achtergrond kwalitatief onderzoek
Kwalitatief onderzoek is het uitvoeren van interviews, gesprekken 1-1, observatieonderzoek (= gedrag
van mensen observeren en daar conclusie uittrekken) en focus groepen (= vragen stellen aan mensen
waarop ze kunnen antwoorden en op elkaar kunnen reageren)
Kenmerken
- Doel en verzamelde data
- Doel → diepgaand begrip van een onderwerp met aandacht voor context en
persoonlijke ervaringen.
→ verschillende interpretaties van fenomenen zo duidelijk en volledig mogelijk weer te
geven.
- Niet: generalisatie naar populatie
- Niet-gestandaardiseerde methode om data te verzamelen, die aangepast kan worden
aan de situatie of deelnemer. Vragen staan niet strak vast. → Verzamelde data is rijk en
gedetailleerd
- Doel van analyse
- Het onderzoek is exploratief → open voor nieuwe inzichten en theorieën
- Niet: hypothesetoetsend
- Doel van analyse is om unieke bijdragen van individu te behouden en weer te geven,
naast het zoeken naar gedeelde uitkomsten
- Kwalitatief onderzoek → dataverzameling → hypothesevorming → conclusie
- kwantitatief onderzoek → hypothesevorming → dataverzameling → conclusie
- Steekproeven → kleine omvang en zijn doelbewust geselecteerd op basis van criteria
- De rol van de onderzoeker is reflexief → is zich bewust van de invloed van zijn/haar
verwachtingen en aanwezigheid bij het ontstaan van de resultaten. De onderzoeker heeft
invloed op betrouwbaarheid, validiteit en generaliseerbaarheid van resultaten.
Filosofische aspecten van sociaal onderzoek
Ontologie → houdt zich bezig met opvattingen over de wereld en wat we weten over de wereld.
Belangrijke vragen zijn: is er sprake van een sociale werkelijkheid die onafhankelijk is van persoonlijke
interpretaties? Of is er een algemene sociale werkelijkheid of zijn er meerdere werkelijkheden die
afhankelijk zijn van de context
- Realisme → beweert dat er sprake is van een externe werkelijkheid die onafhankelijk bestaat
van het geloof en begrip van mensen
- Naïef realisme → de werkelijkheid kan direct geobserveerd worden
- Voorzichtig réalisme → de werkelijkheid kan geschat worden
- Diepte réalisme → de werkelijkheid bestaat uit verschillende domeinen die in
verschillende maten geobserveerd kunnen worden
- Subtiel réalisme → de sociale werkelijkheid bestaat onafhankelijk van het subjectieve,
individuele begrip
- Materialisme → beweert dat er sprake is van een echte wereld, maar dat deze alleen in
stand wordt gehouden door materiële en fysieke eigenschappen.
- Idealisme → beweert dat de werkelijkheid alleen kenbaar is door de menselijke geest en door
sociaal geconstrueerde betekenissen.
1
, - Subtiel idealisme → de sociale wereld bestaat uit sociale constructies en wordt door
mensen gedeeld.
- Radicaal idealisme → er bestaat geen gedeelde sociale werkelijkheid, alleen individuele
constructen van de werkelijkheid
Epistemologie → houdt zich bezig met manieren om kennis op te doen en te leren over de sociale
wereld. 3 discussies :
1. Relatie tussen de onderzoeker en wat er onderzocht moet worden. Een onderzoek is waardevrij
als de deelnemer geen afwijkend gedrag laat zien.
2. Theorieën over de waarheid → er moet een match zijn tussen de observaties van de natuurlijke
wereld en de onafhankelijke realiteit.
3. De manier waarop kennis wordt verworven
a. Inductive process → bottom-up, kennis wordt vergaard door het observeren van
processen
b. Deductieve process → top-down, hypotheses worden opgesteld die vervolgens getest
worden.
Twee filosofische perspectieven op kwalitatief onderzoek
- Positivisme → de wereld is een op zichzelf staande werkelijkheid die objectief waar te nemen is.
Onderzoek draait dus om het verzamelen van meetbare feiten
- Hypothese is wetenschappelijk afgeleid zodat ze empirisch getest kunnen worden.
- Feiten en waarden zijn gescheiden, waardoor waardevrij onderzoek mogelijk is.
- Doel van onderzoek→ om tot generaliseerbare kennis te komen → algemeen geldende
wetmatigheden ontdekken
- Interpretivisme → de wereld is sociaal geconstrueerd, pure waarheid bestaat niet je
interpreteert zelf wat je ziet/ruikt/voelt
- Werkelijkheid kan alleen toegankelijk worden gemaakt dmv sociale constructen
- Doel van onderzoek → sociale werkelijkheid onderzoeken aan de hand van
perspectieven en interpretaties. Generaliseerbaarheid niet van groot belang, context is
belangrijk.
Diversicatie van kwalitatief onderzoek
- Etnografie → draait om begrijpen sociale en culturele wereld, vaak dmv deelnemen aan de
samenleving
- Fenomenologie → het omschrijven van de betekenis die mensen aan een bepaald fenomeen
geven
- Ethnomethodologie → onderzoek hoe mensen in praktijk de sociale wereld betekenis geven
2
, - Symbolisch interactionisme → het onderzoeken van interacties tussen mensen en de
betekenissen die zij geven aan hun sociale omgeving, om beter hun gedrag te begrijpen
- Grounded theory → het analyseren van data met als doel sociale processen uit te leggen
- Critical theory → onderzoekt hoe mensen sociale restricties verbreken, zoals feminisme
De toepassing van kwalitatief onderzoek
Theoretisch onderzoek = heeft als doel het testen, generen of versterken van denken binnen een
vakgebied
Toegepast onderzoek = houdt zich bezig met het gebruik van de opgedane kennis, om direct bij te
dragen aan het begrijpen en aan de oplossing van een hedendaags probleem.
Kwant of Kwali onderzoek?
- Kwant → meten van dingen die geteld kunnen worden m.b.v vooraf bepaalde categorieën.
- Toetst causale verbanden, laat zien in hoeverre een vooraf opgestelde hypothese
ondersteund wordt. Doel is generalisatie naar populatie
- Toetsend van aard → onderzoek toetst vooraf opgestelde hypo. Conclusie is wel/niet
ondersteund, hoe sterk, in hoeverre
- Maar… kijkt niet naar context, validiteit in andere situatie/real life? Zijn er alternatieve
verklaringen dan die in de hypothese?
- Kwali → focust op mensen hun ervaring en de betekenissen die ze geven aan gebeurtenissen.
- Geeft nieuwe inzichten, geeft rijke data waar patronen uit naar voren kunnen komen.
Doel is zo volledig mogelijk beeld van het onderzoeksonderwerp.
- Exploratief van aard → hypothese ontstaat tijdens het onderzoek. Conclusie: a speelt
een rol bij ontstaan van b, c kan oplossing zijn voor d
- Maar… subjectief, gevoelig voor interpretatie, moeilijk validiteit en betrouwbaarheid
bepalen
Kwalitatief geschikter als.. Onderzoeksonderwerp relatief onbekend is / gevoelig ligt / moeilijk
definieerbaar / onoverzichtelijk is. Ook als persoonlijke ervaringen belangrijk zijn voor het onderzoek.
Functie van kwalitatief onderzoek
1. Contextual research question → wat houdt een concept precies in / definities. Wat verstaan
zorgverleners onder welzijn? Wat is goed ouderschap?
2. Explanatory research question → verklaringen zoeken
3. Evaluative research question → wanneer werkt iets en wanneer niet. Beoordeeld de effectiviteit
van iets wat bestaat. Wanneer draagt x bij aan y?
4. Generative research question → nieuwe ideeën genereren. Welke maatregelen kunnen we
nemen om welzijn te vergroten?
Ontwerpen van Kwalitatief onderzoek
Kiezen van een onderzoeksontwerp
1. Formulering van een onderzoeksvraag → Eisen :
- Duidelijk / ondubbelzinnig / gefocust, maar niet te erg / relevant / betekenisvol
- Geschikt voor beantwoording dmv dataverzameling
- gebaseerd/gerelateerd aan bestaande theorie
3