Samenvatting herkansing FM
H1.5 Bedrijfskolom
Bedrijven worden in sectoren verdeeld, om aan te geven wat voor functie zij hebben:
- Primaire sector: bedrijven die hun producten winnen uit de natuur
- Secundaire sector: bedrijven die producten vormen en samenstellen
- Tertiaire sector: bedrijven die diensten verlenen en streven naar winst
- Quartaire sector: bedrijven en instellingen die niet naar winst streven
Collecterende handel: koopt groot en klein in, slaat dit op en vervoert uiteindelijk
Distribuerende handel: koopt groot in en verkoopt in kleinere deeltjes aan bedrijven / consumenten
Groothandel: levering door groot bedrijf aan kleiner bedrijf
Kleinhandel: bedrijven die leveren aan consument
Bedrijfskolom: weg die een product aflegt van oer producent tot consument
Bedrijfstak: bedrijven die eenzelfde functie vervullen in een bedrijfskolom
Integratie: verticaal samengaan van 2 bedrijven binnen een bedrijfskolom (wordt korter)
Differentiatie: verticaal splitsen van een bedrijf binnen een bedrijfskolom (wordt langer)
Parallellisatie: als een bedrijf uit de ene bedrijfskolom een bedrijf uit een andere bedrijfskolom
overneemt (wordt smaller)
Specialisatie: horizontaal splitsen van een bedrijf binnen een bedrijfskolom (wordt breder)
H2.2 Het ondernemingsplan
Je beantwoordt deze vragen om de zwakke en sterke punten te onderzoeken wat betreft het
ondernemerschap:
- Onderzoeken of je geschikt bent als ondernemer (heb je alle diploma’s?)
- Bepalen wat voor een bedrijf je wilt beginnen (in welke branche?)
- Bepalen welke werkzaamheden er in het bedrijf moeten gebeuren (wie regelt wat?)
- Bepalen hoe de markt er uit ziet (wie zijn je klanten?)
- Opstellen van een financieel plan
- Beslissen of je gaat starten of niet
H2.3 Het investeringsplan
De debetzijde van de oprichtingsbalans, bestaat uit: vaste activa, vlottende activa en liquide
middelen.
Vaste activa (gaan meerdere productieprocessen mee)
Pand ….
Machines ….
Inventaris ….
Vlottende activa (gaan 1 productieproces mee)
Voorraden ….
Debiteuren (iemand van wie je nog geld krijgt) ….
Liquide middelen (kas of bank geld)
` Kas ….
Vermogensbehoefte ….
, H2.4 Het financieringsplan
De creditzijde van de oprichtingsbalans, bestaat uit: eigen vermogen, vreemd vermogen lang
(leningen) en vreemd vermogen kort (credit en bank r/c).
Eigen vermogen (wat je zelf beschikbaar hebt gesteld) ….
Vreemd vermogen lang
Onderhandse lening (geld van bv. familie) ….
Andere leningen (bijv. hypothecaire lening) ….
Vreemd vermogen kort
Crediteuren (iemand die jij nog geld moet geven) ….
Bank r/c ….
Vermogen ….
2.5 De oprichtingsbalans
Het samenstellen van het investeringsplan en financieringsplan, moet in balans zijn.
2.6 Startproblemen
Als vermogensbehoefte groter is dan het vermogen, dan heb je een probleem.
- Durfkapitaal: oplossing voor financieringsplan, dit is een achtergestelde lening
- Operationele leasing: oplossing voor investeringsplan, huren van productiemiddelen i.p.v.
kopen
2.7 De winst- en verliesrekening
Prognose: moet je opstellen als je een bedrijf start, hierin staat de verwachte productie of afzet
Resultatenrekening:
Omzet
Inkoopwaarde verkopen _
Brutowinst
Bedrijfskosten _
Ondernemingswinst
Rente _
Nettowinst
Gew. Loon
Gew. Interest _
Economisch resultaat
Eigen vermogen op 1 jan 2024 is 35.000 en hij haalt 28.000 voor privé uit de zaak. Wat is eigen
vermogen op 31 dec 2024?
Eigen vermogen 1 jan 2024 35.000
Nettowinst over 2024 (uit resultatenrekening) 41.300 +
76.300
privé opnamen 28.000 -
Eigen vermogen in dec 2024 48.300
H1.5 Bedrijfskolom
Bedrijven worden in sectoren verdeeld, om aan te geven wat voor functie zij hebben:
- Primaire sector: bedrijven die hun producten winnen uit de natuur
- Secundaire sector: bedrijven die producten vormen en samenstellen
- Tertiaire sector: bedrijven die diensten verlenen en streven naar winst
- Quartaire sector: bedrijven en instellingen die niet naar winst streven
Collecterende handel: koopt groot en klein in, slaat dit op en vervoert uiteindelijk
Distribuerende handel: koopt groot in en verkoopt in kleinere deeltjes aan bedrijven / consumenten
Groothandel: levering door groot bedrijf aan kleiner bedrijf
Kleinhandel: bedrijven die leveren aan consument
Bedrijfskolom: weg die een product aflegt van oer producent tot consument
Bedrijfstak: bedrijven die eenzelfde functie vervullen in een bedrijfskolom
Integratie: verticaal samengaan van 2 bedrijven binnen een bedrijfskolom (wordt korter)
Differentiatie: verticaal splitsen van een bedrijf binnen een bedrijfskolom (wordt langer)
Parallellisatie: als een bedrijf uit de ene bedrijfskolom een bedrijf uit een andere bedrijfskolom
overneemt (wordt smaller)
Specialisatie: horizontaal splitsen van een bedrijf binnen een bedrijfskolom (wordt breder)
H2.2 Het ondernemingsplan
Je beantwoordt deze vragen om de zwakke en sterke punten te onderzoeken wat betreft het
ondernemerschap:
- Onderzoeken of je geschikt bent als ondernemer (heb je alle diploma’s?)
- Bepalen wat voor een bedrijf je wilt beginnen (in welke branche?)
- Bepalen welke werkzaamheden er in het bedrijf moeten gebeuren (wie regelt wat?)
- Bepalen hoe de markt er uit ziet (wie zijn je klanten?)
- Opstellen van een financieel plan
- Beslissen of je gaat starten of niet
H2.3 Het investeringsplan
De debetzijde van de oprichtingsbalans, bestaat uit: vaste activa, vlottende activa en liquide
middelen.
Vaste activa (gaan meerdere productieprocessen mee)
Pand ….
Machines ….
Inventaris ….
Vlottende activa (gaan 1 productieproces mee)
Voorraden ….
Debiteuren (iemand van wie je nog geld krijgt) ….
Liquide middelen (kas of bank geld)
` Kas ….
Vermogensbehoefte ….
, H2.4 Het financieringsplan
De creditzijde van de oprichtingsbalans, bestaat uit: eigen vermogen, vreemd vermogen lang
(leningen) en vreemd vermogen kort (credit en bank r/c).
Eigen vermogen (wat je zelf beschikbaar hebt gesteld) ….
Vreemd vermogen lang
Onderhandse lening (geld van bv. familie) ….
Andere leningen (bijv. hypothecaire lening) ….
Vreemd vermogen kort
Crediteuren (iemand die jij nog geld moet geven) ….
Bank r/c ….
Vermogen ….
2.5 De oprichtingsbalans
Het samenstellen van het investeringsplan en financieringsplan, moet in balans zijn.
2.6 Startproblemen
Als vermogensbehoefte groter is dan het vermogen, dan heb je een probleem.
- Durfkapitaal: oplossing voor financieringsplan, dit is een achtergestelde lening
- Operationele leasing: oplossing voor investeringsplan, huren van productiemiddelen i.p.v.
kopen
2.7 De winst- en verliesrekening
Prognose: moet je opstellen als je een bedrijf start, hierin staat de verwachte productie of afzet
Resultatenrekening:
Omzet
Inkoopwaarde verkopen _
Brutowinst
Bedrijfskosten _
Ondernemingswinst
Rente _
Nettowinst
Gew. Loon
Gew. Interest _
Economisch resultaat
Eigen vermogen op 1 jan 2024 is 35.000 en hij haalt 28.000 voor privé uit de zaak. Wat is eigen
vermogen op 31 dec 2024?
Eigen vermogen 1 jan 2024 35.000
Nettowinst over 2024 (uit resultatenrekening) 41.300 +
76.300
privé opnamen 28.000 -
Eigen vermogen in dec 2024 48.300