100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting ontwikkelingspsychologie

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
8
Geüpload op
27-10-2022
Geschreven in
2021/2022

Samenvatting van het vak Ontwikkelingspychologie voor het eerste jaar van de bachelor Psychologie aan de Universiteit van Utrecht










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
Onbekend
Geüpload op
27 oktober 2022
Aantal pagina's
8
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Nature-nurture debat  Nature, ook wel nativisme, ontwikkeling door aanleg.
Nurture, ook wel empirisme, ontwikkeling door omgeving.
Continue ontwikkeling  Geleidelijke ontwikkeling zonder abrupte veranderingen.
Discontinue ontwikkeling  Ontwikkeling is een opeenvolging van abrupte veranderingen.
Kritieke periode  Ontwikkelingsperiode waarin specifieke ervaringen zijn voor typische
ontwikkeling.
Sensitieve periode  Ontwikkelingsperiode waarin specifieke ervaringen belangrijk zijn voor
typische ontwikkeling.
Domain-general development  Ontwikkeling kan invloed hebben op veel verschillende vaardigheden.
Domain-specific development  Ontwikkeling van verschillende vaardigheden is onafhankelijk.
Ecologische theorie – Bronfenbrenner (interactie)
1. Kind  Aanleg, persoonlijkheid, biologische en genetische factoren.
2. Micro  Directe omgeving van het kind (school, familie).
3. Meso  Connecties tussen de microsystemen.
4. Exo  Indirecte omgeving van het kind (werkomstandigheden ouders).
5. Macro  Culturele context.
6. Chrono  Tijd (corona, oorlog).
Psychosociale ontwikkelingstheorie – Erikson (biologie, psychologie, cultuur)
Acht fases Conflict Deugd
1. Zuigelingen fase  Vertrouwen vs. fundamenteel vertrouwen Hoop
2. Peuterleeftijd  Autonomie vs. schaamte en twijfel Wil
3. Kleuterleeftijd  Initiatief vs. schuldgevoel Doelgerichtheid
4. Basisschoolleeftijd  Vlijt vs. minderwaardigheid Competentie
5. Adolescentie  Identiteit vs. identiteitsverwarring Trouw
6. Vroege volwassen  Intimiteit vs. isolement Liefde
7. Middelbare volw.  Generativiteit vs. stagnatie Zorg
8. Late volwassenheid  Ego-integriteit vs. wanhoop Wijsheid
Evolutionaire psychologie – Darwin en co. (vorming ontwikkeling door evolutie)
1. Muturation approach  Universeel verloop van stadia en groei.
2. Vastlegging van adaptieve conditionele ontwikkelingspaden.
Zelfdeterminatie theorie – Deci en Ryan.
1. Kinderen zijn van nature gedreven om te leren en zich te ontwikkelen.
2. Omgeving dan die natuurlijke ontwikkeling stimuleren of dwarsbomen.
Social learning theorie – Bandura  Leren door conditionering, observeren en imiteren.
Constructionisme – Piaget  Kinderen construeren hun eigen ontwikkeling door theorieën te bedenken
en deze te testen.
Sociocultural theory – Vygotsky  Impact van sociale en culturele ervaringen op ontwikkeling van het kind.
Nativistische theorieën  (Een deel van de) cognitieve vaardigheden zijn aangeboren.
Methoden voor data verzameling
1. Zelf-rapportage
2. Ouder-rapportage
3. Leerkracht-rapportage
4. Peer-rapportage
5. Observatie
6. Gedragsmeting
Cross-sectionele methoden  Verschillende leeftijdsgroepen vergelijken op hetzelfde tijdstip.
Longitudinale methoden  Dezelfde individuen op verschillende tijdstippen.
Cohort-sequentiële methoden  Combinatie van cross-sectioneel en longitudinaal.

, Haptische perceptie  Wereld waarnemen en begrijpen door aanraking.
Gehoor  Al 23-24 weken vòòr de geboorte ontwikkeld.
Zicht, visual acuity  Scherpte van het zicht, 6-12 maanden na geboorte goed ontwikkeld.
Object consistentie  Object herkenning bij verschillende afstanden, hoeken en licht.
Multi sensorische waarneming  Het waarnemen van objecten en gebeurtenissen van meerdere zintuigen.
Infant states  Afwisselend patroon van slaap en waak bij baby’s.
1. Diepe slaap
2. Lichte slaap
3. Slaperig
4. Alert
5. Wakkere activiteit
6. Huilen
Emoties  Subjectieve reacties op de omgeving, positief of negatief.
Genetic-maturational view  Emoties zijn producten van biologie.
Learning perspective  Emoties leren door beloning en negeren van ouders bij bepaalde
emotionele expressie.
Functionalist perspectieven  Emoties helpen om doelen te bereiken een aan te passen aan omgeving.
Temperament en vermogen om positieve of negatieve emoties te uitten.
Veerkrachtigen / Easy  Zelfverzekerd, competent, niet angstig.
Overcontrollers / Slow-to-warm-up Aardig en gehoorzaam maar niet zo assertief (internaliserende
problemen).
Undercontrollers / Difficult  Energiek, rusteloos en weinig concentratie (externaliserende problemen).
Primaire emoties  Al op vroege leeftijd en vereist geen introspectie of zelfreflectie.
Bv. angst, vreugde, verdriet, interesse, walging, verbazing.
Secundaire emoties  Later in ontwikkeling en afhankelijk van zelfbewustzijn en anderen.
Bv. trots, schaamte, schuld, jaloezie.
Behoedzaamheid (wariness)  Meer interesse voor onbekende dan bekende mensen.
Stranger distress  Angst voor onbekenden, rond de 7-9 maanden.
Social referencing  Reactie adhv hoe bv moeder zich gedraagt bij onbekend persoon.
Seperation protest  Angst wanneer kind van moeder gescheiden wordt, rond 15 maanden.
Emotional display rules  Cultuur afhankelijke regels over welke emotie bij welke situatie hoort.
Emotionele scripts  Complexe schema’s die het kind helpen emotie te linken aan gebeurtenis.
1. 4-6 jaar  Eén emotie tegelijk kunnen begrijpen.
2. 6-8 jaar  Twee emoties van hetzelfde type tegelijk kunnen begrijpen.
3. 8-9 jaar  Twee emoties als respons op verschillende situaties tegelijk beschrijven.
4. 10 jaar  Twee emoties als respons op twee verschillende aspecten van één situatie.
5. 11-12 jaar  Begrijpen dat één situatie tegenovergestelde emoties kan opwekken.
Hechting (attachment)  Sterke emotionele band tussen baby en verzorgen, ontwikkeld in tweede
helft van eerste levensjaar.
Psychoanalytische theorie hechting Baby hecht aan borst moeder en daarna als moeder zelf als bron.
Leertheorie van hechting  Moeder als secundaire bekrachtiger, associatie moeder en eten.
Cognitieve ontwikkelingsbenadering van hechting  Onderscheid maken tussen moeder en vreemdeling.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
SamenvattingVoorIedereen Universiteit Utrecht
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
16
Lid sinds
6 jaar
Aantal volgers
13
Documenten
11
Laatst verkocht
1 jaar geleden
ChrisjeJacobs

3,0

1 beoordelingen

5
0
4
0
3
1
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen