Figuur 1 Schematische weergave van de functionele organisatie van het perifeer zenuwstelsel.
2
, Autonoom zenuwstelsel
Het autonome zenuwstelsel (AZS) reguleert onwillekeurige functies die uitgevoerd worden door de
activiteit van glad spierweefsel, hartspierweefsel en klieren. Daarnaast kan het autonome
zenuwstelsel onderverdeeld worden in een:
Parasympathisch deel (rest-and-digest)
Sympathisch deel (fight-or-flight)
Enterisch deel (gespecialiseerde innervatie van de darmen)
Onder normale omstandigheden geldt dat de systemen met elkaar in balans zijn. In sommige
situaties wordt een van de systemen echter sterker geactiveerd, waardoor deze activiteit overheerst.
Figuur 2 Schematische weergave van de balans tussen het parasympathische en sympathische zenuwstelsel.
Het belangrijkste controlecentrum voor het autonome zenuwstelsel is de hypothalamus. Hierbij
lopen er descenderende baansystemen vanuit de hypothalamus en de reticulaire formatie van de
hersenstam naar de pre-ganglionaire neuronen in de hersenstam en het ruggenmerg. Deze
pre-ganglionaire neuronen sturen op hun beurt weer post-ganglionaire neuronen in de autonome
ganglia aan. Hierbij geldt dat
viscerale efferente signalen
altijd overschakelen op
neuronen in de autonome
ganglia.
Figuur 3 Schematische weergave van de algemene opbouw van het viscerale motorsysteem.
3