Praktijkgericht onderzoek aantekeningen
periode 1
Week 2
4 kenmerken onderzoekende houding:
kritisch zijn, opmerkzaam zijn, bedachtzaam zijn, nieuwsgierig zijn
Kritisch zijn
Positieve betekenis
Argumenten verzamelen
Goed redeneren
Denkfouten identificeren
Opmerkzaam zijn
Kijken
Lezen
Alert zijn
Motivatie om te observeren, kennis op te doen (vakliteratuur, handelingen van anderen, rea
cties van anderen, etc)
Nieuwsgierig zijn
Vragen stellen
Gericht zijn op bronnen
Handelingen uit proberen in het prakrijk
Bedachtzaam zijn
Stilstaan bij wat er gebeurt
Niet meteen oordelen
Van perspectief kunnen wisselen
Beredeneren is een argument + standpunt of conclusie
Zoals de zon weerkaatst op het ijs, daarom is koud op de noordpool.
Signaalwoorden maken vaak duidelijk dat er sprake is van redeneringen.
Hiermee kan je ook bepalen of het gaat om een argument of standpunt.
Standpunt dus, derhalve, daarom, daaruit.
Argument want, omdat, immers, aangezien.
, Enkelvoudige argumentatie: stelling + 1 argument
Meervoudige argumentatie: stelling +2 of meer argumenten
Onderschikkende argumenten: verteld meer over het eerste argument
Complexe argumentatie: combinatie van onderschikkende argumenten +
meervoudige argumentatie
8 vragen bij het kritisch omgaan met informatie
1. Is de informatie toereikend als onderbouwing voor de stelling?
2. Is er aandacht voor tegenargumenten of andere verklaringen?
3. Kan je op grond van eigen kennis al vaststellen of iets wel of niet klopt?
4. Is de bron waarop de uitspraken gebaseerd zijn bekend?
5. Hoe recent is de bron?
6. Is de bron betrouwbaar?
7. Is de informatie terug te vinden in andere bronnen?
8. Is de informatie relevant voor deze situatie?
Voorbeelden betrouwbare bronnen (gaat door de pear review)
Wetenschappelijke boeken
Studieboeken
Vak en wetenschappelijke tijdschriften
Onderzoeksrapporten op bijvoorbeeld websites van kenniscentra en
onderzoeksinstituten
Verschillende drogredenen
Stroman:
Het standpunt van een opponent vervormen/herconstrueren en dat standpunt
aanvallen
Ad hominem:
Niet het standpunt, maar de persoon die het standpunt inneemt aanvallen;
Post hoc:
Foute oorzaak-gevolg redenering;
Overhaaste generalisering:
Algemene uitspraak gebaseerd op bijzondere gevallen
Cirkelredenering:
Onderbouwing van het standpunt is een herhaling van een standpunt zelf;
Omdraaien bewijslast:
Verwachten dat een opponent jouw standpunt dient te ontkrachten ipv je
eigen standpunt te verdedigen;
periode 1
Week 2
4 kenmerken onderzoekende houding:
kritisch zijn, opmerkzaam zijn, bedachtzaam zijn, nieuwsgierig zijn
Kritisch zijn
Positieve betekenis
Argumenten verzamelen
Goed redeneren
Denkfouten identificeren
Opmerkzaam zijn
Kijken
Lezen
Alert zijn
Motivatie om te observeren, kennis op te doen (vakliteratuur, handelingen van anderen, rea
cties van anderen, etc)
Nieuwsgierig zijn
Vragen stellen
Gericht zijn op bronnen
Handelingen uit proberen in het prakrijk
Bedachtzaam zijn
Stilstaan bij wat er gebeurt
Niet meteen oordelen
Van perspectief kunnen wisselen
Beredeneren is een argument + standpunt of conclusie
Zoals de zon weerkaatst op het ijs, daarom is koud op de noordpool.
Signaalwoorden maken vaak duidelijk dat er sprake is van redeneringen.
Hiermee kan je ook bepalen of het gaat om een argument of standpunt.
Standpunt dus, derhalve, daarom, daaruit.
Argument want, omdat, immers, aangezien.
, Enkelvoudige argumentatie: stelling + 1 argument
Meervoudige argumentatie: stelling +2 of meer argumenten
Onderschikkende argumenten: verteld meer over het eerste argument
Complexe argumentatie: combinatie van onderschikkende argumenten +
meervoudige argumentatie
8 vragen bij het kritisch omgaan met informatie
1. Is de informatie toereikend als onderbouwing voor de stelling?
2. Is er aandacht voor tegenargumenten of andere verklaringen?
3. Kan je op grond van eigen kennis al vaststellen of iets wel of niet klopt?
4. Is de bron waarop de uitspraken gebaseerd zijn bekend?
5. Hoe recent is de bron?
6. Is de bron betrouwbaar?
7. Is de informatie terug te vinden in andere bronnen?
8. Is de informatie relevant voor deze situatie?
Voorbeelden betrouwbare bronnen (gaat door de pear review)
Wetenschappelijke boeken
Studieboeken
Vak en wetenschappelijke tijdschriften
Onderzoeksrapporten op bijvoorbeeld websites van kenniscentra en
onderzoeksinstituten
Verschillende drogredenen
Stroman:
Het standpunt van een opponent vervormen/herconstrueren en dat standpunt
aanvallen
Ad hominem:
Niet het standpunt, maar de persoon die het standpunt inneemt aanvallen;
Post hoc:
Foute oorzaak-gevolg redenering;
Overhaaste generalisering:
Algemene uitspraak gebaseerd op bijzondere gevallen
Cirkelredenering:
Onderbouwing van het standpunt is een herhaling van een standpunt zelf;
Omdraaien bewijslast:
Verwachten dat een opponent jouw standpunt dient te ontkrachten ipv je
eigen standpunt te verdedigen;