+ Examen boekje
“De Tijd van Pruiken en
Revoluties”
Algemene informatie over het Tijdvak:
De tijd van Pruiken en Revoluties duurt van 1700 tot 1800. Pruiken verwijst naar
de nieuwe modestijl onder de adel om pruiken te dragen, revoluties slaan op de
democratische revoluties in Europa en Amerika. Het is ook de tijd van de
verlichting waarin over onderwerpen als religie, politiek en de maatschappij werd
nagedacht. Europa bestond in deze tijdsperiode uit vijf grote en machtige landen.
Dit waren Frankrijk, Groot-Brittannië, Oostenrijk, Rusland en Pruissen. Frankrijk en
Groot-Brittannië beschikten over vele koloniën in Noord Amerika en India. In de
Republiek lag de macht nog steeds bij de stadhouder en regenten.
Paragraaf 1. – De Verlichting
Kenmerkend aspect paragraaf: “Rationeel optimisme en
toepassing van verlicht denken.”
Vanaf 1650 werden oude ideeën en opvattingen steeds meer ter discussie
gesteld. Twee filosofische stromingen stelden dat traditie en geloof moesten
plaatsmaken voor waarneming en rede. Volgends het empirisme komt kennis
voor uit ervaring en waarnemen, het rationalisme zei dat het menselijk
denkvermogen de voornaamste bron van kennis was.
Door de vele uitvindingen tijdens de wetenschappelijke revolutie ontstond er
een groot optimisme dat met de ratio alles te begrijpen was en de wereld
verbeterd kon worden. Men ging kritisch kijken naar maatschappelijke
onderwerpen als godsdienst, economie, politiek en de sociale verhoudingen.
Volgends vele zou verlicht denken een eind maken aan de duistere tijd van
onwetendheid, grote sociale verschillen en geloofsfanatisme. Verlichte denkers
streden tegen de standenmaatschappij en het absolutisme, rationalisme zou
leiden tot een betere maatschappij voor iedereen.
De verlichting begon in de Republiek en Engeland. Er was hier sprake van
gewetensvrijheid en mochten boeken gedrukt worden die elders verboden
waren. In de 18e eeuw verplaatste het centrum van de verlichting zich naar
Frankrijk en werd Parijs de intellectuele hoofdstad van de westerse wereld. De
Franse filosofen D’Alembert en Diderot werkten hier van 1751 tot 1772 aan de
Encyclopedie. Hun doel was de mensheid gelukkiger te maken door kennis uit
, de hele wereld bijeen te brengen en door te geven.
Rond 1750 waren er twee soorten verlichte denkers. De gematigde denkers
streden voor een evenwicht tussen rede en verstand. De radicale stromingen
wilden een geheel nieuwe maatschappij zonder tradities creëren.
Beroemde Verlichte Denkers:
Naam: Adam Smith.
Nationaliteit: Schots.
Kritiek op: Economie.
Stroming: -
Opvattingen: Wanneer iedereen streeft naar zijn eigen voordeel ontstaat er een
onzichtbare hand die steeds meer welvaart voor iedereen brengt. Dit
gebeurt volgends het mechanisme van vraag en aanbod. Een overheid moet zich
niet met dit mechanisme bemoeien en het moet iedereen de vrijheid geven om
naar zijn eigen voordeel te streven.
Naam: Immanuel Kant.
Nationaliteit: Duits (Pruissen).
Kritiek op: Sociale verschillen.
Stroming: Gematigde.
Opvattingen: De verlichting is de bevrijding van de mens uit de onmondigheid
waaraan hij zelf schuldig is. Durf te weten! Heb de moed je eigen verstand te
gebruiken. Puur rationalisme leidt tot waanideeën en tot immoreel gedrag. Er is
een universele morele wet waaraan iedereen verplicht is te gehoorzamen.
Naam: John Lock.
Nationaliteit: Engels.
Kritiek op: Politiek.
Stroming: -
Opvattingen: Alle mensen zijn gelijk geboren en hebben recht op de
grondrechten: vrijheid, bezit, gezondheid en leven. De macht van de staat is
gebaseerd op een sociaal contract tussen het volk en de overheid. Het volk
staat een deel van haar vrijheid af in ruil voor de verdediging van haar
grondrechten door de overheid. Wanneer dit niet gebeurd mag het volk een
andere regering aanstellen. Een tiran moet doormiddel van een opstand worden
verjaagd. De staat moet zich niet bemoeien met het geloof van haar onderdanen.
Naam: Jean Jacques Rousseau.
Nationaliteit: Frans.
Kritiek op: Politiek.
Stroming: -
Opvattingen: Het volk is soeverein en de staat moet de algemene wil -de wil
van de samenleving- vertegenwoordigen. De mensen mogen niet hun eigen
belang doorzetten maar moeten zich onderwerpen aan wetten die in
overeenstemming zijn met de algemene wil.