- Compenserende maateregelen
Schrijven in de groepen 7 en 8:
- Persoonlijk handschrift
- Schrijftempo
- Verzorging
- Labbook
Verschil in bewegingen:
- Verbonden schrift past bij de meest spontane bewegingsrichtingen van kinderen
- Duidelijke rondingen
- Dynamische pengreep
- Schrijfgerei contact met papier
- Minder natuurlijke beweging
- Minder rondingen
- Veel optil momenten
- Kost extra tijd
Verschil tussen aanleren:
- Het aanleren van beide schrijfvormen (vast en los schrijven) kost evenveel tijd
- Verbindingen
- Schrijfletters en leesletters
- Op elkaar lijkende letters duren langer ( b en d)
Rekenen
Rekenen-> Handelingsmodel
Het handelingsmodel biedt de leerkracht aanknopingspunten om het reken-wiskundeonderwijs af te
stemmen op de ontwikkeling van de leerlingen. De ontwikkeling van het ene niveau naar het andere
32
, loopt van onder naar boven. De vier niveaus van handelen vormen elk een ingang om in te spelen op
de onderwijsbehoeften van de leerlingen.
Niveau 1: Informeel handelen in werkelijkheidssituaties (doen)
In het eerste handelingsniveau leren de kinderen rekenen door een opgave echt uit te voeren.
Niveau 2: Voorstellen - concreet (representeren van objecten in concrete afbeeldingen)
De werkelijkheidssituaties van niveau 1 komen op niveau 2 terug in de vorm van foto's of tekeningen.
De leerlingen maken zelf een situatie op papier of bekijken de werkelijkheid situatie vanuit het
leerlingenboek.
Niveau 3: Voorstellen - abstract (representeren van de werkelijkheid door denkmodellen)
Op het derde handelingsniveau laten de leerlingen de concrete werkelijkheid los. De bewerking
wordt nog steeds visueel ondersteund, maar nu met een denkmodel zoals een getallenlijn.
Niveau 4: Formeel handelen (formele bewerkingen uitvoeren)
Ten slotte leren de leerlingen op niveau 4 te rekenen op het meest formele niveau. Op dit niveau
wordt gerekend met getallen zonder daarbij de ondersteuning van een context of een model te
hanteren.
Omschrijving in welke fase de leerlingen zich bevinden en waarom. Dit kunnen ook twee verschillende
fases zijn (bijvoorbeeld voor de zwakke en sterke rekenaars)
Hoofdlijnen model:
fase 1-> Ervaren en begrijpen-> handelen, hardop denken en doen -> begripsvorming
Fase 2-> herkennen van passende bewerkingen en procedures, gebruik maken van modellen en
combineren van bewerkingen -> ontwikkelen van procedures
Fase 3-> strategieën inoefenen en verkorten, automatiseren van bewerkingen en procedures ->vlot
leren rekenen
Fase 4-> selecteren en combineren van eerder opgedane inzichten, kennis en vaardigheden.
Opgedane vaardigheden kunnen toepassen in de nieuwe context -> flexibel toepassen
Hele getallen en bewerkingen.
Het precies gelijk aanwijzen en noemen van het volgende telwoord noemen we synchroon tellen. Het
inzicht dat je synchroon moet tellen, is een kerninzicht dat kinderen moeten ontwikkelen om later
een aantal objecten goed te kunnen tellen.
33
Schrijven in de groepen 7 en 8:
- Persoonlijk handschrift
- Schrijftempo
- Verzorging
- Labbook
Verschil in bewegingen:
- Verbonden schrift past bij de meest spontane bewegingsrichtingen van kinderen
- Duidelijke rondingen
- Dynamische pengreep
- Schrijfgerei contact met papier
- Minder natuurlijke beweging
- Minder rondingen
- Veel optil momenten
- Kost extra tijd
Verschil tussen aanleren:
- Het aanleren van beide schrijfvormen (vast en los schrijven) kost evenveel tijd
- Verbindingen
- Schrijfletters en leesletters
- Op elkaar lijkende letters duren langer ( b en d)
Rekenen
Rekenen-> Handelingsmodel
Het handelingsmodel biedt de leerkracht aanknopingspunten om het reken-wiskundeonderwijs af te
stemmen op de ontwikkeling van de leerlingen. De ontwikkeling van het ene niveau naar het andere
32
, loopt van onder naar boven. De vier niveaus van handelen vormen elk een ingang om in te spelen op
de onderwijsbehoeften van de leerlingen.
Niveau 1: Informeel handelen in werkelijkheidssituaties (doen)
In het eerste handelingsniveau leren de kinderen rekenen door een opgave echt uit te voeren.
Niveau 2: Voorstellen - concreet (representeren van objecten in concrete afbeeldingen)
De werkelijkheidssituaties van niveau 1 komen op niveau 2 terug in de vorm van foto's of tekeningen.
De leerlingen maken zelf een situatie op papier of bekijken de werkelijkheid situatie vanuit het
leerlingenboek.
Niveau 3: Voorstellen - abstract (representeren van de werkelijkheid door denkmodellen)
Op het derde handelingsniveau laten de leerlingen de concrete werkelijkheid los. De bewerking
wordt nog steeds visueel ondersteund, maar nu met een denkmodel zoals een getallenlijn.
Niveau 4: Formeel handelen (formele bewerkingen uitvoeren)
Ten slotte leren de leerlingen op niveau 4 te rekenen op het meest formele niveau. Op dit niveau
wordt gerekend met getallen zonder daarbij de ondersteuning van een context of een model te
hanteren.
Omschrijving in welke fase de leerlingen zich bevinden en waarom. Dit kunnen ook twee verschillende
fases zijn (bijvoorbeeld voor de zwakke en sterke rekenaars)
Hoofdlijnen model:
fase 1-> Ervaren en begrijpen-> handelen, hardop denken en doen -> begripsvorming
Fase 2-> herkennen van passende bewerkingen en procedures, gebruik maken van modellen en
combineren van bewerkingen -> ontwikkelen van procedures
Fase 3-> strategieën inoefenen en verkorten, automatiseren van bewerkingen en procedures ->vlot
leren rekenen
Fase 4-> selecteren en combineren van eerder opgedane inzichten, kennis en vaardigheden.
Opgedane vaardigheden kunnen toepassen in de nieuwe context -> flexibel toepassen
Hele getallen en bewerkingen.
Het precies gelijk aanwijzen en noemen van het volgende telwoord noemen we synchroon tellen. Het
inzicht dat je synchroon moet tellen, is een kerninzicht dat kinderen moeten ontwikkelen om later
een aantal objecten goed te kunnen tellen.
33