Samenvatting Beveiliging van objecten

Beveiliging van objecten
Hoofdstuk 3: Controleren en surveilleren
Toegangscontrole op personen
Toegangscontrole op personen
Controle waarbij wordt nagegaan of iemand het recht heeft een object binnen te gaan.
Doel: weren van onbevoegden.

Wie zijn bevoegd?
 Eigen personeelsleden tijden (over)werktijd op plaatsen waar ze mogen zijn.
 Personeelsleden van derden op plaatsen waar ze mogen zijn.
 Toegelaten bezoekers op plaatsen waar ze mogen zijn.

Toegangscontrole
 Herkenning
 Beveiliger kan vaststellen of iemand bevoegd is het object binnen te gaan.
Mogelijk via:
- gezichtscontrole
- biometrische identificatie
 Keycard
 Keycard = sleutelcard.
Wordt afgelezen door cardlezer.
Wordt vaak gebruikt in combinatie met code (als extra beveiliging).
Nadeel: onbevoegden met keycard kunnen object of delen daarvan betreden.
 Smartcard
 Smartcard = slimme card.
Wordt afgelezen door smartcardlezer.
Bevat persoonlijke gegevens.
Kan verschillende toepassingen hebben zoals:
- toegangscontrole
- kopiëren
- deur openen
- koffie uit automaat halen
- slagboom openen
- toegang tot locker
 Code
 Wordt gebruikt om deuren of toegangshek te openen als alternatief voor sleutel, keycard
of smartcard.
Meestal in combinatie met cijfers en letters.
Nadeel: iedereen die de code kent, kan object betreden.
 Identiteitsbewijzen afgegeven door de overheid
 Identiteitsbewijs is een bewijs waarmee iemand kan aantonen de persoon te zijn
waarvoor hij zich uitgeeft:
- reisdocumenten (paspoort en ID-kaart)
- rijbewijs
- vreemdelingendocument.
Sommige ondernemingen hebben in instructies vastgelegd dat identiteitsbewijzen van
bezoekers worden gecontroleerd voordat ze het object binnen mogen.
 Legitimatiebewijzen afgegeven door onderneming
 Is geen officieel, overal bruikbaar en erkend legitimatiebewijs.
Wordt alleen erkend in onderneming die het legitimatiebewijs heeft afgegeven.
Geeft toegang tot object of deel van het object.
Onderscheid tussen:
- legitimatiebewijs voor eigen personeel

, - legitimatiebewijs voor personeel van derden
- bezoekerspas.
 Toegangsbewijs
 Is uitnodiging voor bepaalde activiteit.
Geeft toegang tot object; vaak in combinatie met controle van identiteitsbewijs.
 Perskaart
 NVJ geeft onder andere uit:
- NVJ-perskaart
- politieperskaart
Geeft journalist toegang tot afgezet gebied.

Biometrische identificatie
Biometrische identificatie
Identificatie op basis van een techniek waarbij unieke persoonsgebonden kenmerken worden
waargenomen, gemeten, vastgelegd en vervolgend worden herkend.
Doel: het fraudeurs en identiteitsdieven moeilijk maken identiteitsdocumenten te vervalsen en een
andere identiteit aan te nemen.

Werking
1. Persoonskenmerken worden eenmalig ingelezen.
2. Persoonskenmerken worden in systeem opgeslagen.
3. Als betrokkene zich meldt, worden persoonskenmerken vergeleken met opgeslagen kenmerken.

Veel gebruikte vormen van biometrie
 Gezichtsherkenning
 Vingerscan
 Irisscan
 Stemherkenning.

Identiteitsbewijzen van de overheid
Identiteitsbewijs
Een bewijs waarmee iemand kan aantonen de persoon te zijn waarvoor hij zich uitgeeft:
 Reisdocumenten (paspoort en ID-kaart)
 Rijbewijs
 Vreemdelingendocument

Paspoort
 Reisdocument voor de hele wereld.
 Kan worden gebruikt voor identificatie.
 Kan worden gebruikt om nationaliteit aan te tonen.
Identiteitskaart
 Geen officieel reisdocument.
 Wordt in veel Europese landen wel geaccepteerd als reisdocument.
 Kan worden gebruikt voor identificatie.
 Kan worden gebruikt om nationaliteit aan te tonen.
Rijbewijs
 Wordt in opdracht van de overheid afgegeven door CBR.
 Bewijs dat houder de in rijbewijs vermelde voertuigen mag besturen.
 Kan in bepaalde situaties (niet altijd en overal) worden gebruikt voor identificatie.
Vreemdelingendocument
 Geeft vergunning tot verblijf of vestiging in Nederland.
 Kan worden gebruikt voor identificatie.
Identificatieplicht