De 7 basismeetinstrumenten
In de KNGF richtlijn over Beroerte staan 7 basismeetinstrumenten die getest kunnen worden
binnen het functieonderzoek van iemand die een beroerte heeft gehad. Een test voldoet niet
zomaar en daarom zijn er 4 belangrijke begrippen die aantonen of een test goed is om te
gebruiken. Dit zijn:
Betrouwbaarheid: De mate waarin een meetinstrument bij herhaalde metingen op dezelfde
onderzoek elementen dezelfde waarde als meetresultaat geeft.
Validiteit: De mate waarin een meetinstrument meet wat het beoogt te meten.
Responsiviteit: De mate waarin een meetinstrument bij een patiënt klinisch relevante
veranderingen in de tijd kan vaststellen.
Gebruiksvriendelijkheid: Door wie kan de test worden afgenomen, wat is de afnametijd, is
er een duidelijk protocol?
Er zijn dus 7 basismeetinstrumenten die we vinden in de KNGF richtlijn Beroerte. Dit zijn de
Motricity Index (MI), Trunk Control Test (TCT), Berg Balance Scale (BBS), Functional
Ambulation Categories (FAC), Tien-meter looptest (10MLT), Frenchay Arm Test (FAT) en de
Barthel Index (BI). Hieronder staan ze verder uitgewerkt.
, Motricity Index (MI)
https://meetinstrumentenzorg.nl/instrumenten/motricity-index/
Bij de Motricity Index word er gekeken naar de mogelijkheid om willekeurig te bewegen en
naar de isometrische kracht in de armen en benen. Deze test bestaat uit 6 testen over 6
verschillende gewrichten. Een hoge score op de Motricity Index komt overeen met een hoge
mate van kracht.
De testen 1,2 en 3 geven de score van de kracht in de armen weer. De testen 4,5 en 6 doen
dit voor de kracht in de benen. De scoren van de armen en benen worden opgeteld en door
2 gedeeld. De score per arm of been is maximaal 99. Mocht de maximale score worden
behaald word hier +1 bij opgeteld voor een score van 100.
De test is valide en betrouwbaar. Ook is de test gebruiksvriendelijk. De responsiviteit is SSD
arm= 12 punten en SSD been= 13 punten.
In de KNGF richtlijn over Beroerte staan 7 basismeetinstrumenten die getest kunnen worden
binnen het functieonderzoek van iemand die een beroerte heeft gehad. Een test voldoet niet
zomaar en daarom zijn er 4 belangrijke begrippen die aantonen of een test goed is om te
gebruiken. Dit zijn:
Betrouwbaarheid: De mate waarin een meetinstrument bij herhaalde metingen op dezelfde
onderzoek elementen dezelfde waarde als meetresultaat geeft.
Validiteit: De mate waarin een meetinstrument meet wat het beoogt te meten.
Responsiviteit: De mate waarin een meetinstrument bij een patiënt klinisch relevante
veranderingen in de tijd kan vaststellen.
Gebruiksvriendelijkheid: Door wie kan de test worden afgenomen, wat is de afnametijd, is
er een duidelijk protocol?
Er zijn dus 7 basismeetinstrumenten die we vinden in de KNGF richtlijn Beroerte. Dit zijn de
Motricity Index (MI), Trunk Control Test (TCT), Berg Balance Scale (BBS), Functional
Ambulation Categories (FAC), Tien-meter looptest (10MLT), Frenchay Arm Test (FAT) en de
Barthel Index (BI). Hieronder staan ze verder uitgewerkt.
, Motricity Index (MI)
https://meetinstrumentenzorg.nl/instrumenten/motricity-index/
Bij de Motricity Index word er gekeken naar de mogelijkheid om willekeurig te bewegen en
naar de isometrische kracht in de armen en benen. Deze test bestaat uit 6 testen over 6
verschillende gewrichten. Een hoge score op de Motricity Index komt overeen met een hoge
mate van kracht.
De testen 1,2 en 3 geven de score van de kracht in de armen weer. De testen 4,5 en 6 doen
dit voor de kracht in de benen. De scoren van de armen en benen worden opgeteld en door
2 gedeeld. De score per arm of been is maximaal 99. Mocht de maximale score worden
behaald word hier +1 bij opgeteld voor een score van 100.
De test is valide en betrouwbaar. Ook is de test gebruiksvriendelijk. De responsiviteit is SSD
arm= 12 punten en SSD been= 13 punten.