100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Sociaal Culturele Ontwikkelingen in Nederland Journalistiek

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
15
Geüpload op
26-01-2023
Geschreven in
2022/2023

In dit document wordt het boek 'Samenlevingen. Inleiding in de Sociologie' besproken. De hoofdstukken 1, 2 en 8 t/m 10 komen aan bod.










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
Hoofdstuk 1/2 en 8 t/m 10
Geüpload op
26 januari 2023
Aantal pagina's
15
Geschreven in
2022/2023
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Sociaal Culturele Ontwikkelingen
Hoofdstuk 1. Het terrein van de Sociologie

1.1 Wat is Sociologie?
 Sociologie: de wetenschap van de manieren waarop mensen samenleven  of wetenschap van
de maatschappij.
 Wetenschap van sociale netwerken  sociaal netwerk is een te onderscheiden geheel van
relaties en actoren (individuen of groepen)  een actor kan verschillende sociale posities
innemen in de groep.
 In sociologie wordt gezocht naar overeenkomsten en verschillen tussen uiteenlopende vormen
van menselijk samenleven  samenhang tussen economische ontwikkelingen en godsdienstige
overtuigingen, etc.
 Sociologen kijken naar alle aspecten in de samenleving (rechtspraak, politiek, economie,
onderwijs, vrijetijd, etc.)  wanneer zij dit bestuderen kijken ze hier anders naar dan de
gespecialiseerden, ze kijken naar het verband tussen de verschillende aspecten in een
samenleving.

1.2 Over de aard van de sociale werkelijkheid
 Sociaal: alles wat zich tussen mensen afspeelt (positief en negatief), het staat niet naar politiek
en economie maar omvat deze gebieden ook.
 Iedereen vormt samen de maatschappij  alle individuen horen bij de maatschappij, of je het wil
of niet  iedereen heeft verbindingen met anderen en zijn gevormd door hun naasten en hun
netwerk.

1.3 Interactie
 Interactie: het reageren van mensen op elkaar  het handelen van de één de directe aanleiding
is voor het handelen van de ander.
 Soms is interactie gericht op een doel die buiten de interactie zelf ligt  klant en verkoper in een
winkel  dit is een instrumentele interactie.
 Sociaal handelen (Weber): het handelen dat georiënteerd is op het gedrag van andere mensen
 eigenlijk al het handelen is dan sociaal, bij alles wat je doet denk je bewust of onbewust na
over wat een ander vindt.
 Er is altijd onderlinge verwevenheid tussen individuen  het gedrag van iemand is te herleiden
uit het gedrag van een ander  denk je iemand weg, dan is het gedrag niet te begrijpen.

 Hoe groter een groep, hoe minder goed de reactie van een ander te voorspellen is en hoe minder
een individu hier invloed op heeft  in sommige gevallen elementen van voorspelbaarheid,
namelijk wanneer contacten elkaar vaker zien  ze vormen gewoontes.
 Daarnaast voorspelbaarheid door normen  algemene ‘regels’ die belangrijk zijn in de omgang
met anderen.

1.4 Cultuur
 Cultuur: het gedragsrepertoire en de denkbeelden die mensen aangeleerd hebben en die zij in
een bepaalde groep of samenleving gemeen hebben.

Cultuur en socialisatie
 Mensen die met elkaar omgaan, beïnvloeden elkaar  hoe meer je met elkaar omgaat, hoe
meer gewoontes je gaat creëren en hoe meer je op elkaar gaat lijken  cultuur.

,  Door het doorgeven van de cultuur aan de nieuwe generatie blijft een samenleving langer
bestaan  hierdoor verandert een samenleving ook: wat kinderen van volwassenen leren is
geen exacte kopie.
 Socialisatie: de leerprocessen die leiden tot kinderen die volwassen leden worden van een
samenleving  het doorgeven van een samenleving of cultuur aan de volgende generatie.
 Socialisatie ook door imitatie (het nabootsen van gedrag van de ouders), identificatie (het kind
wil zijn zoals degene die hij imiteert) en dwang (het kind leert normen en waarden d.m.v.
straffen en beloningen).
 Internalisering: proces waarin gedragsvoorschriften afkomstig van anderen onderdeel worden
van de persoonlijkheid van een individu  ouders vinden op dit punt de socialisatie geslaagd
 bijvoorbeeld zindelijk worden.
 Socialisatie is meer dan het aanleren van specifieke kennis en vaardigheden  normen en
waarden aangeleerd, gevoelens en neigingen worden gevormd of omgevormd.
 Subcultuur: een bepaalde groep in een samenleving die een variant vormt op de dominante
cultuur en samenleving.
 Het zelfbeeld ontwikkelt zich tijdens het opgroeien van het kind  dit wordt mede gevormd
door socialisatie en de houding van anderen tegenover hem of haar.

‘Natuur’ en ‘cultuur’
 Nature en nurture: natuur en cultuur  is alles aan het gedrag van een persoon aan te passen?
Of zijn er bepaalde eigenschappen aangeboren?  Tegenwoordige studies laten zien dat
menselijk gedrag niet aangeboren óf aangeleerd is, maar aangeboren én aangeleerd.
 Door de ontwikkeling van de menselijke hersenen is het mogelijk om door je sociale omgeving
beïnvloed te worden voor je gedrag.

1.5 Interdependentie
 Interdependentie: de onderlinge afhankelijkheid tussen mensen  mensen kunnen niet zonder
elkaar en hebben elkaar nodig.

Afhankelijkheid
 Mensen zonder bindingen bestaan niet, iedereen heeft iemand of meerdere mensen nodig.
 Tegenwoordig weten we vaak niet eens van wie we afhankelijk zijn  door productie van
goederen en producten die over de hele wereld worden gemaakt.
 In groepen is afhankelijkheid vaak in de vorm van macht  iemand met meer macht heeft meer
te zeggen en daar ben je meer afhankelijk van.
 De individualisering heeft niks te maken met minder afhankelijk zijn  individualisering houdt in
dat men minder behoefte heeft aan de mening van de directe omgeving of van religie of politiek
 mensen zijn nog steeds afhankelijk van elkaar.

Vier typen bindingen
 Economische bindingen: de bindingen waarbij mensen afhankelijk zijn voor de productie van
goederen (eten, kleding, onderdak)  mensen specialiseren zich op de arbeidsmarkt, de
arbeidstaken die ze niet doen maakt ze afhankelijk van anderen die dat werk doen.
 Politieke bindingen: mensen hebben een gevoel van bescherming nodig  door je aan te sluiten
bij een groep die hetzelfde denkt als jij (over bestuur, maar ook geweld) ontwikkel je politieke
bindingen.
 Affectieve bindingen: men heeft behoefte aan steun en liefde, begint al bij de geboorte met
contact  men heeft de neiging om ergens bij te willen horen (vereniging, stad of land)
 afhankelijkheden tussen mensen die betrekking hebben op de positieve en negatieve
gevoelens die ze voor elkaar koesteren zijn affectieve bindingen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
laurasmeenge Hogeschool Windesheim
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
11
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
3
Documenten
10
Laatst verkocht
2 maanden geleden

3,5

2 beoordelingen

5
0
4
1
3
1
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen