Hoofdstuk 1 Marktvormen
1.1 Een perfecte markt
Op welke markt kom je als startend bedrijf terecht?
Het is belangrijk om een aantal zaken goed te onderzoeken.
- Het aantal aanbieders op de markt*
- Homogeen of heterogeen product*
- Marktomvang
- Winstgevendheid
- toetredingsdrempels
*Deze twee factoren bepalen de marktvorm.
Marktvormen
aantal aanbieders homogeen product heterogeen product
veel volkomen concurrentie monopolistische concurrentie
weinig homogeen oligopolie heterogeen oligopolie
één monopolie
Volkomen concurrentie: De prijs ontstaat door vraag en aanbod, en producenten zijn enkel
hoeveelheidsaanpassers.
Kenmerken volkomen concurrentie:
- Veel aanbieders en vragers; Op de markt voor volkomen concurrentie is sprake van veel
aanbieders en veel vragers.
- Homogene producten; Alle producten zijn in de ogen van de consument hetzelfde.
- Vrije toetreding; Op de markt voor volkomen concurrentie is geen sprake van
toetredingsdrempels.
- Transparante markt; Iedere vrager en aanbieder heeft volledig inzicht in het totale
aanbod, de prijs en eventuele andere voorwaarden.
- Zelfde kosten en technologie; Elke aanbieder heeft dezelfde manier van produceren en
heeft dus ook dezelfde kosten als de andere producenten.
Het marktmodel op een markt van volkomen concurrentie ziet er als volgt uit:
Prijsvorming voor individuele aanbieder is de prijs een gegeven:
p=MO=GO
p = prijs
MO = marginale opbrengst
GO = gemiddelde
opbrengst
GTK = gemiddelde totale
kosten
GVK = gemiddelde
variabele kosten
MK = marginale kosten
, Het punt waar de GO-lijn en de GTK-lijn elkaar snijden ligt het Break-even-punt. Voorbij dit punt
wordt er winst gemaakt.
Omdat op elke productiehoeveelheid MO > MK, zal de winst altijd toenemen bij extra productie.
Winst wordt alleen begrensd door de productiecapaciteit. Hier is de winst maximaal.
Maximale winst bij volkomen concurrentie
● Des te meer je verkoopt, des te groter het verschil tussen
GO en GTK
● Door afzet te maximaliseren behaalt een producent de
grootste totale winst.
Maximale productiecapaciteit = 1000
Hier is ook de winst maximaal.
Soorten monopolie:
- Natuurlijk monopolie
- Staatsmonopolie
- Technisch monopolie
- Feitelijk monopolie
1.2 De enige aanbieder (monopolie)
Als de enige aanbieder kun je zelf de prijs bepalen; de consument bepaalt hoeveel zij voor deze
prijs afneemt. Hierdoor is de vraaglijn gelijk aan de
gemiddelde opbrengstenlijn (GO).
Doelstelling bij het bepalen van de prijs is:
- maximale omzet (MO = 0)
- maximale winst (bij MO = MK)
Gemiddelde en marginale kosten en opbrengsten van een
monopolist.
● GO = vraagcurve, geeft aan hoeveel een
monopolist bij iedere prijs kan afzetten.
● MO = Afgeleide van GO, daalt altijd twee keer zo
snel.
● MK = de extra kosten als je één product verkoopt.
Zolang MO > MK → totale winst neemt toe bij extra productie.
Zodra MO = MK (winst maximaal) → Geen extra winst meer bij extra productie.
Zolang MO < MK → totale winst neemt af bij extra productie.
Maximale winst arceren:
stap 1: Neem snijpunt MO = MK
stap 2: Bepaal welke hoeveelheid (q) hierbij hoort.
stap 3: Bepaal de prijs bij deze hoeveelheid.
stap 4: Bepaal snijpunt met GTK.
stap 5: Teken de rechthoek en arceer de
oppervlakte.