Inhoudsopgave
Table of Contents
Samenvatting Interpersoonlijke vaardigheden OP2.2............................................................................1
Ouderen..............................................................................................................................................2
Vergrijzing.......................................................................................................................................2
Lichamelijk......................................................................................................................................2
Beeldvorming = categoriseren........................................................................................................2
Dementie............................................................................................................................................2
Aandacht........................................................................................................................................3
Geheugen.......................................................................................................................................3
Dementie in beeld..........................................................................................................................3
Dementie gedrag............................................................................................................................4
Rouw en verwerking...........................................................................................................................4
1
, Ouderen
Chronische leeftijd = De kalenderleeftijd. Iemand is op een bepaald moment geboren en heeft een
bepaalde leeftijd.
Functionele leeftijd = Wat iemand nog kan, fysiek en mentaal.
Vergrijzing
We worden met z’n allen steeds ouder. Binnen de bevolkingsgroep hebben de ouderen een groot
aandeel. Dit heeft verschillende oorzaken:
- Babyboom: Veel kinderen geboren tijdens de oorlog, deze kinderen worden nu oud.
- Levensverwachting: De welvaart wordt steeds beter en de levensverwachting wordt groter.
Er gaan minder kinderen bij geboorte/eerste levensjaren dood.
- Ontgroening: Vrouwen krijgen minder kinderen. Doordat er minder kinderen zijn, wordt het
deel ouderen groter.
Je krijgt een dubbele vergrijzing. Van alle ouderen, worden de ouderen ook steeds ouder.
Lichamelijk
Veroudering = Niet kunnen compenseren van schade. Oorzaken van veroudering:
- Excentrieke: Roken of dieet rijk aan verzadigde vetzuren.
- Intrinsieke: Koorts of oxidatie schade.
Beeldvorming = categoriseren
Gevolgen van categorisatie: vooroordelen, stereotypering en discrimineren beïnvloeden gedrag.
Vooroordelen: Een affectieve (gevoelsmatige) reactie
Stereotypen: Alle kenmerken die we aan de groep toekennen (cognitief)
Discrimineren: Letterlijk onderscheid maken
Cultuur en tijdsgeest. Er zijn bepaalde culturen waarbij ouderen bijvoorbeeld geëerd worden.
Vooroordelen kunnen zijn: incompetent, kostenpost, niet-productief, kwetsbaar, ongelukkig,
eenzaam en klagend. Dit wordt ook wel ageism genoemd. Dit is leeftijdsdiscriminatie.
Als iemand negatieve attitudes heeft met betrekking tot de leeftijd. Kan dit iemands leven 7,5 jaar
korter maken. Hierdoor worden mensen minder goed behandeld en krijgen ze onderbehandeling. Dit
leidt uiteindelijk tot hogere zorgkosten omdat ze dan onnodig lang rond lopen met ziektes.
Paternalistisch spraakgebruik = Gebruik van kindertaal naar ouderen.
De ouderen zijn geen homogene groep. De ene ouder is heel anders dan een andere oudere.
Dementie
Cognitief functioneren = De mate waarin je in staat bent om kennis en
informatie op te nemen en te vergelijken.
Tempo informatieverwerking = De snelheid waarin je in staat bent om
kennis en informatie te verwerken.
Gezonde achteruitgang door leeftijd
- Nog maar één gesprek tegelijk kunnen voeren
o Niet door elkaar praten
o Patiënt informeren als je tegen iemand anders praat
2