Nucleaire geneeskunde samenvatting OP2.2
2.2cNG1 Gated
Gated wil zeggen dat we gebruik maken van een trigger. Een lichaamseigen repeterend proces. We
gaan vooral kijken naar onderzoeken van het hart deze periode.
Bij een gated bloodpool onderzoek wordt er gekeken naar de pompfunctie van het hart. Bij sommige
patiënten loopt het bloed door omstandigheden terug en het is belangrijk om dat te monitoren. Het
is een onderzoek waarbij we met een kleine hoeveelheid licht radioactieve stof (tracer), de
pompfunctie van de linker hartkamer kunnen meten. Dit onderzoek kan gebeuren in het kader van
bepaalde hartziekten, of in verband met niet-cardiale aandoeningen.
Respiratory gating: Blokje op de borst van de patiënt voordat hij CT in gaat. Belangrijk voor
radiotherapie. Bij de voeten staat een camera die het blokje ziet. Je ziet hierbij heel mooi de tumor
mee bewegen met de ademhaling. Je weet nu daadwerkelijk hoe groot de tumor is, want het is geen
momentopname. En bij de bestraling kun je op vaste momenten zeggen wanneer je wel en niet
bestraalt. Daarmee bespaar je veel omringend weefsel. Ook dit noemen we gating.
Andere benamingen gated bloodpool: MUGA (multiple gated acquisition), Ejectiefractie bepaling,
hartfunctiescintigrafie, radionuclide angiografie, radionuclide ventriculography.
Doel gated bloodpool:
- Pompkracht (ejectiefractie): wordt uitgedrukt in een getal. Bijvoorbeeld 50% ejectiefractie
wil zeggen dat 50% is uit de ventrikels verdwenen en 50% is nog aanwezig en wordt dan
weer aangevuld tot 100%. 50% is normaal. Is het minder dan 50% dan is er iets
problematisch aan de hand.
- Wandbewegingen: We kijken naar het filmpje om ook wandbewegingen van het ventrikel te
kunnen beoordelen. Bij een infarct kan het bijvoorbeeld zijn dat een wand niet goed mee
beweegt.
Indicaties:
- Evaluatie LV pompfunctie
- Niet ischemische hartaandoeningen
- Aangeboren hartafwijkingen
Het gated bloodpool onderzoek:
Rode bloedcellen worden gelabeld met technetium. Dit kan In-vivo gebeuren,
dus in het lichaam. Of het kan In vitro gebeuren, dus in glas in de labkast. Je
neemt dan alleen bloed af en gaat dat labelen in het laboratorium. Hoe meer
er achter glas gebeurt hoe beter de labelling. Ook kan het een combinatie van
deze twee zijn. Op je scan kijk je naar bloed. Je ziet dus bloedvaten en de
boezems en ventrikels van het hart.
,Acquisitie - drie rustopnamen:
- LAO 30 tot 45 graden (+10 graden cr-ca tilt voor bepaling EF) is de belangrijkste opname. Hiermee
krijg je het meest optimaal het linker ventrikel in beeld. De tilt doe je om de camera in de vorm van
het lichaam te zetten en omdat je dan het atrium los van het ventrikel te zien krijgt.
- LAO 70 graden (aanvullend)
- Anterior (aanvullend)
Stelling: EF is uit één hartslag te bepalen. In principe wel, maar we hebben er veel meer nodig. Niet
elke hartslag is hetzelfde en je maakt heel veel opnames binnen een hartslag. Door er veel meer te
meten krijg je een betrouwbare ejectiefractie die de gemiddelde hartslag representeert.
Probleem: telstatistiek. Weinig counts met hele korte opnames.
Oplossing: digitale sommatie van groot aantal hartslagen.
Processing:
Smoothing:
- Spatiële smoothing (convolutie filter). Gebruik je wanneer een afbeelding niet prettig is om
naar te kijken. Hierdoor wordt je afbeelding scherper en smoother. Waarden tegen elkaar
uitmiddelen en de scherpe randjes daarmee verdwijnen.
- Temporele smoothing. Een pixel pak je op tijdstip 0, 1 en -1 en die ga je ook tegen elkaar
uitmiddelen.
Ejectiefractiebepaling
- Komt tot stand door ROI’s
- Ejectiefractie formule (Ejectiefractie= (einddiastole-eindsystole)/einddiastole x 100%)
Einddiastole=maximaal gevuld. Eindsystole=maximaal geleegd.
Fasebeelden: Het moment van contractie van de pixels, onderling met elkaar
vergelijken. Principe: EF-curve per pixel maken referentiepixel. Je verwacht bij
een gezond hart dat rechter en linker ventrikel op hetzelfde moment
samentrekken. Het is belangrijk dat de ventrikels dezelfde kleur hebben.
Amplitudebeelden: Visualisering van de mate van contractie (samentrekking). De amplitude van
iedere pixelejectiecurve wordt bepaald. Is niet een kleur bij een normaalbeeld. Het gaat om de
buitenzijde van het ventrikel. Rechts is afwijkend.
, 2.2wNG1 Gated
ECG (elektrocardiagram): Elektrische signalen
Sinusknoop zegt samentrekken, bloed mag uit deze ruimte gepompt worden. Sinusknoop zorgt voor
depolarisatie van de atria (spieren krijgen het seintje voor samentrekken). Beeld zich af in ECG als
eerste golf, de P golf.
Daarna naar AV-knoop. Zorgt ervoor dat het signaaltje afgegeven wordt aan beide ventrikels.
Stroompje zorgt ervoor dat de ventrikels samentrekken. Je ziet het QRS complex. Het samentrekken
van beide ventrikels. QRS complex vorm heeft te maken met hoe het stroompje loopt.
Dan heb je een herstelfase die ook geregistreerd wordt en dat is onze T golf. Het moment van
depolarisatie naar repolarisatie.
Repolarisatie wordt overschaduwd door het signaal van het samentrekken van beide ventrikels.
ECG- gating
We pakken een proces dat zich herhaalt – triggering. We gaan bij een ECG triggeren op de R-top,
want die is het hoogst. Aan de hand van frames gaan we een bewegend beeld krijgen. Hoe meer
frames, hoe soepeler je filmpje verloopt. Tussen de top het frame plaatsen. We gaan een window
plaatsen bij een onregelmatige hartslag van 10%. Bijvoorbeeld 5% boven en 5% onder het
gemiddelde pak je nog mee. De rest laat je er buiten. Zo krijg je toch een mooi plaatje. De scan kan
bij een onregelmatige hartslag wel wat langer duren. Dit komt omdat je alleen de hartslagen pakt die
binnen dat window vallen. Als de hartslag heel onregelmatig is kun je ook nog het window breder
maken.
16 frames zijn voldoende. Je kan 32 frames gebruiken bij patiënten die problemen hebben met de
wand van het hart.
Beat histogram: Daarin komt de hartslag van de patiënt in een diagram te staan. Er komt een
gemiddelde hartslag uit.
De telstatistiek is tussen een hartslag in heel erg laag. Daarom moet je veel meer hartslagen
registreren.
2.2cNG1 Gated
Gated wil zeggen dat we gebruik maken van een trigger. Een lichaamseigen repeterend proces. We
gaan vooral kijken naar onderzoeken van het hart deze periode.
Bij een gated bloodpool onderzoek wordt er gekeken naar de pompfunctie van het hart. Bij sommige
patiënten loopt het bloed door omstandigheden terug en het is belangrijk om dat te monitoren. Het
is een onderzoek waarbij we met een kleine hoeveelheid licht radioactieve stof (tracer), de
pompfunctie van de linker hartkamer kunnen meten. Dit onderzoek kan gebeuren in het kader van
bepaalde hartziekten, of in verband met niet-cardiale aandoeningen.
Respiratory gating: Blokje op de borst van de patiënt voordat hij CT in gaat. Belangrijk voor
radiotherapie. Bij de voeten staat een camera die het blokje ziet. Je ziet hierbij heel mooi de tumor
mee bewegen met de ademhaling. Je weet nu daadwerkelijk hoe groot de tumor is, want het is geen
momentopname. En bij de bestraling kun je op vaste momenten zeggen wanneer je wel en niet
bestraalt. Daarmee bespaar je veel omringend weefsel. Ook dit noemen we gating.
Andere benamingen gated bloodpool: MUGA (multiple gated acquisition), Ejectiefractie bepaling,
hartfunctiescintigrafie, radionuclide angiografie, radionuclide ventriculography.
Doel gated bloodpool:
- Pompkracht (ejectiefractie): wordt uitgedrukt in een getal. Bijvoorbeeld 50% ejectiefractie
wil zeggen dat 50% is uit de ventrikels verdwenen en 50% is nog aanwezig en wordt dan
weer aangevuld tot 100%. 50% is normaal. Is het minder dan 50% dan is er iets
problematisch aan de hand.
- Wandbewegingen: We kijken naar het filmpje om ook wandbewegingen van het ventrikel te
kunnen beoordelen. Bij een infarct kan het bijvoorbeeld zijn dat een wand niet goed mee
beweegt.
Indicaties:
- Evaluatie LV pompfunctie
- Niet ischemische hartaandoeningen
- Aangeboren hartafwijkingen
Het gated bloodpool onderzoek:
Rode bloedcellen worden gelabeld met technetium. Dit kan In-vivo gebeuren,
dus in het lichaam. Of het kan In vitro gebeuren, dus in glas in de labkast. Je
neemt dan alleen bloed af en gaat dat labelen in het laboratorium. Hoe meer
er achter glas gebeurt hoe beter de labelling. Ook kan het een combinatie van
deze twee zijn. Op je scan kijk je naar bloed. Je ziet dus bloedvaten en de
boezems en ventrikels van het hart.
,Acquisitie - drie rustopnamen:
- LAO 30 tot 45 graden (+10 graden cr-ca tilt voor bepaling EF) is de belangrijkste opname. Hiermee
krijg je het meest optimaal het linker ventrikel in beeld. De tilt doe je om de camera in de vorm van
het lichaam te zetten en omdat je dan het atrium los van het ventrikel te zien krijgt.
- LAO 70 graden (aanvullend)
- Anterior (aanvullend)
Stelling: EF is uit één hartslag te bepalen. In principe wel, maar we hebben er veel meer nodig. Niet
elke hartslag is hetzelfde en je maakt heel veel opnames binnen een hartslag. Door er veel meer te
meten krijg je een betrouwbare ejectiefractie die de gemiddelde hartslag representeert.
Probleem: telstatistiek. Weinig counts met hele korte opnames.
Oplossing: digitale sommatie van groot aantal hartslagen.
Processing:
Smoothing:
- Spatiële smoothing (convolutie filter). Gebruik je wanneer een afbeelding niet prettig is om
naar te kijken. Hierdoor wordt je afbeelding scherper en smoother. Waarden tegen elkaar
uitmiddelen en de scherpe randjes daarmee verdwijnen.
- Temporele smoothing. Een pixel pak je op tijdstip 0, 1 en -1 en die ga je ook tegen elkaar
uitmiddelen.
Ejectiefractiebepaling
- Komt tot stand door ROI’s
- Ejectiefractie formule (Ejectiefractie= (einddiastole-eindsystole)/einddiastole x 100%)
Einddiastole=maximaal gevuld. Eindsystole=maximaal geleegd.
Fasebeelden: Het moment van contractie van de pixels, onderling met elkaar
vergelijken. Principe: EF-curve per pixel maken referentiepixel. Je verwacht bij
een gezond hart dat rechter en linker ventrikel op hetzelfde moment
samentrekken. Het is belangrijk dat de ventrikels dezelfde kleur hebben.
Amplitudebeelden: Visualisering van de mate van contractie (samentrekking). De amplitude van
iedere pixelejectiecurve wordt bepaald. Is niet een kleur bij een normaalbeeld. Het gaat om de
buitenzijde van het ventrikel. Rechts is afwijkend.
, 2.2wNG1 Gated
ECG (elektrocardiagram): Elektrische signalen
Sinusknoop zegt samentrekken, bloed mag uit deze ruimte gepompt worden. Sinusknoop zorgt voor
depolarisatie van de atria (spieren krijgen het seintje voor samentrekken). Beeld zich af in ECG als
eerste golf, de P golf.
Daarna naar AV-knoop. Zorgt ervoor dat het signaaltje afgegeven wordt aan beide ventrikels.
Stroompje zorgt ervoor dat de ventrikels samentrekken. Je ziet het QRS complex. Het samentrekken
van beide ventrikels. QRS complex vorm heeft te maken met hoe het stroompje loopt.
Dan heb je een herstelfase die ook geregistreerd wordt en dat is onze T golf. Het moment van
depolarisatie naar repolarisatie.
Repolarisatie wordt overschaduwd door het signaal van het samentrekken van beide ventrikels.
ECG- gating
We pakken een proces dat zich herhaalt – triggering. We gaan bij een ECG triggeren op de R-top,
want die is het hoogst. Aan de hand van frames gaan we een bewegend beeld krijgen. Hoe meer
frames, hoe soepeler je filmpje verloopt. Tussen de top het frame plaatsen. We gaan een window
plaatsen bij een onregelmatige hartslag van 10%. Bijvoorbeeld 5% boven en 5% onder het
gemiddelde pak je nog mee. De rest laat je er buiten. Zo krijg je toch een mooi plaatje. De scan kan
bij een onregelmatige hartslag wel wat langer duren. Dit komt omdat je alleen de hartslagen pakt die
binnen dat window vallen. Als de hartslag heel onregelmatig is kun je ook nog het window breder
maken.
16 frames zijn voldoende. Je kan 32 frames gebruiken bij patiënten die problemen hebben met de
wand van het hart.
Beat histogram: Daarin komt de hartslag van de patiënt in een diagram te staan. Er komt een
gemiddelde hartslag uit.
De telstatistiek is tussen een hartslag in heel erg laag. Daarom moet je veel meer hartslagen
registreren.