Onderzoek doen naar Cultuur
Cultuur: Tradities, gewoontes, waarden en normen die mensen binnen een groep of familie aan elkaar
overdragen. Dit geheel bepaalt voor een groot deel wat mensen doen en hoe ze denken en voelen.
Het woord cultuur heeft een aantal betekenissen. In feite betekent cultuur alles wat door de mens is
gemaakt: bouwwerken, steden, kunstwerken, scholen, kerken, belastingkantoren, maar ook: filosofie,
politiek en zorg.
Feit Iets waarvan het zeker is dat het gebeurd is of waar is. Feiten zijn te meten en te controleren.
Objectief: Uitgaan van feiten, niet van meningen.
Subjectief: Het tegenovergestelde van objectief: een mening die als feit wordt gepresenteerd.
Vooroordeel: Een mening die niet op feiten is gebaseerd.
Waarom is het belangrijk om iets van de andere culturen te weten:
Zakelijke redenen: de markt veranderd, vroeger was het aanbodgericht (iets aanbieden en de klant
moet er maar mee doen. Nu is het vraaggericht, wat wil de klant en hoe kan het product helpen. Dit is
afhankelijk van zijn of haar achtergrond. Je wilt aan zoveel mensen producten verkopen en daarom
moet je bewust zijn van de nieuwe groepen mensen in de markt.
Samenwerking en innovatie: het is goed om te weten wat je van je collega’s kan verwachten. Het is
van belang om elkaars normen en waarden weet. Je kan vanuit verschillende achtergronden aanvullend
en beter samen werken.
Professionele redenen: bijv. als u dienstverlenend werk doet of in de zorg, onderwijs. Dan kom je in
aanraking met mensen dan verschillende achtergronden. Het is dan van belang dat je op de beste manier
de zorgvrager die met een Turkse/Surinaamse ect kunt helpen.
Persoonlijke redenen: denk aan een goede band opbouwen met je buurman, je verdiepen in een land
dat je fascineert of wellicht voor de liefde. Een vooroordeel over Nederlanders is dat ze reislustig en
nieuwsgierig zijn.
Diversiteit en cultuur
Diversiteit: Ook wel ‘verscheidenheid’: een groep of samenstelling van dingen, personen, ideeën etc. die
onderling allemaal verschillen.
Uiterlijke kenmerken: Hoe iemand eruitziet.
Vooroordeel: Al een oordeel of mening hebben over een onderwerp of persoon zonder op de hoogte te zijn
van de belangrijkste feiten.
Vormen van diversiteit
Zichtbare vormen van diversiteit:
o Geslacht
o Spraak of accent.
o Huidskleur.
o Leeftijd.
o Lengte en postuur.
o (Religieuze) kleding of sieraden.
Minder zichtbare vormen van diversiteit
De minder zichtbare vormen die aandacht nodig hebben. Zij zullen zich namelijk vroeg of laat uiten in
gedrag, keuzes en manieren van aanpak. Ook daar moet u met een open blik naar kijken.
, Push en pull
Pushfactoren: zijn de omstandigheden waardoor iemand zijn of haar land wil verlaten, bijvoorbeeld
oorlog, werkloosheid, politieke vervolging of armoede.
Pullfactoren: zijn de zaken die een ander land aantrekkelijk maken – de dingen die mensen aantrekken
– zoals welvaart, werkgelegenheid, (seksuele of religieuze) vrijheid en veiligheid.
Kenmerken gastarbeiders uit de jaren zestig:
Turkse of Marokkaanse achtergrond.
Veelal lager opgeleid.
Islam als religie.
Gastarbeiders:
Turken: Ongeveer 430.000 mensen, bijna 3% van de mensen met een Nederlandse nationaliteit,
hebben een Turkse achtergrond. Daarmee zijn zij de grootste minderheid in Nederland. 86%
moslim
Marokkanen: Ongeveer 173.000 eerste generatie en 247.000 tweede generatie Marokkanen en na
de Turkse is dit de grootste culturele minderheid in Nederland. 94% moslims
Surinamers: Op dit moment (2022) verblijven er ongeveer 176.000 eerste generatie Surinamers en
184.000 tweede generatie Surinamers in Nederland.
o 40,7% christendom
o 19,9% hindoeïsme (Sanatana Dharma en Arya Samaj)
o 13,5% islam (Soenna en Ahmadiyya)
o 5,8% traditionele en andere religies
Antillianen: Op dit moment wonen er ruim 161.000 Antillianen
Geloven in Nederland
Zo’n 35 procent van de volwassen inwoners van Nederland heeft een christelijk geloof (20%
katholiek en 15% protestants).
Bijna 5 procent is moslim
Kleinere religies die samen de overige 6%: hindoes: 0,6 procent, boeddhisten: 0,4 procent, joden:
0,26 procent
Wat zijn de MEEST voorkomende culturen in Nederland?: De Nederlandse, Turkse, Marokkaanse
en Surinaamse cultuur komen statistisch gezien het meeste voor in Nederland.
Waarden, normen en omgaan met verschillen
Collectivistische cultuur Familiecultuur; de inzet en prestaties van een persoon staan in het
teken van het belang van de groep tot wie die persoon behoort.
Individualistische cultuur Ik-cultuur; de inzet en prestaties van een persoon staan in het teken
van het belang van die persoon zelf.
De sociale achtergrond: uit welk sociaal milieu iemand komt. Uit wat voor soort wijk of regio
komt iemand: rijk of arm, ouders met een goede baan of juist geen baan, hoog- of laagopgeleide
mensen in zijn of haar omgeving?
De culturele achtergrond: de tradities, waarden en normen die iemand heeft geleerd.
De etnische achtergrond: tot welke groep (etniciteit) iemand behoort; een groep waarvan de
mensen zich tot elkaar verbonden voelen door hun achtergrond. Men spreekt bijvoorbeeld van de
Turkse of Marokkaanse etniciteit.
Cultuur: Tradities, gewoontes, waarden en normen die mensen binnen een groep of familie aan elkaar
overdragen. Dit geheel bepaalt voor een groot deel wat mensen doen en hoe ze denken en voelen.
Het woord cultuur heeft een aantal betekenissen. In feite betekent cultuur alles wat door de mens is
gemaakt: bouwwerken, steden, kunstwerken, scholen, kerken, belastingkantoren, maar ook: filosofie,
politiek en zorg.
Feit Iets waarvan het zeker is dat het gebeurd is of waar is. Feiten zijn te meten en te controleren.
Objectief: Uitgaan van feiten, niet van meningen.
Subjectief: Het tegenovergestelde van objectief: een mening die als feit wordt gepresenteerd.
Vooroordeel: Een mening die niet op feiten is gebaseerd.
Waarom is het belangrijk om iets van de andere culturen te weten:
Zakelijke redenen: de markt veranderd, vroeger was het aanbodgericht (iets aanbieden en de klant
moet er maar mee doen. Nu is het vraaggericht, wat wil de klant en hoe kan het product helpen. Dit is
afhankelijk van zijn of haar achtergrond. Je wilt aan zoveel mensen producten verkopen en daarom
moet je bewust zijn van de nieuwe groepen mensen in de markt.
Samenwerking en innovatie: het is goed om te weten wat je van je collega’s kan verwachten. Het is
van belang om elkaars normen en waarden weet. Je kan vanuit verschillende achtergronden aanvullend
en beter samen werken.
Professionele redenen: bijv. als u dienstverlenend werk doet of in de zorg, onderwijs. Dan kom je in
aanraking met mensen dan verschillende achtergronden. Het is dan van belang dat je op de beste manier
de zorgvrager die met een Turkse/Surinaamse ect kunt helpen.
Persoonlijke redenen: denk aan een goede band opbouwen met je buurman, je verdiepen in een land
dat je fascineert of wellicht voor de liefde. Een vooroordeel over Nederlanders is dat ze reislustig en
nieuwsgierig zijn.
Diversiteit en cultuur
Diversiteit: Ook wel ‘verscheidenheid’: een groep of samenstelling van dingen, personen, ideeën etc. die
onderling allemaal verschillen.
Uiterlijke kenmerken: Hoe iemand eruitziet.
Vooroordeel: Al een oordeel of mening hebben over een onderwerp of persoon zonder op de hoogte te zijn
van de belangrijkste feiten.
Vormen van diversiteit
Zichtbare vormen van diversiteit:
o Geslacht
o Spraak of accent.
o Huidskleur.
o Leeftijd.
o Lengte en postuur.
o (Religieuze) kleding of sieraden.
Minder zichtbare vormen van diversiteit
De minder zichtbare vormen die aandacht nodig hebben. Zij zullen zich namelijk vroeg of laat uiten in
gedrag, keuzes en manieren van aanpak. Ook daar moet u met een open blik naar kijken.
, Push en pull
Pushfactoren: zijn de omstandigheden waardoor iemand zijn of haar land wil verlaten, bijvoorbeeld
oorlog, werkloosheid, politieke vervolging of armoede.
Pullfactoren: zijn de zaken die een ander land aantrekkelijk maken – de dingen die mensen aantrekken
– zoals welvaart, werkgelegenheid, (seksuele of religieuze) vrijheid en veiligheid.
Kenmerken gastarbeiders uit de jaren zestig:
Turkse of Marokkaanse achtergrond.
Veelal lager opgeleid.
Islam als religie.
Gastarbeiders:
Turken: Ongeveer 430.000 mensen, bijna 3% van de mensen met een Nederlandse nationaliteit,
hebben een Turkse achtergrond. Daarmee zijn zij de grootste minderheid in Nederland. 86%
moslim
Marokkanen: Ongeveer 173.000 eerste generatie en 247.000 tweede generatie Marokkanen en na
de Turkse is dit de grootste culturele minderheid in Nederland. 94% moslims
Surinamers: Op dit moment (2022) verblijven er ongeveer 176.000 eerste generatie Surinamers en
184.000 tweede generatie Surinamers in Nederland.
o 40,7% christendom
o 19,9% hindoeïsme (Sanatana Dharma en Arya Samaj)
o 13,5% islam (Soenna en Ahmadiyya)
o 5,8% traditionele en andere religies
Antillianen: Op dit moment wonen er ruim 161.000 Antillianen
Geloven in Nederland
Zo’n 35 procent van de volwassen inwoners van Nederland heeft een christelijk geloof (20%
katholiek en 15% protestants).
Bijna 5 procent is moslim
Kleinere religies die samen de overige 6%: hindoes: 0,6 procent, boeddhisten: 0,4 procent, joden:
0,26 procent
Wat zijn de MEEST voorkomende culturen in Nederland?: De Nederlandse, Turkse, Marokkaanse
en Surinaamse cultuur komen statistisch gezien het meeste voor in Nederland.
Waarden, normen en omgaan met verschillen
Collectivistische cultuur Familiecultuur; de inzet en prestaties van een persoon staan in het
teken van het belang van de groep tot wie die persoon behoort.
Individualistische cultuur Ik-cultuur; de inzet en prestaties van een persoon staan in het teken
van het belang van die persoon zelf.
De sociale achtergrond: uit welk sociaal milieu iemand komt. Uit wat voor soort wijk of regio
komt iemand: rijk of arm, ouders met een goede baan of juist geen baan, hoog- of laagopgeleide
mensen in zijn of haar omgeving?
De culturele achtergrond: de tradities, waarden en normen die iemand heeft geleerd.
De etnische achtergrond: tot welke groep (etniciteit) iemand behoort; een groep waarvan de
mensen zich tot elkaar verbonden voelen door hun achtergrond. Men spreekt bijvoorbeeld van de
Turkse of Marokkaanse etniciteit.
