Samenvatting van het boek Inleiding ICT en recht
• Wolters Kluwer
• S.L. Gellaerts & C.M. Jobse
• laatste druk ( 7e druk, 2022)
• 9789013166736
Aangevuld met de hoorcolleges van de Hogeschool van Amsterdam, vak ICT en Recht.
Maar ook goed te gebruiken voor mensen die alleen de boeksamenvatting willen, zie hiervoor de
inhoudsopgave.
Inhoudsopgave
• WEEK 1 – INTRODUCTIE INLEIDING ICT & RECHT
• HOOFDSTUK 1: ICT EN RECHT: GRUWELIJK BREED
• WEEK 2 – BASISPRINCIPES ICT
• HOOFDSTUK 2: SOFT- EN HARDWARE
• WEEK 3 – DATABANKEN
• HOOFDSTUK 3: HERHALING JIV
• WEEK 4 – ELEKTRONISCHE COMMUNICATIE
• HOOFDSTUK 4: COMMUNICATIE
• WEEK 5 – KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE
• HOOFDSTUK 5: ARTIFICIAL INTELLIGENCE & MACHINE DISCOVERY
• WEEK 6 – BEVEILIGING EN BIG DATA
• HOOFDSTUK 6: BIG DATA
• WEEK 7 – BLOCKCHAIN
• HOOFDSTUK 7: HOE WERKT HET?
• WEEK 1 – OVERHEID EN ICT
• HOOFDSTUK 8: HOE WERKT HET?
• WEEK 2 – INTELLECTUEEL EIGENDOMSRECHT
• HOOFDSTUK 9: HOE WERKT HET?
• WEEK 3 – AUTEURSRECHT & DATABANKENRECHT
• HOOFDSTUK 10: AUTEURSRECHT
• WEEK 4 – PRIVACYRECHT (1)
• HOOFDSTUK 11: RECHT OP PRIVACY
• WEEK 5 – PRIVACYRECHT (2)
• HOOFDSTUK 12: RECHT OP PRIVACY
• WEEK 6 – COMPUTERCRIMINALITEIT
• HOOFDSTUK 12: CYBERCRIME
• WEEK 7 – ICT-CONTRACTEN
• HOOFDSTUK 13: INHOUDELIJK, MATERIEEL
, Week 1 – Introductie inleiding ICT & Recht
Hoofdstuk 1: ICT en recht: gruwelijk
breed
1.1 De basis
Men dient in week 1 een aantal begrippen te kennen:
1. LegalTech: dit is een wetenschap die gericht is op de evolutie in de juridische wereld
2. Object van het recht: dit wordt ookwel onderwerp van het recht genoemd. Dit gaat over de
onderwerpen: privacy, auteursrecht, communicatie, cybercrime, databankenrecht.
3. Bijdrage aan het recht: is gericht op de digitalisering van de juridische wereld.
a. De beslisboom: digitale applicatie, waarbij men ja/nee vragen krijgt en afhankelijk van
het gegeven antwoord krijgt men een bepaalde vervolg vraag, tot zij uiteindelijk tot
een beslissing komen. Dit ziet men vaak wanneer hij of zij een uitkering gaat
aanvragen en erachter wil komen of hij/zij in aanmerking komt.
4. LaaS-dienstverlening: infrastructure as a service (IaaS) is een vorm van cloud computing/
opslag ruimte waarvoor je betaald (virtueel/opslag opmaat in de cloud)
5. Cloud: computing is een informatietechnologie die via een netwerk toegang geeft tot
gegevens, software en hardware.
6. Programmatuur: is een ander woord voor software
Lawrence Lessig heeft een belangrijke rol gespeeld in het reguleren van de digitale wereld. Hij heeft
hiervoor 4 manieren bedacht.
1. Het recht.
Het recht is – in ieder geval voor juristen – duidelijk 1 van de methoden om ‘iets’ te
reguleren. Het gaat hier om bijvoorbeeld een bepaalde gedraging te verbieden.
Bijvoorbeeld: de nieuwe wet voor het verbieden van telefoneren op je telefoon.
2. De markt.
Door de prijzen hoger of lager te maken kan de markt partijen verleiden een bepaalde
richting te kiezen. Denk hierbij aan accijnzen op benzine, sigaretten of alcohol.
De overheid drijft doormiddel van accijnzen de prijs van bepaalde goederen op, waardoor
mensen worden ‘gestimuleerd’ om het openbaar vervoer te kiezen, of minder te gaan roken
of drinken.
3. Sociale normen.
Hoewel dit in Nederland niet wettelijk is bepaald, gebruiken heren het herentoilet en dames
het damestoilet. Overtreding van deze norm zal leiden tot ‘vreemde blikken’ maar niet tot
een gevangenisstraf.
4. De "architectuur"/techniek: codes Netflix voor kijken per land
Dit is een norm die dwingender van aard is. Architectuur of techniek stelt de bouwer in staat
het gedrag van mensen te reguleren. Denk hierbij aan verkeersdrempels waardoor men niet
harder kan rijden over en bepaalde weg, zonder schade aan je auto te krijgen. De hoogte van
een viaduct bepaalt wie er over een bepaalde weg kan rijden. Door het plaatsen van een laag
viaduct heeft de architect -ondanks dat het niet wettelijk verboden is- het de vrachtwagen
onmogelijk gemaakt om over deze weg te rijden. Via architectuur kan hij vrachtwagens laten
omrijden en bijvoorbeeld fietsers wel ‘toestemming’ geven om over deze weg te rijden.