Belangrijke passages tekst Fenwick & Edwards:
1. Fenwick & Edwards benadrukken het belang van een shift van het begrijpen van ‘leren’
en ‘kennisconstructie’ als iets dat plaatsvindt binnen individuen, cf. het verwerven van
kennis die beter aansluit bij dé realiteit (denk aan het transformatief leren bij Mezirow),
naar een begrip van leren en kennis als iets dat tot stand komt doorheen
onderhandelingen binnen socio-materiële assemblages:
“We tend not to see the networks that are continually assembling and reassembling to
bring forth and to sustain what we authorise as knowledge. This is because we tend to
treat objects of knowledge – as well as material objects – as black boxes with clear
boundaries and reliable content, as matters of fact and certainty.” (p. 39)
Matters of fact: feiten, dingen die vaststaan sluit discussie uit door te zeggen dat dit
vaststaat
Matters of concern: iets op tafel leggen en discussie hierrond mogelijk maken
Fenwick en Edward zeggen dat netwerken ervoor zorgen dat bepaalde kennis als autoritair
wordt gezien of niet.
“Here then we begin to examine knowledge practices as not simply the work of human
subject’s research and learning, but as assemblages of ‘knowledge locations” (p. 39)
Kennispraktijken zijn niet gewoon mensen die zeggen dit zijn de feiten. Kennispraktijken zijn
altijd ingebed in sociomateriële contexten. Er zijn verschillende actanten en actoren die een
bepaalde kennisontwikkeling mogelijk maken/ vermoeilijken.
Regimes van autoriteit: wat als geldig beschouwd wordt, hangt af van actanten/ actoren
“Coming-to-know something is also a set of practices that can be more
or less systematic and rigorous. Knowings can accumulate and begin to
circulate. They can be verified and recognized as 'truth', 'good',
'powerful' or 'evidence' depending upon regimes of authority within
which they are mobilized. If these truth-naming practices are sufficiently
credible to those actors or activities most influential in determining what
knowledge has most authority in a particular situation, the knowledge
may become codified and identifiable as a commodity, a 'body of
knowledge.” (p. 36)
“From this departure point the issue of interest is not which knowledge
accounts are superior but how and when particular accounts become
more visible or valued, how they circulate, and what work they perform
in the process.” (p. 36)
“This research suggests that these authorizations of knowledge are
more precarious than may be assumed. While they can appear to be
1
, settled, perhaps even immutable, each is actually sustained by
multifarious capillaries of associations and activity. These associations
link together a range of materials as desires, choices, discourses and
behaviours. Yes often, such codifications are treated though they are
indeed, 'matters as fact’ in the language of Latour. (p. 37)
“However, even in established scientific knowledge, what lies at the core
are not foundations of information but many networks, and many
negotiations translating dynamic entities to become enrolled and
inscribed into settled linkages.” (p. 39)
Translating: dingen en mensen die invloeden uitoefenen op andere dingen en mensen zodat
die gaan veranderen van vorm; feiten vertalen zodat andere mensen daar ook gevoelig voor
worden
Vb.: wetenschappers die wetenschappelijke informatie omzetten in eenvoudigere
tabellen zodat de ‘gewone mens’ ook burgerwetenschappers kunnen worden
ontstaat er een network dat vaststaat, maar op een of andere manier toch van vorm kan
veranderen potentieël-dynamisch
Actor: kan invloed uitoefenen op andere actor, maar die zich ook kan verzetten niet
passief
Vb.: CVO met cursus waarbij men laptops wil gebruiken iemand die zegt ‘ik wil
geen laptop’ verzet zich
2. Fenwick & Edwards benadrukken hoe verschillende praktijken
van (volwassen)leren niet gewoon een ander perspectief tot stand
brengen op één algemene werkelijkheid maar diverse, steeds
veranderende werelden constitueren.
“ANT is suggestive of knowledge as a matter-ing practice – materialising
activities that bring forth substance and significance. Following the
alternative logic of networks, associations and interventions, this
singular world that can never be fully represented begins to multiply
through the practices of matter-ing which embrace the material and
normative.” (p. 42)
creëren een eigen werkelijkheid/ eigen steeds veranderende wereld. Is niet gewoon een
perspectief (=gewoon iets in mensen hun hoofd), maar een hele nieuwe wereld
Vb.: wat docenten meegeven aan cursisten in CVO ‘is een perspectief’ niet waar, is
een wereld op zich die veel breder is dan enkel een ‘perspectief’ gaat niet enkel om
bv. perspectief van docent, maar ook om materialen, leerlingen, …
“Practices of knowing are specific material engagements that participate
in (re)configuring the world … making knowledge is not simply about
making facts but about making worlds, or rather it is about making
specific worldly configurations … knowing is not separate from
2
1. Fenwick & Edwards benadrukken het belang van een shift van het begrijpen van ‘leren’
en ‘kennisconstructie’ als iets dat plaatsvindt binnen individuen, cf. het verwerven van
kennis die beter aansluit bij dé realiteit (denk aan het transformatief leren bij Mezirow),
naar een begrip van leren en kennis als iets dat tot stand komt doorheen
onderhandelingen binnen socio-materiële assemblages:
“We tend not to see the networks that are continually assembling and reassembling to
bring forth and to sustain what we authorise as knowledge. This is because we tend to
treat objects of knowledge – as well as material objects – as black boxes with clear
boundaries and reliable content, as matters of fact and certainty.” (p. 39)
Matters of fact: feiten, dingen die vaststaan sluit discussie uit door te zeggen dat dit
vaststaat
Matters of concern: iets op tafel leggen en discussie hierrond mogelijk maken
Fenwick en Edward zeggen dat netwerken ervoor zorgen dat bepaalde kennis als autoritair
wordt gezien of niet.
“Here then we begin to examine knowledge practices as not simply the work of human
subject’s research and learning, but as assemblages of ‘knowledge locations” (p. 39)
Kennispraktijken zijn niet gewoon mensen die zeggen dit zijn de feiten. Kennispraktijken zijn
altijd ingebed in sociomateriële contexten. Er zijn verschillende actanten en actoren die een
bepaalde kennisontwikkeling mogelijk maken/ vermoeilijken.
Regimes van autoriteit: wat als geldig beschouwd wordt, hangt af van actanten/ actoren
“Coming-to-know something is also a set of practices that can be more
or less systematic and rigorous. Knowings can accumulate and begin to
circulate. They can be verified and recognized as 'truth', 'good',
'powerful' or 'evidence' depending upon regimes of authority within
which they are mobilized. If these truth-naming practices are sufficiently
credible to those actors or activities most influential in determining what
knowledge has most authority in a particular situation, the knowledge
may become codified and identifiable as a commodity, a 'body of
knowledge.” (p. 36)
“From this departure point the issue of interest is not which knowledge
accounts are superior but how and when particular accounts become
more visible or valued, how they circulate, and what work they perform
in the process.” (p. 36)
“This research suggests that these authorizations of knowledge are
more precarious than may be assumed. While they can appear to be
1
, settled, perhaps even immutable, each is actually sustained by
multifarious capillaries of associations and activity. These associations
link together a range of materials as desires, choices, discourses and
behaviours. Yes often, such codifications are treated though they are
indeed, 'matters as fact’ in the language of Latour. (p. 37)
“However, even in established scientific knowledge, what lies at the core
are not foundations of information but many networks, and many
negotiations translating dynamic entities to become enrolled and
inscribed into settled linkages.” (p. 39)
Translating: dingen en mensen die invloeden uitoefenen op andere dingen en mensen zodat
die gaan veranderen van vorm; feiten vertalen zodat andere mensen daar ook gevoelig voor
worden
Vb.: wetenschappers die wetenschappelijke informatie omzetten in eenvoudigere
tabellen zodat de ‘gewone mens’ ook burgerwetenschappers kunnen worden
ontstaat er een network dat vaststaat, maar op een of andere manier toch van vorm kan
veranderen potentieël-dynamisch
Actor: kan invloed uitoefenen op andere actor, maar die zich ook kan verzetten niet
passief
Vb.: CVO met cursus waarbij men laptops wil gebruiken iemand die zegt ‘ik wil
geen laptop’ verzet zich
2. Fenwick & Edwards benadrukken hoe verschillende praktijken
van (volwassen)leren niet gewoon een ander perspectief tot stand
brengen op één algemene werkelijkheid maar diverse, steeds
veranderende werelden constitueren.
“ANT is suggestive of knowledge as a matter-ing practice – materialising
activities that bring forth substance and significance. Following the
alternative logic of networks, associations and interventions, this
singular world that can never be fully represented begins to multiply
through the practices of matter-ing which embrace the material and
normative.” (p. 42)
creëren een eigen werkelijkheid/ eigen steeds veranderende wereld. Is niet gewoon een
perspectief (=gewoon iets in mensen hun hoofd), maar een hele nieuwe wereld
Vb.: wat docenten meegeven aan cursisten in CVO ‘is een perspectief’ niet waar, is
een wereld op zich die veel breder is dan enkel een ‘perspectief’ gaat niet enkel om
bv. perspectief van docent, maar ook om materialen, leerlingen, …
“Practices of knowing are specific material engagements that participate
in (re)configuring the world … making knowledge is not simply about
making facts but about making worlds, or rather it is about making
specific worldly configurations … knowing is not separate from
2
