Samenvatting Inleiding Media en
Communicatie
Boek: Communication in Everyday Life (Duck, McMahan)
- Hoofdstuk 1 -
1.1: De kracht van taal
Taal is handig. Waarom?
-We kunnen dingen omschrijven die niet fysiek bij ons zijn of
waarneembaar zijn.
-We kunnen over de toekomst en over het verleden vertellen.
-We kunnen over hypothetische situaties praten (counterfactuals, dingen
die waar hadden kúnnen zijn).
Woorden kunnen van betekenis veranderen wanneer je ze met andere
woorden verbindt. Er zit verschil in betekenis tussen groepen (denk:
luxeauto). Er zit verschil in betekenis door tijd heen (denk: tiran, wijf).
1.2: Symbolen
Communicative displays: per ongeluk een signaal afgeven
Communicative signals: met intentie een signaal afgeven.
Iconisch symbool: de betekenis zit in het symbool zelf (plaatje).
Niet iconisch symbool: de betekenis zit niet in het symbool zelf (tekst).
1.3: De complexiteit van taal & symbolen
Complexiteit kost tijd en is ooit simpel begonnen. We bestuderen baby’s
om te bekijken wat er aan de complexiteit van taal voorafging. Baby’s
wijzen naar iets en wij leggen uit wat de betekenis is van wat ze
aanwijzen. Zo “breken we de code” van taal door gebaren.
De betekenis van sommige symbolen is willekeurig. Je kunt de betekenis
niet altijd van het beeld afleiden. De betekenis is een afspraak tussen
mensen. Iemand moet je dus vertellen wat dit soort niet iconische
symbolen betekenen.
Apen kunnen redeneren over wat anderen zien, willen en doen, maar
geloven niet altijd dat een mens ze informatie willen geven. De rijkdom
van menselijke communicatie wordt mogelijk door samenwerking tussen
mensen.
- Hoofdstuk 2 -
2.1: Communcatiedoelen
,Communicatie en mediagebruik is doelgericht gedrag.
Communicatiedoel 1: Je wilt iets krijgen van iemand anders. Ook te zien
bij apen.
Communicatiedoel 2: Je verteld iemand anders informatie. Dit is niet per
sé in ons eigen belang. Apen doen dit niet.
Communicatiedoel 3: “Sharing”. Kinderen wordt via vermaak verteld dat
elkaar helpen en dingen delen beloond wordt. De boef wordt publiekelijk
gemarteld en sterft vervolgens een langzame en eenzame dood. Dit
creëert een groepsnorm van indirecte wederkerigheid. Degene die niet
helpen, worden ook niet geholpen.
Directe wederkerigheid bij verzoeken betekent dat je in een duo iets
aan iets anders geeft en dat de ander zoiets ook teruggeeft. Dit kan ook
met informatie.
Indirecte wederkerigheid betekent dat je iemand een gunst doet
zonder dat je zeker weet of diegene iets terug kan doen. Het is een
groepsnorm om andere mensen te helpen.
2.2: De doelen van mediagebruik
Media heeft ervoor gezorgd dat verzoeken op afstand gedaan kunnen
worden. Kennis kan ook op afstand gebracht worden.
Media stellen je in staat om verzoeken te doen, mensen te informeren en
je te vermaken door tijd en ruimte heen.
Use: gebruik van media/communicatie.
Gratification: beloning die de media/communicatie oplevert. Kennis
verkrijgen, vermaakt worden en sociale doelen zijn gratificaties.
Positieve gevoelens hebben is het Hedonistisch Welbevinden. Als het
mediagebruik jouw negatieve gevoelens wegnemen, dan levert dat een
beloning op.
Films die je emotioneel maken, je aan het denken zetten of je iets laten
leren zijn het Eudaimonisch Welbevinden. Zo groei je tot een beter
mens en dat is je beloning. De mens heeft drie basisbehoeften.
Autonomie, competentie en verbondenheid. Als een medium aan een of
meerdere van die behoeftes voldoet, dan verbeterd je Eudaimonisch
Welbevinden.
2.3: Wat bepaald of we tevreden zijn met ons mediagebruik?
1) De kenmerken van de boodschap zelf.
Retorische boodschapen: het algemene (het globale nieuws), de
analyse, het argument.
Narratieve boodschappen: het specifieke (specifieke mensen,
gebeurtenissen), anekdotes, verhalen.
Boodschappen zijn steeds vaker multimodaal.
, 2) De mate waarin de boodschap past bij de voorkeuren van ons
brein
Wat weet je al? Hoe slim ben je? Wat zijn jouw normen en waarden? In
hoeverre past de boodschap bij onze voorkeur?
3) De mogelijkheden van het medium om informatie te verwerken
-Wat is de modaliteit van het medium? Is het tekst of is er ook beeld?
-Agency. Ben je een passieve toeschouwer of kun je zelf iets beïnvloeden.
-Interactiviteit. Heb je er invloed op van hoe het eruit ziet? Kun je dingen
vergroten/verkleinen en kun je specifieke informatie duidelijker maken?
-Navigeerbaarheid is een grote wereld die geschapen wordt waarin je je
eigen route kan zoeken. Dit kan ook een uitgebreide website zijn.
De affordances (functies): hoe beïnvloedt het medium de mogelijkheden
van de gebruiker om bepaalde resultaten te bereiken?
4) De interactie met de cultuur waarin we opgroeien
De Zwartepietendiscussie is taboe om te bespreken op een
verjaardagsfeestje en is een relatie uitmaken oké via WhatsApp? Dat is
cultureel. Er zijn stiekem allemaal regels voor. Media en cultuur
beïnvloeden elkaar. Er veranderen dingen door Amerikanisering via
communicatie. Valentijnsdag is bijvoorbeeld overgewaaid.
- Hoofdstuk 3 -
3.1: Oneensheid over de centrale theorieën
In 7 handboeken werden 249 communicatietheorieën besproken. 195 van
die theorieën werden maar in 1 van die boeken besproken. Er is veel
diversiteit in welke theorieën het belangrijkst zijn.
Dance bespreekt 95 definities van communicatie die verschillen op
intentionaliteit, de mate van specificiteit en geslaagdheid. Hij vindt het
zinloos om over deze discussie te beginnen. Craig vindt dat er wel over
gediscussieerd moet worden, waar anders kunnen ze het over hebben?
3.2: De opkomst van communicatie als discipline
Communicatie is pas net na de Tweede Wereldoorlog als afzonderlijke
discipline ontstaan. Communicatie speelt een rol in veel andere
disciplines, het wordt bijvoorbeeld vanuit een psychologisch perspectief of
een antropologisch perspectief bekeken. Communicatie bleek altijd handig
en belangrijk te zijn binnen iedere discipline.
Communicatie
Boek: Communication in Everyday Life (Duck, McMahan)
- Hoofdstuk 1 -
1.1: De kracht van taal
Taal is handig. Waarom?
-We kunnen dingen omschrijven die niet fysiek bij ons zijn of
waarneembaar zijn.
-We kunnen over de toekomst en over het verleden vertellen.
-We kunnen over hypothetische situaties praten (counterfactuals, dingen
die waar hadden kúnnen zijn).
Woorden kunnen van betekenis veranderen wanneer je ze met andere
woorden verbindt. Er zit verschil in betekenis tussen groepen (denk:
luxeauto). Er zit verschil in betekenis door tijd heen (denk: tiran, wijf).
1.2: Symbolen
Communicative displays: per ongeluk een signaal afgeven
Communicative signals: met intentie een signaal afgeven.
Iconisch symbool: de betekenis zit in het symbool zelf (plaatje).
Niet iconisch symbool: de betekenis zit niet in het symbool zelf (tekst).
1.3: De complexiteit van taal & symbolen
Complexiteit kost tijd en is ooit simpel begonnen. We bestuderen baby’s
om te bekijken wat er aan de complexiteit van taal voorafging. Baby’s
wijzen naar iets en wij leggen uit wat de betekenis is van wat ze
aanwijzen. Zo “breken we de code” van taal door gebaren.
De betekenis van sommige symbolen is willekeurig. Je kunt de betekenis
niet altijd van het beeld afleiden. De betekenis is een afspraak tussen
mensen. Iemand moet je dus vertellen wat dit soort niet iconische
symbolen betekenen.
Apen kunnen redeneren over wat anderen zien, willen en doen, maar
geloven niet altijd dat een mens ze informatie willen geven. De rijkdom
van menselijke communicatie wordt mogelijk door samenwerking tussen
mensen.
- Hoofdstuk 2 -
2.1: Communcatiedoelen
,Communicatie en mediagebruik is doelgericht gedrag.
Communicatiedoel 1: Je wilt iets krijgen van iemand anders. Ook te zien
bij apen.
Communicatiedoel 2: Je verteld iemand anders informatie. Dit is niet per
sé in ons eigen belang. Apen doen dit niet.
Communicatiedoel 3: “Sharing”. Kinderen wordt via vermaak verteld dat
elkaar helpen en dingen delen beloond wordt. De boef wordt publiekelijk
gemarteld en sterft vervolgens een langzame en eenzame dood. Dit
creëert een groepsnorm van indirecte wederkerigheid. Degene die niet
helpen, worden ook niet geholpen.
Directe wederkerigheid bij verzoeken betekent dat je in een duo iets
aan iets anders geeft en dat de ander zoiets ook teruggeeft. Dit kan ook
met informatie.
Indirecte wederkerigheid betekent dat je iemand een gunst doet
zonder dat je zeker weet of diegene iets terug kan doen. Het is een
groepsnorm om andere mensen te helpen.
2.2: De doelen van mediagebruik
Media heeft ervoor gezorgd dat verzoeken op afstand gedaan kunnen
worden. Kennis kan ook op afstand gebracht worden.
Media stellen je in staat om verzoeken te doen, mensen te informeren en
je te vermaken door tijd en ruimte heen.
Use: gebruik van media/communicatie.
Gratification: beloning die de media/communicatie oplevert. Kennis
verkrijgen, vermaakt worden en sociale doelen zijn gratificaties.
Positieve gevoelens hebben is het Hedonistisch Welbevinden. Als het
mediagebruik jouw negatieve gevoelens wegnemen, dan levert dat een
beloning op.
Films die je emotioneel maken, je aan het denken zetten of je iets laten
leren zijn het Eudaimonisch Welbevinden. Zo groei je tot een beter
mens en dat is je beloning. De mens heeft drie basisbehoeften.
Autonomie, competentie en verbondenheid. Als een medium aan een of
meerdere van die behoeftes voldoet, dan verbeterd je Eudaimonisch
Welbevinden.
2.3: Wat bepaald of we tevreden zijn met ons mediagebruik?
1) De kenmerken van de boodschap zelf.
Retorische boodschapen: het algemene (het globale nieuws), de
analyse, het argument.
Narratieve boodschappen: het specifieke (specifieke mensen,
gebeurtenissen), anekdotes, verhalen.
Boodschappen zijn steeds vaker multimodaal.
, 2) De mate waarin de boodschap past bij de voorkeuren van ons
brein
Wat weet je al? Hoe slim ben je? Wat zijn jouw normen en waarden? In
hoeverre past de boodschap bij onze voorkeur?
3) De mogelijkheden van het medium om informatie te verwerken
-Wat is de modaliteit van het medium? Is het tekst of is er ook beeld?
-Agency. Ben je een passieve toeschouwer of kun je zelf iets beïnvloeden.
-Interactiviteit. Heb je er invloed op van hoe het eruit ziet? Kun je dingen
vergroten/verkleinen en kun je specifieke informatie duidelijker maken?
-Navigeerbaarheid is een grote wereld die geschapen wordt waarin je je
eigen route kan zoeken. Dit kan ook een uitgebreide website zijn.
De affordances (functies): hoe beïnvloedt het medium de mogelijkheden
van de gebruiker om bepaalde resultaten te bereiken?
4) De interactie met de cultuur waarin we opgroeien
De Zwartepietendiscussie is taboe om te bespreken op een
verjaardagsfeestje en is een relatie uitmaken oké via WhatsApp? Dat is
cultureel. Er zijn stiekem allemaal regels voor. Media en cultuur
beïnvloeden elkaar. Er veranderen dingen door Amerikanisering via
communicatie. Valentijnsdag is bijvoorbeeld overgewaaid.
- Hoofdstuk 3 -
3.1: Oneensheid over de centrale theorieën
In 7 handboeken werden 249 communicatietheorieën besproken. 195 van
die theorieën werden maar in 1 van die boeken besproken. Er is veel
diversiteit in welke theorieën het belangrijkst zijn.
Dance bespreekt 95 definities van communicatie die verschillen op
intentionaliteit, de mate van specificiteit en geslaagdheid. Hij vindt het
zinloos om over deze discussie te beginnen. Craig vindt dat er wel over
gediscussieerd moet worden, waar anders kunnen ze het over hebben?
3.2: De opkomst van communicatie als discipline
Communicatie is pas net na de Tweede Wereldoorlog als afzonderlijke
discipline ontstaan. Communicatie speelt een rol in veel andere
disciplines, het wordt bijvoorbeeld vanuit een psychologisch perspectief of
een antropologisch perspectief bekeken. Communicatie bleek altijd handig
en belangrijk te zijn binnen iedere discipline.
