Domein D, module 2 – Markt
Deze module is deel 1 van het domein Markt. Zie voor deel 2: module 3.
1 De vraag naar producten
1.1 De individuele vraag
• Er ontstaat een individuele vraag naar producten vanuit de wens van een individu om
zijn behoeften te bevredigen. Dit is het verband tussen aantal gevraagde eenheden
en de prijs van het product.
o Hoe lager de prijs per stuk, hoe meer stuks de consument vraagt à de
individuele vraaglijn kent dan ook veelal een dalend verloop. Als de prijs
daalt, stijgt ten gevolge de gevraagde hoeveelheid.
o De individuele vraag geeft de betalingsbereidheid van een product weer –
de maximale prijs die een consument wil betalen per eenheid van een
gegeven aantal eenheden van het product.
• Je kunt berekenen in welke mate de consumptie van het product bijdraagt aan het
welbevinden van de consument. Dat kun je berekenen door het verschil te
berekenen tussen wat de consument bereid is uit te geven en uiteindelijk betaalt, en
dit voor alle gevraagde eenheden. Dan krijg je het individuele
consumentensurplus.
• Er zijn vijf factoren die de individuele vraag naar producten beïnvloeden:
o De individuele voorkeur. Iemand met een voorkeur voor een bepaald
product zal er meer voor willen betalen.
o Beschikbaar budget. De vraag neemt meestal toe zodra het budget groter
wordt. Soms wordt er ook minder gevraagd als het budget stijgt – zie 1.4
o Exogene factoren, waar het individu geen invloed op heeft. Zo stijgt de vraag
naar ijs bij mooi weer.
o Aanwezigheid van substitueerbare goederen. Er zijn meestal meerdere
producten om in een bepaalde behoefte te voordoen. Een boterham en appel
zijn bijvoorbeeld substitueerbare goederen bij het bevredigen van de behoefte
‘honger’.
§ Over het algemeen vermindert het bestaan van substituten de
individuele bereidheid om voor een bepaald product te betalen.
o Aanwezigheid van complementaire goederen. Dit zijn producten die samen
voorzien in bevrediging van een behoefte. Bij complementaire goederen zijn
steeds twee producten nodig om in een behoefte te voorzien. Denk aan
games bij een game console.
§ De betalingsbereidheid voor een product neemt toe als de consument
al een complementair goed bij dat product bezit.