Activiteitenplan (per activiteit invullen!)
Naam activiteit: Peuter Yoga, uitdagend en rustgevend.
Onderdeel Criterium
1. Beginsituatie: Wat is de beginsituatie? 1
Hoe past de activiteit bij de doelgroep?
Omschrijf de LECS (lichamelijk, emotioneel, cognitief en sociaal)
Op welke manier past deze activiteit bij jouw doelgroep? Denk aan uitkomsten uit
observatie, kind gegevens maar ook aan wat past bij jouw groep kinderen.
Ik heb gezien dat de kinderen van beweging houden, ze spelen vaak rollen spellen en doen
vaak dieren na. Hierdoor kreeg ik inspiratie om peuteryoga te geven.
Ik voer deze opdracht uit met de gehele klas, 2 tot 4 jaar oud. Het zijn 15 kindjes waarvan 4
VVE hebben. Door dat we verschillende leeftijden en ontwikkelingsniveaus hebben, is niets
verplicht en iedereen kan meedoen op zijn/haar eigen manier.
2. Doel: Beschrijf je doel/doelen bij de activiteit (SMART) 1
Welk(e) ontwikkelingsgebied(en) stimuleer je bij dit doel (let op dat kunnen er
meerdere zijn!)?
Aan het einde van de activiteit zijn de kinderen uitgedaagd en ontspannen. De kinderen
minstens 1 keer met elkaar samen gewerkt. En ik heb het gemeten door de vraag: hoe
ontspannen ben je nu voor de yoga les? En na de yoga les?
Tijdens het doen van Yogaspel stimuleert het kind meestal vier ontwikkelingsgebieden tegelijkertijd.
1. Motorische Ontwikkeling:
Deze ontwikkeling gaat over de manier van bewegen. Het heeft te maken met coördinatie,
houding, balans en spierspanning. Daarbinnen is er weer een onderscheid tussen fijne en
grove motoriek. Yogahoudingen zijn zowel grote als kleine bewegingen.
2. Sociaal-Emotionele Ontwikkeling:
Deze ontwikkeling gaat over de mogelijkheid tot het aangaan van relaties (met jezelf en met
anderen) en de ontwikkeling van emoties.
3. Cognitieve Ontwikkeling:
Deze ontwikkeling gaat over de manier waarop het kind iets interpreteert en leert. Het richt
zich op het denken, de aandacht en het geheugen.
4. Zintuiglijke Ontwikkeling:
Deze ontwikkeling gaat over de waarneming door middel van zintuigen. Het kind leert de
buitenwereld waar te nemen via prikkels. Deze prikkels komen binnen via de ogen, oren,
neus, mond en huid. Bij jonge kinderen (baby, dreumes, peuter) is het bekend dat zij veel
bezig zijn met zintuiglijke ontwikkeling. Maar ook oudere kinderen leren veel door hun
zintuigen te gebruiken en dat wordt nog weleens vergeten.
3. Bij welk domein past deze activiteit? 1
Sociaal spel
Het doen van yoga in de klas heeft ook een positief effect op de sociaal emotionele
ontwikkeling van kinderen. In het samenspel, werken kinderen samen.
4. Hoe heb je de kinderen betrokken bij de keuze van de activiteit? 1
Naam activiteit: Peuter Yoga, uitdagend en rustgevend.
Onderdeel Criterium
1. Beginsituatie: Wat is de beginsituatie? 1
Hoe past de activiteit bij de doelgroep?
Omschrijf de LECS (lichamelijk, emotioneel, cognitief en sociaal)
Op welke manier past deze activiteit bij jouw doelgroep? Denk aan uitkomsten uit
observatie, kind gegevens maar ook aan wat past bij jouw groep kinderen.
Ik heb gezien dat de kinderen van beweging houden, ze spelen vaak rollen spellen en doen
vaak dieren na. Hierdoor kreeg ik inspiratie om peuteryoga te geven.
Ik voer deze opdracht uit met de gehele klas, 2 tot 4 jaar oud. Het zijn 15 kindjes waarvan 4
VVE hebben. Door dat we verschillende leeftijden en ontwikkelingsniveaus hebben, is niets
verplicht en iedereen kan meedoen op zijn/haar eigen manier.
2. Doel: Beschrijf je doel/doelen bij de activiteit (SMART) 1
Welk(e) ontwikkelingsgebied(en) stimuleer je bij dit doel (let op dat kunnen er
meerdere zijn!)?
Aan het einde van de activiteit zijn de kinderen uitgedaagd en ontspannen. De kinderen
minstens 1 keer met elkaar samen gewerkt. En ik heb het gemeten door de vraag: hoe
ontspannen ben je nu voor de yoga les? En na de yoga les?
Tijdens het doen van Yogaspel stimuleert het kind meestal vier ontwikkelingsgebieden tegelijkertijd.
1. Motorische Ontwikkeling:
Deze ontwikkeling gaat over de manier van bewegen. Het heeft te maken met coördinatie,
houding, balans en spierspanning. Daarbinnen is er weer een onderscheid tussen fijne en
grove motoriek. Yogahoudingen zijn zowel grote als kleine bewegingen.
2. Sociaal-Emotionele Ontwikkeling:
Deze ontwikkeling gaat over de mogelijkheid tot het aangaan van relaties (met jezelf en met
anderen) en de ontwikkeling van emoties.
3. Cognitieve Ontwikkeling:
Deze ontwikkeling gaat over de manier waarop het kind iets interpreteert en leert. Het richt
zich op het denken, de aandacht en het geheugen.
4. Zintuiglijke Ontwikkeling:
Deze ontwikkeling gaat over de waarneming door middel van zintuigen. Het kind leert de
buitenwereld waar te nemen via prikkels. Deze prikkels komen binnen via de ogen, oren,
neus, mond en huid. Bij jonge kinderen (baby, dreumes, peuter) is het bekend dat zij veel
bezig zijn met zintuiglijke ontwikkeling. Maar ook oudere kinderen leren veel door hun
zintuigen te gebruiken en dat wordt nog weleens vergeten.
3. Bij welk domein past deze activiteit? 1
Sociaal spel
Het doen van yoga in de klas heeft ook een positief effect op de sociaal emotionele
ontwikkeling van kinderen. In het samenspel, werken kinderen samen.
4. Hoe heb je de kinderen betrokken bij de keuze van de activiteit? 1
