VD-H420-11 Pathologie, Psychologie,
Sociologie, Biochemie en
Kindergeneeskunde
Samenvatting
Samenvatting van de hoorcolleges & werkcolleges
Pathologie: Pagina 2-14
Psychologie: Pagina 15-23
Sociologie: Pagina 24-28
Biochemie: Pagina 29-33
Kindergeneeskunde: Pagina 34-47
1
, Pathologie samenvatting blok 2.4
Werkcollege 1:
De anatomie en fysiologie van de mannelijke en vrouwelijke
voortplantingsorganen beschrijven en uitleggen.
Man:
1 Schaambeen ( Os pubis)
2 Zwellichaam
3 Urinebuis/plasbuis (urethra): door de mannelijke urethra worden zowel
urine als sperma uit het lichaam afgevoerd.
4 Eikel: is het ronde uiteinde van de penis.
5 Voorhuid : omgeeft het uiteinde van de penis.
6 Teelbal (testes ): is de naam voor de geslachtsklier van mannelijke
organismen. Hier wordt het mannelijk hormoon testosteron geproduceerd .
7 Bijbal: (epididymus): is het orgaan dat bij de man achter de teelbal (testis)
in de balzak (scrotum) is gelegen. Hier verzamelen zich de rijpe
spermacellen (spermatozoa) tot de eerstvolgende zaadlozing (ejaculatie).
Het zaad blijft zo'n 4 a 6 weken in de bijbal zitten. 8 Balzak (scrotum):
een buiten het lichaam hangende huidplooi (zakje) waarin de twee
teelballen (testikels) hun plaats hebben.
9 Prostaat: bevindt zich naast het rectum en produceert een aantal
hulpstoffen die aan het sperma worden toegevoegd. De prostaat voorkomt
dat er door samentrekking sperma in de blaas kan stromen.
10 Zaadleider: (ductus deferens): De taak hiervan is om bij een zaadstorting
(ejaculatie) de zaadcellen te transporteren.
11 Blaas (vesica urinaria): verzamelt urine uit de nieren, en slaat het op tot
lozing
12 Urine leider ( ureter): de buis die loopt tussen het nierbekken en de
urineblaas
13 Zaadblaasje (glandula vesiculosa): actieve klieren die ongeveer 60%
procent van het zaadvocht vormen
14 Endeldarm: opslag feces
Vrouw:
- Eierstok (ovarium): hier zijn eicellen opgeslagen
2