9.1 t/m 9.2
9.1 Inleiding
hierin word belasting geheven over lichamen, voornamelijk rechtspersonen, zoals bv’s,
nv’s en stichtingen
9.2 subjectieve belastingplicht
om erachter te komen wie het subject is voor de vpb word er onderscheidt gemaakt
tussen binnenlands en buitenlandse belastingplichtingen.
Een binnenlands belastingplichtige word belast voor zijn winst over de hele wereld.
Een buitenlands belastingplichtige word alleen belast voor de winst die afkomstig is uit
nederland.
9.2.2 binnenlands belastingplicht
Een lichaam is binnenlands belastingplichtig als het:
1. in nederland gevestigd is
2. genoemd staat in art 2 lid 1 VPB
1. Feitelijke vestigingsplaats, hierbij word er gekeken waar de bestuursleden leiding
geven aan het lichaam
Fictieve vestigingsplaats, hierbij word een lichaam geacht in nederalnd te zijn
gevestigd als het is opgericht naar nederlands recht.
2. In art 2 lid 1 vpb staan alle lichamen genoemd die belastingplichtig zijn als zij in
nederland zijn gevestigd.
9.2.3 vrijstellingen
de vpb kent een aantal subjectieve vrijstellingen. Als een lichaam subjectief is
vrijgesteld, betekent dit dat het lichaam niet belastingplichtig is.
- Subjectieve vrijstellingen - Art 5/6 VPB
9.1 t/m 9.2 1
, - Vrijgestelde beleggingsinstelling - Art 6a VPB
- Vrijgestelde lichamen - Art 6b en 6c VPB
9.1 t/m 9.2 2
, 9.3.6 t/m 9.3.9
9.3.6 Kapitaalstorting
Een storting van kapitaal behoort logischerwijs niet tot de winst, omdat dit geen
opbrengst uit de bedrijfsoefening is, maar een betaling door de aandeelhouder.
Er zijn 3 vormen van kapitaalstorting:
Nominaal gestort kapitaal
Agio
Informeel kapitaal
De eerste twee vormen spreken voor zich: de aandeelhouder stort geld op aandelen en
het meerdere dat de aandeelhouder stort bovenop het nominale aandelenkapitaal is het
agio
De derde vorm is de ‘onzichtbare’ kapitaalstorting. de aandeelhouder bevoordeelt de
vennootschap dan zonder dat er in formele zin sprake is van kapitaal.
Dit kan op verschillende manieren; zo kan een aandeelhouder een bedrijfsmiddel tegen
een niet zakelijk bedrag verkopen aan de vennootschap (informeel kapitaal in de
vermogenssfeer)
Informeel kapitaal is slechts een fiscaal begrip en zal commercieel niet voorkomen.
Wanneer een lening dusdanige eigenschappen heeft dat zij lijkt op eigen vermogen
(spreken we dan van een ‘deelnemerschapslening’), is sprake van informeel kapitaal.
9.3.7 Onttrekkingen
Bij de vermogensvergelijking moet een correctie worden uitgevoerd voor de
onttrekkingen. Dit komt doordat onttrekkningen wel het vermogen verlagen, maar geen
kosten zijn.
Denk hierbij aan: Winstuitdelingen, ingehouden bronbelastingen en inaanmerking
genomen vpb.
9.3.6 t/m 9.3.9 1
9.1 Inleiding
hierin word belasting geheven over lichamen, voornamelijk rechtspersonen, zoals bv’s,
nv’s en stichtingen
9.2 subjectieve belastingplicht
om erachter te komen wie het subject is voor de vpb word er onderscheidt gemaakt
tussen binnenlands en buitenlandse belastingplichtingen.
Een binnenlands belastingplichtige word belast voor zijn winst over de hele wereld.
Een buitenlands belastingplichtige word alleen belast voor de winst die afkomstig is uit
nederland.
9.2.2 binnenlands belastingplicht
Een lichaam is binnenlands belastingplichtig als het:
1. in nederland gevestigd is
2. genoemd staat in art 2 lid 1 VPB
1. Feitelijke vestigingsplaats, hierbij word er gekeken waar de bestuursleden leiding
geven aan het lichaam
Fictieve vestigingsplaats, hierbij word een lichaam geacht in nederalnd te zijn
gevestigd als het is opgericht naar nederlands recht.
2. In art 2 lid 1 vpb staan alle lichamen genoemd die belastingplichtig zijn als zij in
nederland zijn gevestigd.
9.2.3 vrijstellingen
de vpb kent een aantal subjectieve vrijstellingen. Als een lichaam subjectief is
vrijgesteld, betekent dit dat het lichaam niet belastingplichtig is.
- Subjectieve vrijstellingen - Art 5/6 VPB
9.1 t/m 9.2 1
, - Vrijgestelde beleggingsinstelling - Art 6a VPB
- Vrijgestelde lichamen - Art 6b en 6c VPB
9.1 t/m 9.2 2
, 9.3.6 t/m 9.3.9
9.3.6 Kapitaalstorting
Een storting van kapitaal behoort logischerwijs niet tot de winst, omdat dit geen
opbrengst uit de bedrijfsoefening is, maar een betaling door de aandeelhouder.
Er zijn 3 vormen van kapitaalstorting:
Nominaal gestort kapitaal
Agio
Informeel kapitaal
De eerste twee vormen spreken voor zich: de aandeelhouder stort geld op aandelen en
het meerdere dat de aandeelhouder stort bovenop het nominale aandelenkapitaal is het
agio
De derde vorm is de ‘onzichtbare’ kapitaalstorting. de aandeelhouder bevoordeelt de
vennootschap dan zonder dat er in formele zin sprake is van kapitaal.
Dit kan op verschillende manieren; zo kan een aandeelhouder een bedrijfsmiddel tegen
een niet zakelijk bedrag verkopen aan de vennootschap (informeel kapitaal in de
vermogenssfeer)
Informeel kapitaal is slechts een fiscaal begrip en zal commercieel niet voorkomen.
Wanneer een lening dusdanige eigenschappen heeft dat zij lijkt op eigen vermogen
(spreken we dan van een ‘deelnemerschapslening’), is sprake van informeel kapitaal.
9.3.7 Onttrekkingen
Bij de vermogensvergelijking moet een correctie worden uitgevoerd voor de
onttrekkingen. Dit komt doordat onttrekkningen wel het vermogen verlagen, maar geen
kosten zijn.
Denk hierbij aan: Winstuitdelingen, ingehouden bronbelastingen en inaanmerking
genomen vpb.
9.3.6 t/m 9.3.9 1
