Medische Kennis 1.3A Psychologie – Aantekeningen
College 1
Psychologie: studie van de geest
- Wetenschap die de ervaringen (gedachten, gevoelens) en het gedrag van de mens als
individu en als groep bestudeert.
6 perspectieven van de psychologie
1. Biologisch perspectief
2. Cognitieve perspectief
3. Behavioristische perspectief
4. Perspectieven van de gehele persoon
5. Ontwikkelingsperspectief
6. Socioculturele perspectief
Naaldfobie: angst of paniekaanval bij het zien van een naald. Injectie leidt tot:
- Flauwvallen
- Lage bloeddruk
- Zwakke hartslag
- Soms hartstilstand
Patiënt ziet angst als irrationeel
Biologisch perspectief
Gedrag wordt verklaard door functioneren van genen, hersenen, zenuwstelsel en
hormoonstelsel.
Oplossing naaldfobie:
- Angstboodschap niet doorgeven aan de hersenen middels een roesje (lach-gas)
- Diazepam geven om patiënt te helpen ontspannen
Cognitieve perspectief
Gedrag wordt bepaald door interpretaties/gedachten (cognities) over onze omgeving.
De gedachten over de naald veroorzaakt de angst.
Oplossing naaldfobie:
Cognitieve gedragstherapie door Irrationele gedachten over naald/injectie aan te pakken.
Behavioristische perspectief
Gedrag ontstaat als reactie op stimuli (prikkels) uit de omgeving
Bloodstelling (exposure) aan de stimulus (prik van de naald)
Reactie pijn en angst voor volgende prik
Stimulus – Respons – Leren
Oplossing naaldfobie:
Angst afleren door ‘deconditionering’ = blootstelling (exposure) aan de gevreesde situatie
College 1
Psychologie: studie van de geest
- Wetenschap die de ervaringen (gedachten, gevoelens) en het gedrag van de mens als
individu en als groep bestudeert.
6 perspectieven van de psychologie
1. Biologisch perspectief
2. Cognitieve perspectief
3. Behavioristische perspectief
4. Perspectieven van de gehele persoon
5. Ontwikkelingsperspectief
6. Socioculturele perspectief
Naaldfobie: angst of paniekaanval bij het zien van een naald. Injectie leidt tot:
- Flauwvallen
- Lage bloeddruk
- Zwakke hartslag
- Soms hartstilstand
Patiënt ziet angst als irrationeel
Biologisch perspectief
Gedrag wordt verklaard door functioneren van genen, hersenen, zenuwstelsel en
hormoonstelsel.
Oplossing naaldfobie:
- Angstboodschap niet doorgeven aan de hersenen middels een roesje (lach-gas)
- Diazepam geven om patiënt te helpen ontspannen
Cognitieve perspectief
Gedrag wordt bepaald door interpretaties/gedachten (cognities) over onze omgeving.
De gedachten over de naald veroorzaakt de angst.
Oplossing naaldfobie:
Cognitieve gedragstherapie door Irrationele gedachten over naald/injectie aan te pakken.
Behavioristische perspectief
Gedrag ontstaat als reactie op stimuli (prikkels) uit de omgeving
Bloodstelling (exposure) aan de stimulus (prik van de naald)
Reactie pijn en angst voor volgende prik
Stimulus – Respons – Leren
Oplossing naaldfobie:
Angst afleren door ‘deconditionering’ = blootstelling (exposure) aan de gevreesde situatie