Hoofdstuk 2 Classificeren
Begrippen Verzamelen, bijeenbrengen, samenbrengen, ordenen,
sorteren, hetzelfde, dezelfde, verschil, verschillend, en, of,
niet, niet allemaal, geen, alle, elke, sommige, iedereen,
niemand
Classificeren ‘indelen van klasse’; In een verzameling orden scheppen
Classificeren is het doorsorteren vanuit de oorspronkelijke
verzameling zodat er een ketting van (deel)klasse ontstaat.
Er sprake van classificeren zodra er twee of meer
eigenschappen voorkomen.
‘voorwerpen van thuis’ kunnen we verder doorsorteren
met het kenmerk ‘eetbaarheid’.
- Klasse van eetbare voorwerpen van thuis
- Klasse van niet-eetbare voorwerpen van thuis
Bij KLS werken we met concreet materiaal, uiteraard willen
we opbouwen naar het mentaal sorteren en classificeren.
We willen doorheen de ontwikkeling immers de stap zetten
van doen naar denken.
Denkspelletjes voor KLS: “Ik zoek een huisdier dat miauwt ”
of “ik zoek een sport, je speelt het met 2 of met 4 en je
gebruikt een racket en een felgeel balletje”.
Classificatiesystemen Helpt om logische conclusies te trekken
- Er zijn meer films dan tekenfilms
- Niet elke kat is een huisdier
- Alle insecten hebben zes poten
- Sommige konijnen zijn huisdieren
Helpt om te herkennen
Laten ons uitspraken doen over gelijkenissen en verschillen
Helpen om nieuwe kennis te integreren
Ondersteunen het geheugen
Eigenschappen / kenmerken Absoluut (kleur) VS relatief (grootte)
Kwalitatief (geslacht) VS kwantitatief (aantal stippen)
Objectief (kleur) VS subjectief (smaakvoorkeur)
Visueel (kleur) VS Niet-visueel (gewicht)
Klasse Een klasse ontstaat door orden aan te brengen door te
richten op gelijkenissen tussen de voorwerpen uit de
verzameling
Klasse is een (nieuwe) verzameling van dingen die een
gemeenschappelijk kenmerk/eigenschap/criterium
hebben.
Inhoud van de jaszak van de KL kunnen we in de volgende
klasse indelen:
- Voorwerpen die gevonden zijn op school
Begrippen Verzamelen, bijeenbrengen, samenbrengen, ordenen,
sorteren, hetzelfde, dezelfde, verschil, verschillend, en, of,
niet, niet allemaal, geen, alle, elke, sommige, iedereen,
niemand
Classificeren ‘indelen van klasse’; In een verzameling orden scheppen
Classificeren is het doorsorteren vanuit de oorspronkelijke
verzameling zodat er een ketting van (deel)klasse ontstaat.
Er sprake van classificeren zodra er twee of meer
eigenschappen voorkomen.
‘voorwerpen van thuis’ kunnen we verder doorsorteren
met het kenmerk ‘eetbaarheid’.
- Klasse van eetbare voorwerpen van thuis
- Klasse van niet-eetbare voorwerpen van thuis
Bij KLS werken we met concreet materiaal, uiteraard willen
we opbouwen naar het mentaal sorteren en classificeren.
We willen doorheen de ontwikkeling immers de stap zetten
van doen naar denken.
Denkspelletjes voor KLS: “Ik zoek een huisdier dat miauwt ”
of “ik zoek een sport, je speelt het met 2 of met 4 en je
gebruikt een racket en een felgeel balletje”.
Classificatiesystemen Helpt om logische conclusies te trekken
- Er zijn meer films dan tekenfilms
- Niet elke kat is een huisdier
- Alle insecten hebben zes poten
- Sommige konijnen zijn huisdieren
Helpt om te herkennen
Laten ons uitspraken doen over gelijkenissen en verschillen
Helpen om nieuwe kennis te integreren
Ondersteunen het geheugen
Eigenschappen / kenmerken Absoluut (kleur) VS relatief (grootte)
Kwalitatief (geslacht) VS kwantitatief (aantal stippen)
Objectief (kleur) VS subjectief (smaakvoorkeur)
Visueel (kleur) VS Niet-visueel (gewicht)
Klasse Een klasse ontstaat door orden aan te brengen door te
richten op gelijkenissen tussen de voorwerpen uit de
verzameling
Klasse is een (nieuwe) verzameling van dingen die een
gemeenschappelijk kenmerk/eigenschap/criterium
hebben.
Inhoud van de jaszak van de KL kunnen we in de volgende
klasse indelen:
- Voorwerpen die gevonden zijn op school