Inhoud blok 8:
- Intake, onderzoek en therapie bij en volwassene die stottert
- Verwante vloeiendheidsstoornissen: een introductie
- Richtlijn stotteren: aanbevelingen
o Anamnese en onderzoek
o Therapie
o Verwante vloeiendheidsstoornissen
Wat is stotteren?
Een verstoring in het ritme van de spraak. De spreker weet precies wat hij wil zeggen, maar dit lukt
niet.
Predisponerend = Genetische aanleg
- Verschil in de hersenstructuren
- Meer activiteit tijdens de spraak in de rechterhemisfeer
Precipiterend = Omgevingsinvloeden
- Ontwikkeling: lichamelijk, cognitief, sociaal emotioneel, spraak-taal
- Ouders
- Levensgebeurtenissen: scheiding, geboorte, broer, zus
Persisterend = Diverse vormen van leren
- Klassieke, operante en vermijdingsconditionering
Gevorderd stotteren
De persoon die stottert neemt zelf een grotere rol in dan de omgeving (aanleg en omgeving spelen
een minder grote rol). Praten over stotteren vinden ze soms moeilijk. Verschillende fases in het leven
kunnen het stotteren weer erger maken of ze krijgen er meer last van. De meeste volwassen cliënten
hebben vroeger al therapie gehad. Volwassen stotteren is vanaf 14 jaar.
Wat Kenmerken
Kerngedrag - Lange, gespannen blokkades, vaak met tremor
- Verlengingen en herhalingen
Secundair gedrag - Woord en situatieangst
- Subtiel en ocmplex vermijdingsgedrag (ze hebben vaak niet door
wat ze doen)
Emoties en cognities - Angst, schaamte, frustratie
- Gevoel van controleverlies
- Negatief zelfbeeld
De volgende componenten komen bij het stotteren aan de orde:
Component Wat houdt het in
Cognitief component Hoe de stotteraar over zichzelf en het stotteren denkt
Emotioneel component Hoe de stotteraar zich onder het stotteren voelt
Gedrag Hoe de stotteraar met zijn stotteren omgaag