H1: HANDHAVING
1.1 inleiding
de definitie van handhaving luidt: alle activiteiten die gericht zijn op het doen naleven
van wettelijke regels door burgers, bedrijven en overheden.
Preventief of repressief
Handhaving kan preventief door communicatie, stimulering en toezicht. Daarnaast
kan handhaving ook repressief, door het toepassen (of het dreigen daarmee) van:
- bestuursrechtelijke sancties
- strafrechtelijke sancties
bestuursrechtelijke handhaving
het college van B&W en de burgemeester zijn de bestuursorganen binnen de
gemeente. deze bestuursorganen kunnen wetgeving of de APV handhaven met
bestuursrechtelijke middelen en/of strafrechtelijke middelen. Bestuursrechtelijke
handhaving gebeurt helemaal door het bestuursorgaan zelf. Bevoegde
toezichthouders houden namens het bestuursorgaan toezicht en het bestuursorgaan
legt na overtreding van wettelijke voorschriften zo nodig zelf een bestuurlijke sanctie
op.
Strafrechtelijke handhaving
Strafrechtelijke handhaving richt zich op de opsporing en bestraffing van strafbare
feiten. Opsporen gebeurt door de politie en door de buitengewone
opsporingsambtenaren. Opsporing vindt plaats onder het gezag van de OVJ die een
onderdeel is van het OM.
Strafrecht richt zich in principe ‘slechts’ op het bestraffen van de dader. De
overtreding en/of gevolgen daarvan blijven in beginsel gewoon bestaan. De straf laat
wel zien dat de samenleving niet accepteert dat wettelijke regels zijn overtreden. Die
straf is een vergelding voor de overtreding en deze bestraffing heeft een
afschrikkende en preventieve werking op de dader en op anderen.
1.2 toezicht en opsporing
Toezicht
Het toezicht op de naleving van wettelijke regels is een bestuursrechtelijke taak. De
AWB staat daarin centraal. Deze wet zegt wie toezichthouder is, wat zijn
bevoegdheden zijn en welke sancties het bestuursorgaan kan opleggen.
,Opsporing
Opsporing van strafbare feiten is geregeld binnen het strafrecht, het wetboek van
strafvordering geeft de belangrijkste bevoegdheden en procedures. Een bijzondere
wet kan verdergaande bevoegdheden geven voor de opsporing van feiten uit die
bijzondere wet.
Handhaver
De handhaver die toezichthouder en tevens opsporingsambtenaar is, moet zich bij
de keuze in zijn bevoegdheden afvragen welk doel die bevoegdheid dient.
Keuze in bevoegdheden = afhankelijk van het doel
- Strafrecht
- Bestuursrecht
Een zuiver oogmerk is vereist.
1.2.1 opsporingsbevoegdheden
Opsporingsbevoegdheden moeten niet alleen een strafvorderlijk doel hebben. +
verdenking/redelijk vermoeden
Wet op de economische delicten
Opsporingsbevoegdheden WED vereisen geen redelijk vermoeden. Een aanleiding
is voldoende.
Een bijzondere wet kan net als de WED ook verdergaande bevoegdheden geven.
De opsporingsambtenaar mag opsporingsbevoegdheden echter alleen maar
toepassen als hij ook het doel heeft om proces-verbaal op te maken voor het
strafbare feit. Hij moet daarbij het doel hebben de zaak door het OM te laten
vervolgen om deze zaak voor te leggen aan de strafrechter. Mocht hij dit doel niet
voor ogen hebben dan mag hij de opsporingsbevoegdheden niet toepassen met
enkel dit bestuurlijke doel.
1.2.2 toezichthoudende bevoegdheden Awb
Toezichthoudende bevoegdheden mogen alleen maar worden toegepast door de
persoon die bij wettelijk voorschrift of bestuursbesluit is aangewezen.
Toezichthoudende bevoegdheden kunnen worden toegepast als er geen enkel
vermoeden bestaat dat er een strafbaar feit is of wordt gepleegd. Zolang
toezichthoudende bevoegdheden een bestuurlijk doel dienen, kunnen deze
bevoegdheden ook worden toegepast als wel het vermoeden bestaat dat er een
strafbaar feit is of wordt gepleegd.
, Annexe vordering van medewerking
Een annexe vordering van medewerking houdt in dat de toezichthouder elke
medewerking kan vorderen zolang maar duidelijk is dat die medewerking
noodzakelijk is voor het verrichten van de toezichthoudende taak. Wat dat betreft is
hier ook sprake van sfeerovergang. In dit geval niet tussen toezicht en opsporing,
maar tussen toezicht door de toezichthouder en sanctieoplegging door het
bestuursorgaan.
Algemene wet op binnentreden
AWB = alle plaatsen betreden m.u.v de woning
Bijzondere wet of verordening (apv) e.v.t wel de woning betreden + bij binnentreden
woning + voorwaarden uit de AWB.
1.2.3 voortgezette toepassing
Van toezicht 'doorschakelen' naar opsporing
1.2.4 twee sporen beleid
Een strafbaar feit kan ook bestuurlijk en tegelijkertijd strafrechtelijk worden
gehandhaafd. In dat geval zal het bestuursorgaan (dreigen) met het opleggen van
een bestuurlijke sanctie met als doel overtreding ongedaan te (laten) maken.
Sfeerovergang = van toezicht naar opsporing en weer terug
1.3 de bevoegde toezichthouder
Toezichthouder = persoon bij of krachtens wettelijk voorschrift aangewezen
Aangewezen bij:
- Wet
- Verordening krachtens de wet
- Bestuursbesluit
- Krachtens de wet
1.4 rechtspersonen en functioneel daderschap
Het burgerlijk wetboek kent de volgende rechtspersonen:
- Publiekrechtelijke rechtspersonen:
- De staat
- De provincies
- De gemeenten
- De waterschappen